Brief aan de Tweede Kamer over voortgangsrapportage maatschappelijke opvang

Op het terrein van de maatschappelijke opvang is de afgelopen jaren sprake geweest van een grote dynamiek. Het Plan van Aanpak maatschappelijke opvang dat in 2006 tussen het Rijk en de vier grote steden (G4) is overeengekomen heeft voor een grote impuls gezorgd. Zoals uit deze brief zal blijken, is er in de centrumgemeenten veel in gang gezet. Stap voor stap is de positie van dak- en thuislozen verbeterd. Er resteert echter nog een aantal flinke uitdagingen voor de komende jaren wanneer wordt gekeken naar het uiteindelijke doel van de maatschappelijke opvang, namelijk dat ook deze doelgroep zoveel als mogelijk weer meedoet in de samenleving.

Daarbij moet rekening worden gehouden met enkele potentiële risico’s. De voornaamste daarvan zijn de bezuinigingen die gemeenten zich voornemen. De komende jaren moeten alle zeilen worden bijgezet om de successen van de afgelopen jaren te borgen, de slag naar een effectief preventiebeleid te maken en de maatschappelijke participatie te stimuleren. Hiervoor is nodig dat de maatschappelijke opvang (nog) meer dan nu wordt ingebed in het lokale Wmo-beleid en dat verbindingen worden gelegd met andere beleidsterreinen.  

In deze voortgangsrapportage wordt van diverse aspecten van het beleid op het terrein van de maatschappelijke opvang de stand van zaken geschetst. Tevens gaat de minister specifiek in op enkele toezeggingen van de toenmalige staatssecretaris van VWS aan de Kamer tijdens het algemeen overleg maatschappelijke opvang van 16 december 2009 en op een tweetal toezeggingen van de minister voor Jeugd en Gezin tijdens het algemeen overleg opvang zwerfjongeren van 14 mei 2008.