Belastingen Algemeen. Opgewekt vertrouwen bleef onder nieuwe wet IB bestaan
De staatssecretaris laat weten geen cassatieberoep in te stellen tegen de uitspraak van het hof dat vertrouwen gewekt onder de wet IB 1964 ook onder de Wet IB 2001 moest worden gehonoreerd.
A en zijn echtgenote kochten in 1997 een pand en verhuurden dat vervolgens aan de bv waarvan A (middellijk) enig aandeelhouder was. De rente ter zake van de lening waarmee deze aanschaf is gefinancierd, heeft A altijd als rente van schulden ter zake van de eigen woning in zijn aangifte verwerkt. Bij de aanslagregeling 1998 zijn vragen gesteld over de verhoging van de hypothecaire schuld in 1997. De inspecteur heeft toen uitdrukkelijk aangegeven dat wanneer de verstrekte informatie aanleiding zou vormen om van de aangifte af te wijken, dat dit dan schriftelijk aan A zou worden meegedeeld. Bij het volgen van de aangifte zou een aanslag worden opgelegd. De inspecteur is niet afgeweken van de aangifte, ondanks het feit dat de verkeerde toerekening van de renteaftrek invloed had op de hoogte van de rentevrijstelling en mitsdien op de hoogte van het vast te stellen belastbare inkomen.
Het hof oordeelde A’s stelling gegrond dat door de handelwijze bij de aanslagregeling over 1998 vertrouwen is gewekt dat de rente in aanmerking kon worden genomen als eigenwoningrente.
De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting, zie onderstaande doorklik
Toelichting staatssecretaris van 1 april 2008, nr. DGB 2008-1324, n.a.v. uitspraak Hof Den Bosch van 22 februari , 2006/00278, 2001, Bel alg