Kamerbrief inzake beantwoording vragen over de arrestatie van een kopstuk van de radicaal islamitische terreurbeweging Hamas

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Justitie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Voordewind en Anker over de arrestatie van een kopstuk van de radicaal islamitische terreurbeweging Hamas. Deze vragen werden ingezonden op 03 juni 2010 met kenmerk 2010Z09081.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen


Vragen van de leden Voordewind en Anker (Christen Unie) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Justitie over de arrestatie van een kopstuk van de radicaal islamitische terreurbeweging Hamas (ingezonden 03 juni 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat een Nederlander van Palestijnse afkomst die door Israël was gearresteerd, maar inmiddels weer is vrijgelaten, een kopstuk is van de radicaal islamitische terreurbeweging Hamas 1 ?

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Kunt u bevestigen dat deze Nederlander van Palestijnse afkomst lid is van de Nederlandse tak van Hamas, c.q. andere verboden organisaties?

Vraag 3
Is het waar dat betrokkene in het verleden eveneens werkzaam is geweest voor al-Aksa, een Nederlandse stichting die verdacht werd van fondsenwerving voor Hamas, en zo ja, bestaat er reden te vermoeden dat hij, al dan niet in samenhang hiermee, voor de Nederlandse wet strafbare feiten heeft begaan?

Vraag 4
Kunt u aangeven of het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek overweegt op grond van bovenstaande feiten?

Antwoord 2, 3 en 4

Over individuele zaken zoals de onderhavige kan ik geen mededelingen doen.

Vraag 5
Hebben bovenstaande feiten, indien zij waar zijn, consequenties voor de verblijfsrechtelijke status van betrokkene en zo ja, welke?

Antwoord

Zoals aangegeven in het antwoord op vragen 2 t/m 4 kan ik over individuele zaken als de onderhavige geen mededelingen doen. In het algemeen is het zo dat op grond van artikel 14, eerste lid van de Rijkswet op het Nederlanderschap het Nederlanderschap kan worden ingetrokken indien blijkt dat de betrokkene valse verklaringen heeft afgelegd, bedrog heeft gepleegd of relevante feiten heeft verzwegen bij de indiening van een naturalisatieverzoek of het afleggen van een optieverklaring. Intrekking is niet mogelijk als een periode van twaalf jaar is verstreken sinds de verkrijging of verlening van het Nederlanderschap, tenzij sprake is van een veroordeling voor genocide, misdaden tegen de menselijkheid of oorlogsmisdrijven.

Vraag 6
Kunt u deze vragen gezien de urgentie van de zaak zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 3 juni beantwoorden?

Antwoord

Dat is vanwege het vereiste dossieronderzoek bij de betrokken instanties helaas niet mogelijk gebleken.

1 Elsevier, 2 juni 2010: “Nederlandse anti-Israël activist is kopstuk van Hamas”