Afspraken over maximale productie Nederlandse gasreserves
Minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken heeft met de mijnbouwondernemingen die actief zijn op het Nederlandse deel van de Noordzee afspraken gemaakt over maximale opsporing en productie van Nederlandse gasreserves en benutting van lege velden.
De afspraken zijn vastgelegd in een “Convenant ter bevordering van de opsporing en ontwikkeling van de olie- en gasreserves en de opslag van stoffen op het Nederlands deel van het continentaal plat”. Het convenant voorziet in een procedure die de houder van een winningsvergunning offshore ertoe aanzet eerst zelf opsporings-, winnings- of opslagactiviteiten te ontwikkelen in zijn tot dan toe niet benutte vergunningsgebieden en anders derden daartoe in de gelegenheid te stellen.
Vergunningen
Er zijn in de afgelopen jaren al diverse middelen ingezet om de mijnbouwactiviteiten in kleine velden te stimuleren. Zo worden "slapende" vergunningen al aangepakt door vergunninghouders aan te spreken op hun activiteitenniveau.
Een op 1 januari 2010 in werking getreden wijziging van de Mijnbouwwet op grond waarvan de minister van Economische Zaken inactieve delen uit het vergunningsgebied kan halen, heeft ook als doel het actief benutten van verleende vergunningen voor opsporing en winning.
Zolang partijen actief uitvoering geven aan het nu gesloten convenant, zal de minister van Economische Zaken geen gebruik hoeven te maken van deze wettelijke mogelijkheid, die daarmee het karakter van een stok achter de deur krijgt.
Financiële stimulans
Per 16 september 2010 zal ook een financiële stimulans om de winning van gas uit marginale gasvelden op de Noordzee te bevorderen in werking treden. De Europese Commissie is akkoord gegaan met deze door de minister voorgestelde stimuleringsregeling. Mijnbouwbedrijven mogen éénmalig in het jaar waarin zij investeren in bedrijfsmiddelen voor exploratie of exploitatie van marginale gasvelden op de Noordzee naast hun normale afschrijving 25 procent van de kapitaalkosten in mindering brengen op het bedrijfsresultaat waarover zij winstaandeel verschuldigd zijn.
De verwachting is dat met behulp van deze maatregel zo'n 21 miljard kubieke meter aardgas extra geproduceerd zal worden uit marginale gasvelden in de Noordzee.
Minister Van de Hoeven noemde het nemen van deze maatregelen en activiteiten noodzakelijk om in de komende vijf tot tien jaar zoveel mogelijk kleine offshore gasvelden in productie te brengen. De nu producerende velden op het Nederlandse continentale plat raken uitgeproduceerd en de bestaande infrastructuur dreigt te worden ontmanteld. Zonder deze infrastructuur is het waarschijnlijk dat marginale kleine velden niet meer worden benut. Dat kan Nederland zich volgens de minister niet veroorloven.