Defensie bergt militair Tweede Wereldoorlog uit veldgraf

De Bergings- en Identificatie Dienst van de Koninklijke Landmacht (BIDKL) heeft in de buurt van een slagveld uit de Tweede Wereldoorlog de stoffelijke resten van een geallieerde militair geborgen. Het veldgraf in de Overdiepsche Polder, bij het Noord-Brabantse Sprang Capelle, is tijdens bodemonderzoek gevonden door een civieltechnisch bedrijf.

De nog onbekende militair is waarschijnlijk in december 1944 of januari 1945 gesneuveld tijdens de strijd om het Duitse bruggenhoofd Kapelsche Veer. Het bruggenhoofd maakte deel uit van een steunoperatie rond het Duitse Ardennenoffensief. Tijdens de 5 weken durende strijd onder winterse omstandigheden vielen zo’n 1200 doden en gewonden.

Identificatie

De BIDKL heeft de militair en zijn uitrusting meegenomen naar het laboratorium op Kamp Soesterberg. Hier wordt geprobeerd om de identiteit te achterhalen. Wanneer dit lukt, spoort de BIDKL in nauwe samenwerking met het land van herkomst de eventuele nabestaanden op. In overleg met hen wordt bekeken hoe de gesneuvelde militair op gepaste wijze een laatste rustplaats krijgt.

Conventie van Genève

Het motto van het BIDKL ‘Vermist is erger dan dood’ duidt het belang van het werk. Duidelijkheid over het lot van dierbaren is van cruciaal belang voor de rouwverwerking. Het werk van de BIDKL vindt zijn grondslag in de Conventie van Genève waarin staat dat elke lidstaat tijdens een gewapend conflict over een gravendienst moet beschikken. Het BIDKL is, ook buiten Defensie en Nederland, een belangrijk expertise- en kenniscentrum op het gebied van berging en identificatie.