Aanpak jeugdwerkloosheid 'vertrouwenwekkend'
Sinds het Actieplan Jeugdwerkloosheid op 1 september vorig jaar in werking trad, zijn 68.000 jongeren aan een baan, leerwerkplek of stage geholpen. Dit blijkt uit opgaven van de dertig arbeidsmarktregio’s in ons land, die minister Donner naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Donner spreekt van een duidelijke bijdrage aan de bestrijding van de jeugdwerkloosheid en noemt de resultaten 'vertrouwenwekkend'.
Het Actieplan is een gezamenlijk initiatief van vier ministeries en wordt uitgevoerd door verschillende partners; gemeenten, het UWV, onderwijs, de VNG, kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven en sociale partners. Het kabinet heeft er over drie jaar verspreid € 250 miljoen voor beschikbaar gesteld.
Lichte groei aantal stageplaatsen en leerbanen
Met name de eerste maanden van dit jaar laten gunstige ontwikkelingen zien. Tussen januari en april wisten 38.000 werkloze jongeren een stage, leerwerkplek of een gewone baan te vinden. Dat is een stijging van 25% ten opzichte van de 30.000 jongeren die in de laatste vier maanden van 2009 een plek vonden. Ondanks de voortdurende economische crisis is het totaal aantal stages en leerbanen zelfs iets gegroeid naar 213.000 erkende leerbedrijven in juni 2010. Mede hierdoor konden in de eerste vier maanden van dit jaar meer dan 110.000 jongeren in het mbo beginnen aan hun stage of leerbaan.
Aarzelend herstel
Minister Donner toont zich in de brief aan de Tweede Kamer voorzichtig positief over de ontwikkeling van de jeugdwerkloosheid in Nederland, die nog altijd het laagst is van alle EU-lidstaten. De jeugdwerkloosheid ligt wel traditioneel hoger dan de algemene werkloosheid. In mei van dit jaar lag de totale werkloosheid op 5,5 % terwijl op dat moment 11 % van de jongeren tot 27 jaar werkloos was. Van die 130.000 jongeren zit bijna de helft niet meer op school.
Sinds februari van dit jaar is de jeugdwerkloosheid in Nederland weer licht aan het dalen. Toch profiteren niet alle jongeren van dit aarzelende herstel. Met name jongeren die onvoldoende zijn opgeleid en geen startkwalificatie (mbo2-niveau) hebben, zijn relatief vaak werkloos. De voorlopige cijfers uit het School Ex programma wijzen uit dat circa 50 duizend studenten van plan zijn door te leren aan het mbo of hbo, waarmee de doelstelling van 10.000 extra mbo’ers die hiertoe besluiten, ruimschoots wordt overtroffen.
Uit de opgaven van de dertig regio’s blijkt dat er grote regionale verschillen zijn. Minister Donner stelt goed presterende regio’s voor de uitvoering van het Actieplan Jeugdwerkloosheid extra geld in het vooruitzicht bij de verdeling van de resterende middelen voor 2010, € 40 miljoen. Regio’s die minder hebben gepresteerd krijgen in 2010 ook minder geld.