Omzetbelasting. Vrijstelling; artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1º, onder a, van de Wet op de omzetbelasting 1968
Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten
Besluit van 24 juni 2010, nr. DGB2010/4006M, Staatscourant 2010, 10094
De minister van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit verlengt de overgangsregeling voor de belastingheffing over (para)medische diensten. Het bestaande beleid blijft gehandhaafd tot 1 januari 2011.
1. Inleiding
Er bestaat een vrijstelling van omzetbelasting voor diensten door be-oefenaren van een aangewezen (para)medisch beroep. De vrijstelling is opgenomen in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1º, onder a, van de Wet op de omzetbelasting 1968. De tekst van de (pa-ra)medische vrijstelling is gewijzigd bij het Belastingplan 2009. Deze tekst is op 1 juli 2009 in werking getreden. De feitelijke werking van deze tekst is via een brief aan de Tweede Kamer tot 1 januari 2010 opgeschort. Het beleidsbesluit over (para)medische diensten van 28 februari 2008, nr. CPP2008/78M, Stcrt. 50, is daarbij gehandhaafd. Het besluit van 5 februari 2010, nr. DGB2010/740M, Stcrt. 1983, handhaaft het bestaande beleid tot 1 juli 2010.
De aanwijzing van beroepsbeoefenaren zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1º, onder a, van de Wet op de omzetbelas-ting 1968 voor andere dan Wet BIG-beroepsbeoefenaren, die binnen het deskundigheidsgebied van hun Wet BIG-opleiding gezondheids-kundige diensten verrichten, is nog niet concreet uitgewerkt. Ik ver-leng daarom de overgangsregeling voor gezondheidskundige diensten van (para)medische beroepsbeoefenaren die op grond van het be-leidsbesluit over (para)medische diensten van 28 februari 2008, nr. CPP2008/78M, Stcrt. 50, vrijgesteld waren van omzetbelasting.
2. Overgangsregeling
De vrijstelling voor (para)medische diensten blijft tot 1 januari 2011 van toepassing op de gezondheidskundige verzorging van de mens onder de voorwaarden zoals die zijn opgenomen in het besluit van 28 februari 2008, nr. CPP2008/78M, Stcrt. 50.
3. Inwerkingtreding (en vervaldatum)
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2010 en vervalt met ingang van 1 januari 2011.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 24 juni 2010.
De minister van Financiën,
J.C. de Jager.