Omzetbelasting. Samenwerkingsverband was geen ondernemer voor de omzetbelasting
De staatssecretaris stelt geen cassatieberoep in tegen het hofoordeel dat het samenwerkingsverband tussen twee personen geen ondernemer was voor de omzetbelasting.
A en B hebben samen twee percelen grond gekocht, daarop twee woningen gerealiseerd en die woningen weer verkocht. Een en ander is met een kortlopende lening gefinancierd. Het eenmalige project loopt van maart 1999 tot november 2000. A exploiteert een bouwkundig tekenbureau en B is hoofd administratie bij een autobedrijf.
Voor de inkomstenbelasting is het aandeel van A gerekend tot de winst uit het tekenbureau (Hof Den Bosch van 9 juni 2004, nr. 2002/03441. In geschil is of het samenwerkingsverband in de heffing van de omzetbelasting kan worden betrokken. Is het samenwerkingsverband ondernemer in de zin van art. 7, lid 1OB? Zowel rechtbank als hof oordeelden dat geen sprake was van ondernemerschap.
De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting, zie onderstaande doorklik
Toelichting staatssecretaris van 10 maart 2008, nr. DGB 2008-856, n.a.v. uitspraak Hof Den Bosch van 24 januari 2008, 2006/00225, 2000, OB 1968 7