Pardonvergunningen niet verleend na constatering fraude
Ongeveer 350 vreemdelingen krijgen geen verblijfsvergunning op grond van de pardonregeling omdat er bij de aanvraag sprake was van fraude.
De fraude is geconstateerd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van het Ministerie van Justitie. In alle gevallen waarin fraude is geconstateerd, is aangifte gedaan. Dat blijkt uit vandaag verschenen antwoorden van minister Hirsch Ballin van Justitie op vragen van de Tweede Kamer.
Al bij de start van de pardonregeling werd een speciale afdeling van de IND belast met gericht onderzoek naar mogelijke onregelmatigheden bij de aanvragen. De dienst is een nader onderzoek gestart toen door medewerkers werd geconstateerd dat een aantal vreemdelingen gebruik bleek te maken van de identiteit en proceduregegevens van andere vreemdelingen.
Naast de geweigerde vergunningen is in minder dan één procent van de verleende vergunningen, in ongeveer 100 van de 28.000, fraude geconstateerd. In alle gevallen is de procedure gestart om de al verleende verblijfsvergunning in te trekken en is aangifte gedaan.
Naar aanleiding van de aangiften die de IND heeft gedaan zijn opsporingsonderzoeken ingesteld. Dat heeft inmiddels in een beperkt aantal gevallen al geleid tot een veroordeling tot gevangenisstraf, variërend van vier tot zes maanden.
Het Openbaar Ministerie heeft nog diverse onderzoeken lopen en verdere aanhoudingen worden niet uitgesloten. Uit geen van de onderzoeken is tot nu toe gebleken dat ambtenaren betrokken zijn bij de fraude.