Algemene wet bestuursrecht: hoger beroep niet-ontvankelijk na intrekking BTI
Den-Haag. De staatssecretaris heeft toegelicht waarom hij afziet van cassatieberoep tegen de uitspraak waarin het hof het hoger beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk was omdat de bindende tariefinlichting inmiddels was ingetrokken.
De inspecteur heeft aan belanghebbende (B) een bindende tariefinlichting (BTI) afgegeven, waarbij het product is ingedeeld onder een bepaalde post. Volgens de rechtbank was het beroep van B daartegen gegrond. Het product werd onder een andere post ingedeeld. De inspecteur trok de BTI daarop in en gaf een nieuwe BTI af conform de uitspraak van de rechtbank en het standpunt van B. De inspecteur ging vervolgens in hoger beroep.
Het hof oordeelde in hoger beroep dat het voor de ontvankelijkheid noodzakelijk is dat het beroep betrekking heeft op een belastingaanslag of een ander in de heffingswet voor bezwaar vatbaar verklaard besluit. Nu de inspecteur de oorspronkelijke BTI heeft ingetrokken, is het belang aan de beoordeling van het geschil dat over deze BTI was ontstaan ontvallen. Het hoger beroep van de inspecteur wordt dan ook niet-ontvankelijk verklaard.
De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting, zie onderstaande doorklik
Toelichting staatssecretaris van 27 januari 2009, nr. DGB 2009-82, n.a.v. uitspraak Hof Amsterdam (DK) van 16 december 2008, 2007/00752, Awb 6:6 en 6:13