Kennisinvesteringsagenda 2009
“Onderwijs en kennis hebben geen vijanden, maar te weinig echte vrienden”, zegt Alexander Rinnooy Kan, SER voorzitter en voorzitter van de werkgroep Kennisinvesteringsagenda van het Innovatieplatform, met het uitkomen van de derde evaluatie van de Kennisinvesteringsagenda(KIA). “Juist de komende jaren hebben onderwijs, onderzoek en ondernemerschap echte vrienden nodig”. De KIA laat zien hoe Nederland er voor staat als kennisintensief land. Rinnooy Kan: “Helaas constateren we voor het derde achtereenvolgende jaar dat er maar sporadisch vooruitgang is geboekt. We benutten nog steeds lang niet al het talent dat in Nederland beschikbaar is. De afstand tot onze naaste concurrenten, Duitsland en Scandinavië, is verder opgelopen. Het doel om tot de top 5 te behoren raakt daarmee verder uit zicht."
Jaarlijks evalueert de KIA-coalitie alle maatregelen en investeringen in onderwijs, onderzoek en innovatief ondernemen. “We hebben de evaluatie aangeboden aan politici die straks campagne voeren voor de Tweede Kamerverkiezingen. De overheid moet miljarden bezuinigingen, maar wij willen dat politici op basis van onze evaluatie niet het mes gaan zetten in onderwijs en kennisinvesteringen. We moeten juist meer investeren, kennisinvesteringen maken onze economie sterker en leveren juist geld op. Want als iets lonend is voor Nederland dan zijn het investeringen in onderwijs en kennis, dat is echt onomstreden. We kunnen in Nederland geen topprestatie leveren met een middelmatige inzet van middelen”, aldus Rinnooy Kan.
Rinnooy Kan heeft de evaluatie gepresenteerd samen met de Innovatieplatformleden Robbert Dijkgraaf(KNAW), Gerard Kleisterlee(Philips) en Kees Tetteroo(ROC Eindhoven) en de 28 partners van de KIA coalitie. De coalitie bindt iedereen in de kennisketen, van voorschoolse opvang tot bijscholing tijdens het werkzame leven, van wetenschappelijk onderwijs tot vakmanschap in de industrie, van werkgeversverenigingen VNO-NCW en MKB Nederland tot aan de werknemersverenigingen FNV, CNV en MHP.
Kees Tetteroo: “In onze evaluatie laten we ook zien hoe je weer aansluiting krijgt bij de kopgroep van landen die het goed doen op het gebied van onderwijs, kennis en innovatie. Een ambitie die ook de Tweede Kamer heeft uitgesproken. De wetenschappelijke top kan alleen pieken als de basis breed en stevig is. Vandaar dat wij een vijf stappenplan presenteren om Nederland terug te krijgen in de top 5 van de wereld. Allereerst zorg voor een topdocent voor elke onderwijsdeelnemer, ten tweede zorg voor meer maatwerk in het onderwijs, ten derde zorg voor een leergieriger cultuur. Onze vierde stap is het realiseren van sterkere toppen in onderzoek en de vijfde stap is meer innovatieve bedrijven in Nederland”.
Uit de evaluatie 2010 blijkt verder dat de totale investeringen in Nederland in onderwijs, kennis en innovatie achter blijven bij de best presterende kennissamenlevingen. Jaarlijks licht de KIA-coalitie alle indicatoren door voor onderwijs, kennis en innovatie. Twee indicatoren voor het onderwijs zijn het afgelopen jaar verslechterd. Te weinig jongeren halen hun startkwalificatie en ook met de kwaliteit en beschikbaarheid van het onderwijspersoneel is het zorgelijk gesteld. Een Leven Lang Leren, essentieel voor een goed opgeleide beroepsbevolking, ontwikkelt zich veel te langzaam. Er zijn ook lichtpuntjes te noemen. De prestaties van leerlingen in het beroepsonderwijs zijn gestegen, evenals de kwaliteit van uitdagend hoger onderwijs.
Robbert Dijkgraaf: “De evaluatie van de KIA laat zien dat het wetenschappelijk onderzoek in Nederland nog steeds tot de top van de wereld behoort, maar wel meer en meer onder druk komt te staan. Ons land blijft verhoudingsgewijs opvallend weinig onderzoekers hebben. Nederlandse wetenschappers worden wereldwijd veel gelezen en geciteerd, maar Denemarken heeft ons dit jaar verstoten van de derde plaats. We hebben voor het eerst gekeken of kennis wel voldoende omgezet wordt in commerciële toepassingen en ook dat kan en moet beter. Verder constateren we dat we niet duidelijke thema’s voor toponderzoek weten te kiezen en het geld te gefragmenteerd verdelen”, aldus Dijkgraaf.
De meest zorgelijke constatering in de evaluatie betreft het terrein van innovatief ondernemen in Nederland: bestaande ondernemingen innoveren onvoldoende en er komen te weinig nieuwe innovatieve bedrijven bij. Ook hier is het afgelopen jaar geen verbetering zichtbaar. De economische recessie is daar mede debet aan. Gerard Kleisterlee: “Wij pleiten er voor dat er in ons land meer investeringen komen in de kennisinfrastructuur. Bijvoorbeeld door meer plekken in te richten waar bedrijven en kennisinstellingen elkaar vinden. Dat is goed voor nieuwe werkgelegenheid en je concurrentiekracht. Vergelijkbare initiatieven als de High Tech campus in Eindhoven moeten ondersteund worden”.
De KIA coalitie en de genoemde leden van het Innovatieplatform willen dat politici het voorgestelde vijf stappenplan omarmen. Het is dé manier om talent in Nederland te bevorderen. Volgens de KIA coalitie is talent de belangrijkste bouwsteen van de toekomst. Het is de motor van groei in een al maar kennisintensievere economie met een krimpende beroepsbevolking. Talent is nodig om innovatieve ideeën, producten en diensten voor een duurzame economie te kunnen produceren. Door daarin te investeren behoudt en versterkt Nederland zijn werkgelegenheid, welzijn en welvaart.