Korte toespraak minister-president Jan Peter Balkenende bij de huldiging van het Nederlands elftal in het Catshuis
Beste mensen,
Verliezen doet pijn, want een sportman wil winnen.
Zo dichtbij en toch net niet.
Dit team wilde winnen. Dit team kon winnen. Dat heeft het bewezen tegen Denemarken, Japan, Kameroen, Slowakije, Brazilië en Uruguay.
En dan die machtige finale. Nederland zinderde. Van de hitte. Van de verwachting. Van de spanning.
Pleinen en kroegen stroomden vol. 180.000 fans kleurden het Museumplein oranje. De stemming was opperbest. Feestelijk, gemoedelijk, gezellig. Maar vooral: vol vertrouwen. Net als de coach. Net als de spelers.
Voor het WK zei Bert van Marwijk: “We hebben een beetje geluk nodig”. En dat hadden we dit toernooi. Tot die 116e minuut van de finale. De beelden staan ons allemaal op het netvlies. Dat Spaanse schot was een klap voor Nederland. Een klap voor de spelers. Een klap voor de Oranje supporters. Spanning maakte plaats voor stilte. Verslagenheid. Ook bij mij en al die duizenden en duizenden andere Oranjefans in Soccer City in Johannesburg.
Alles wat oranje is en van oranje houdt is terneergeslagen. Begrijpelijk. Maar ik hoop oprecht dat die teleurstelling snel plaatsmaakt voor trots.
Trots op de prestatie van dit Nederlands elftal. Op het hoofdpodium van het mondiale voetbal was zondagavond 11 juli maar plaats voor twee teams. En Nederland was er één van.
Trots ook op de manier waarop de ploeg zich heeft gemanifesteerd. Op weg naar Zuid-Afrika, maar zeker ook in Zuid-Afrika.
Mark van Bommel zei het in een interview treffend: “Dit is een heel goede groep, die veel voor elkaar overheeft. Er is geen pikorde, iedereen accepteert, corrigeert en respecteert elkaar. We hebben een vechtersmentaliteit.”
Dit Nederlands elftal was een elftal in balans. Een sterk elftal. Mentaal en fysiek. Het was een team. Hecht en harmonieus. Het was een gedisciplineerd collectief met een missie. Vol veerkracht, vechtlust en vertrouwen.
Een inspiratiebron. Want kijk hoe ver deze mentaliteit ons heeft gebracht. Dat is een groot compliment waard. Aan de spelers, maar zeker ook aan de staf onder leiding van Bert van Marwijk. In twee jaar tijd is er iets prachtigs tot stand gekomen. Iets om ongelooflijk trots op te zijn. Er was verbondenheid en verbroedering. In Zuid-Afrika, maar ook in Nederland.
“Samen” is toch wel het kernwoord bij het WK 2010 denk ik. Oranje was 1, maar Nederland stond ook als 1 man achter Oranje. Het voetbal werd meer dan ooit tevoren samen beleefd door de supporters. Als collectief. Als team.
Naarmate het toernooi vorderde, nam de oranjekoorts hand over hand toe. In Nederland, maar ook in de Nederlandse Antillen en Aruba. Enthousiasme werd uitzinnigheid. Blijheid werd verrukking. Alles wat oranje was, was niet aan te slepen. Of het nou ging om vlaggen, vuvuzela’s, T-shirts of tompoezen: het vloog de winkels uit. Nederland is trots op Oranje. Dat lieten we zien. En dat laten we zien. Vandaag. In Amsterdam.
Ik hoop dat jullie zijn voorbereid op gekte. Totale oranjegekte. Want dat is waar jullie Nederland mee aan hebben gestoken. Vier weken voetbal stond garant voor vier weken feest. En dat was geweldig.
Vandaag laat Nederland zien dat we trots zijn op Oranje.
Vandaag eert Nederland een team dat een wereldprestatie heeft neergezet.
Vandaag dankt Nederland André, Arjen, Bert, Demy, Dirk, Edson, Eljero, Giovanni, Gregory, Ibrahim, John, Joris, Khalid, Klaas-Jan, Maarten, Mark, Michel, Nigel, Rafael, Robin, Ryan, Sander, Stijn en Wesley.
En beste mensen, nog één ding: Laat ons alsjeblieft niet nog eens 32 jaar wachten op een finale om de wereldbeker! Deze ingeslagen route belooft veel moois voor de toekomst. De nabije toekomst wat mij betreft. Het volgende station: 1 juli 2012. De EK-finale in Kiev. Revanche wacht!