Nederland draagt leidende rol in Uruzgan over

Nederland heeft met een ceremonie op Kamp Holland het commando in Uruzgan overgedragen aan de Combined Task Force van de VS en Australië. Daarmee komt na 4 jaar een einde aan de leidende rol van Nederland bij de veiligheid en opbouw van de Afghaanse provincie.

In een persoonlijke boodschap aan de commandant en de civiel vertegenwoordiger van de Task Force Uruzgan schrijft minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) dat hij diep onder de indruk is van de professionaliteit en toewijding die alle uitgezonden Nederlandse militairen, diplomaten en ontwikkelingswerkers hebben getoond.

“De internationale gemeenschap en de NAVO helpen Afghanistan op eigen benen te staan, zodat het land zich teweer kan stellen tegen extremisten die het land willen gebruiken als broedplaats van wereldwijd terrorisme. Nederland heeft zijn verantwoordelijkheid genomen, en de schouders onder veiligheid en wederopbouw in Afghanistan gezet.”

De inzet in Uruzgan was een onderdeel van de meest gevaarlijke en complexe missie die Nederland in decennia heeft uitgevoerd. Daarbij kwamen 24 Nederlandse militairen om het leven en raakten er circa 140 gewond.

Civiel vertegenwoordiger De Mol benadrukte in zijn toespraak bij de overdracht dat vanaf het begin duidelijk was dat militair optreden alléén weinig resultaat zou opleveren. “Civiel waar mogelijk, militair waar nodig, was het motto.”

Omdat veiligheid een voorwaarde is voor opbouw, maar omgekeerd ontwikkeling ook zorgt voor stabiliteit en veiligheid, werkten militairen, diplomaten en ontwikkelingswerkers nauw samen.

Begrip van de machtsverhoudingen in de provincie was daarbij essentieel. Nederland heeft daarom flink geïnvesteerd in de relaties met de verschillende bevolkingsgroepen in de provincie. “De beroemde Afghaanse traditie van shura’s en jirga’s leek op de consensuscultuur van ons eigen poldermodel” aldus De Mol. “We voelden ons werkelijk thuis in Uruzgan.”

De veiligheidssituatie is de afgelopen vier jaar aanzienlijk verbeterd. Nederland bouwde een politietrainingscentrum, waar honderden agenten een training doorliepen. Er zijn nu 1.600 agenten werkzaam in Uruzgan, terwijl in 2006 nog nauwelijks sprake was van professionele politie. Een groeiend aantal maatschappelijke organisatie heeft zich dankzij de verhoogde stabiliteit in de provincie kunnen vestigen. Ook de Verenigde Naties openden in 2008 een kantoor.

Bijna iedereen in Uruzgan heeft toegang tot gezondheidszorg. Medische centra zijn op loopafstand, er is voldoende medisch personeel, en de meeste kinderen zijn gevaccineerd. Het aantal scholen is sinds 2006 verdubbeld. Ongeveer 53.000 kinderen, waarvan bijna 7.600 meisjes, gaan naar school.

De verbetering van de infrastructuur heeft Uruzgan een enorme impuls gegeven. Voor het eerste sinds jaren is er een snelle en veilige manier om de hoofdstad Kabul te bereiken. Met Nederlandse steun is er drie maal per week een vliegverbinding ingesteld. De weg tussen de twee belangrijkste steden in de provincie, Tarin Kowt en Chora, wordt met Nederlandse fondsen verhard.

Nederland blijft betrokken bij Afghanistan en Uruzgan. Nederlandse ontwikkelingsorganisaties, die samenwerken in het Dutch Consortium Uruzgan (DCU), zetten hun werk met steun van de Nederland voort. Daarnaast blijft Nederland, via de ambassade in Kabul, samenwerken met de Afghaanse overheid op het gebied van wederopbouw, goed bestuur en mensenrechten. Of Nederland betrokken zal zijn bij de training van Afghaanse leger en politie is onderwerp van het overleg over de vorming van het nieuwe kabinet.