Kennis- en Innovatie-agenda 2011-2020
Bijna dertig organisaties uit de kenniswereld en het bedrijfsleven, waaronder VNO-NCW, de FNV en CNV, hebben een nieuwe Kennis en Innovatie Agenda gelanceerd. Deze zogeheten KIA-coalitie zet het werk voort van het onlangs opgeheven Innovatieplatform dat eerder de kennisinvesteringsagenda 2006-2016 uitgaf. Doel van de KIA-coalitie is om Nederland terug te brengen in de mondiale top 5 van hoogwaardige kennislanden. Gekozen is voor een nieuwe naam om uit te drukken dat er niet alleen investeringen nodig zijn maar ook acties genomen moeten worden en resultaten geboekt.
KIA-voorzitter Alexander Rinnooy Kan: “We delen met de politiek de ambitie om Nederland weer terug te brengen in de wereldtop van kennis en innovatielanden. Dat is absoluut noodzakelijk voor Nederland. In deze lastige financiële en economische situatie vraagt dat het uiterste van alle partijen: ondernemers, onderwijzers, onderzoekers, studenten, bestuurders in de kennissector en overheid. De KIA-coalitie verwoordt in deze agenda niet alleen haar ambitie voor 2020, maar benoemt ook concrete stappen voor de komende kabinetsperiode tot 2015, inclusief een uitgewerkte investeringsagenda. Een topprestatie is nu eenmaal niet mogelijk met een middelmatige inzet van middelen. De KIA-coalitie biedt deze Kennis en Innovatie Agenda aan zodat deze richting kan geven aan ons gezamenlijk handelen in de komende 10 jaar. Wij stellen voor te verkennen of een kennispact mogelijk is waardoor Nederland zijn plek als toonaangevend kennisland kan heroveren. Deze Kennis en Innovatie Agenda biedt hiervoor een goed startpunt.”
Volgens de KIA-coalitie dienen in 2020 de Nederlandse publieke uitgaven aan kennis en innovatie toe te nemen met tussen de 4,5 en 6 miljard euro. In die periode moet het mogelijk zijn de private investeringen te laten toenemen met tussen de 2,5 en 4,5 miljard euro. De investeringen maken ook besparingen mogelijk. In 2020 kunnen deze doelmatigheidswinsten rond de 1 miljard euro bedragen. Voor de overheid resteert per saldo dus een 5 miljard hogere investering in onderwijs, onderzoek en innovatie. Daarmee investeert Nederland dan een gelijk percentage van haar Nationaal Inkomen (BBP) aan kennis als de huidige toplanden VS, Zwitserland en de Scandinavische landen.
Voor 2015 is de agenda nader uitgewerkt. De KIA-coalitie laat zich daarbij leiden door de vijf prioriteiten die zij eerder heeft vastgesteld: ‘een topdocent voor elke onderwijsdeelnemer’, ‘meer maatwerk in het onderwijs’, ‘een leergieriger cultuur’, ‘sterkere toppen in onderzoek en innovatie’ en ‘meer innovatieve bedrijven’.
De KIA-partijen schetsen de eigen agenda voor de komende jaren en geven aan welke resultaten ze willen boeken. Zo zet de PO-raad (de brancheorganisatie voor het primair onderwijs) in op het halveren van het aantal leerlingen dat met een reken- of leesachterstand naar het voortgezet onderwijs gaat, de universiteiten willen het aantal leerlingen dat deelneemt aan excellentieprogramma’s meer dan verdubbelen en hogescholen en TNO willen fors meer MKB bedrijven bereiken. Met behulp van de onderwijsbonden staat 25% van de docenten geregistreerd in het lerarenregister waarvoor een bijscholingsplicht geldt. In 2020 moet dat percentage 100% zijn.
Van de overheid wordt gevraagd om de acties en maatregelen richting 2020 te ondersteunen door helder, consistent meerjarig beleid te voeren en (mee) te investeren. Voor 2015 stelt de coalitie een uitgewerkt investeringsplan voor. Naast besparingen moet er in die periode tussen de 2 en 3 miljard euro publiek en tussen de 1 en ruim 2 miljard euro private investeringen komen. Alexander Rinnooy Kan: “Net als de afgelopen jaren zal de KIA coalitie deze agenda jaarlijks monitoren. Gaat het de goede kant op? Jaarlijks spreken we elkaar daar op aan en zullen over de uitkomsten hiervan in gesprek gaan met overheid en politiek”.