Kamerbrief inzake beantwoording vragen over het Iraanse Revolutionaire Garde Korps (IRGC)


Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Economische Zaken , de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Kortenoeven en Van Vliet over het Iraanse Revolutionaire Garde Korps (IRGC). Deze vragen werden ingezonden op 30 juni 2010 met kenmerk 2010Z10226.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken mede namens mevrouw Van der Hoeven, Minister van Economische Zaken, op vragen van de leden Kortenoeven en Van Vliet (PVV) over het Iraanse Revolutionaire Garde Korps (IRGC).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikelen “CIA's Panetta: Iran has enough uranium for 2 bombs”? 1) en “Mullen: Iran to continue with nukes”? 2)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het misdadige islamitische regime in Teheran voortdurend toont dat het maling heeft aan de internationale rechtsorde in het algemeen en aan het regime van het non-proliferatieverdrag in het bijzonder? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De regering betreurt het ten zeerste dat Iran nog steeds niet voldoet aan zijn verplichtingen onder de VNVR- en IAEA-resoluties inzake het nucleaire programma.

Vraag 3

Onderschrijft u de analyse, dat het Iraanse Revolutionaire Garde Korps (IRGC) onder andere een cruciale rol speelt in de Iraanse nucleaire programma’s en de Iraanse (niet-conventionele) bewapeningsprogramma’s? 3) Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het IRGC, vanwege zijn controle op vrijwel alle onderdelen van de Iraanse staat en samenleving, moet worden getypeerd als een van de belangrijkste levenslijnen van het misdadige islamitische regime in Teheran? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De militaire, economische en politieke macht van het IRGC binnen het Iraanse regime groeit en dit baart Nederland zorgen. De regering is tevreden dat onderdelen van het IRGC expliciet zijn opgenomen in de laatste VN-Veiligheidsraad sanctieresolutie (UNSCRES 1929). Mede op aandringen van Nederland is in de aanvullende Europese sanctiemaatregelen expliciet aandacht besteed aan het treffen van de belangen van het IRGC.

Vraag 5

Deelt u de mening dat economische sancties alléén het misdadige islamitische regime in Teheran niet zullen kunnen weerhouden van het ontwikkelen van kernwapens, maar dat daarvoor de levenslijnen van dat regime zullen moeten worden doorgesneden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Nederland heeft altijd een tweesporenbeleid gevoerd ten aanzien van Iran.

Het eerste doel blijft om via dialoog te komen tot een oplossing en zo de zorgen van de internationale gemeenschap over het Iraanse nucleaire programma weg te nemen. Blijft voortgang op het dialoogspoor evenwel achter, zoals nu het geval is, dan moet door middel van sancties de druk op de Iraanse regering opgevoerd worden. De laatste VN-Veiligheidsraad sanctieresolutie en het besluit van de Europese Raad van 26 juli jl. zijn belangrijke signalen aan de Iraanse regering dat zij zich niet aan haar internationale verplichtingen kan en mag onttrekken.

Vraag 6

Op welke wijze heeft u uitvoering gegeven aan de motie-Van der Staaij c.s. van 24 november 2009 inzake het bevorderen dat het IRGC op de Europese lijst met terroristische organisaties wordt geplaatst?

Antwoord

In de discussies over aanvullende maatregelen tegen Iran heeft Nederland, gesteund door andere Lidstaten, altijd bijzondere aandacht gevraagd voor het IRGC. De aanvullende EU-maatregelen die op 26 juli jl. zijn aangenomen raken specifiek de belangen van het IRGC. Het sanctiebesluit specificeert een aantal IRGC-kopstukken voor wie maatregelen gelden zoals een visumverbod en bevriezing van tegoeden.

Vraag 7

Bent u bereid een onderzoek te laten verrichten naar de banden tussen (onderdelen van) het IRGC en het Nederlandse bedrijfsleven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Waar nodig worden, in het kader van het geldende sanctiebeleid jegens Iran, uitvoertransacties reeds onderworpen aan nader onderzoek. Uitvoertransacties naar Iran van Nederlandse bedrijven zijn vanwege de sancties vaak onderworpen aan een vergunningplicht. Tijdens het beoordelen van vergunningaanvragen worden de goederen, de eindgebruiker en het eindgebruik van de goederen onderzocht. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van vertrouwelijke informatie van de inlichtingendiensten over banden met proliferatiegevoelige activiteiten.

1) The Washington Post, 27 juni 2010

http://www.washingtonpost.com/wp-dyn/content/article/2010/06/27/AR2010062701524.html?wprss=rss_nation/wires

2) The Jerusalem Post, 29 juni 2010

http://www.jpost.com/IranianThreat/News/Article.aspx?id=179862

3) ABC News, 10 juni 2010

http://abcnews.go.com/US/wireStory?id=10872884

Pagina 3 van 3