Meer zicht op solistische dreigers
De aanpak van verwarde bedreigers van politici en bestuurders via de zorg is een effectief middel naast het louter uitdelen van straffen. Dat blijkt uit het rapport “Individuele bedreigers van publieke personen in Nederland” dat minister Hirsch Ballin (Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De publicatie bevat onderzoeken van het Verwey-Jonker Instituut en Zorgconsult Nederland die op initiatief van de NCTb zijn uitgevoerd. Gekeken is naar het fenomeen van bedreigingen door solistisch opererende dreigers aan het adres van personen die een publieke functie bekleden. Het COT komt op basis van beide onderzoeken tot een advies voor de aanpak van dergelijke dreigingen. De onderzoeken bieden inzicht in de aard en omvang van bedreigingen tegen landelijk bekende gezagsdragers.
In de periode van medio 2005 tot najaar 2008 zijn er in totaal 847 aangiftes gedaan van bedreigingen bij het landelijke team bedreigde politici dat is ondergebracht bij de regiopolitie Haaglanden. Een selectie hiervan is door het Verwey-Jonker Instituut, met kennis uit de (inter)nationale literatuur, onderzocht. Het gaat om 351 dossiers van zaken, die voldoende informatie bevatten. Het betrof 167 verdachten, die bedreigingen uitten tegen 106 politici. Verwey-Jonker identificeert daarbij verschillende categorieën bedreigers. Het type verward-gefrustreerde bedreiger vormt potentieel de meest gevaarlijke gekende bedreiger. Daarnaast kunnen verwarde bedreigers onvoorspelbaar gedrag vertonen. De straattaaldreigers zijn vooral hinderlijk, bovenal omdat het om het grootste aantal bedreigers gaat. Zij zorgen daarmee ook voor de grootste capaciteitsinzet van de politie voor opsporing. Voor deze groep bedreigers wordt een communicatiestrategie ontwikkeld om het bewustzijn te verhogen dat bedreigen een strafbaar feit is. In voorkomende gevallen kan herhaling hiermee worden voorkomen.
Bureau Zorgconsult Nederland heeft specifiek gekeken naar de mogelijkheden om verwarde bedreigers toe te leiden naar zorg. De verwarde bedreiger stopt na een vaak kortdurende straf namelijk niet met bedreigen. Het zijn mensen die zorg nodig hebben. In het Verenigd Koninkrijk en Zweden zijn goede ervaringen opgedaan met het toeleiden van deze mensen naar de zorg. Dit komt het welzijn van deze personen ten goede en zorgt ervoor dat de dreiging afneemt. Zorgconsult heeft geconstateerd dat de infrastructuur in Nederland voldoende aanwezig is om op soortgelijke wijze zorg te verstrekken aan deze personen. Er kan bijvoorbeeld prima worden aangesloten bij de reeds bestaande lokale praktijk rondom Veiligheidshuizen, veelplegersoverleg of bemoeizorg.
De uitkomsten van de onderzoeken, die zich hebben toegespitst op bekende bedreigers, geven aanleiding tot verbreding van kennis. Een eenzijdige focus op uitsluitend bekende bedreigers is niet voldoende. Er wordt daarom een onderzoeksagenda opgesteld die meer inzicht moet geven in de wijze waarop ongekende dreigers komen tot het plegen van aanslagen. Daarnaast moet dit onderzoek inzicht geven in de mogelijkheden om de ongekende dreigers vroegtijdig te kunnen signaleren.
Politie, justitie en instanties voor geestelijke gezondheidszorg moeten gaan samenwerken in een proefproject. Daarbij moeten lokale hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg kunnen delen in landelijk beschikbare informatie over de enkele tientallen bedreigers met een psychische stoornis, die zich per jaar aandienen. Het team, dat wordt ondergebracht bij het Korps Landelijke Politie Diensten, brengt alle beschikbare informatie over bedreigingen bij elkaar. Zo ontstaat een beter beeld van de aard van de bedreiging en kan de beste aanpak om de dreiging weg te nemen worden ingezet. Informatie over verwarde bedreigers met een hoog risico wordt vervolgens onder de aandacht gebracht van de lokale zorgprofessionals, die in het individuele geval de juiste diagnose kunnen stellen en de juiste behandeling kunnen bepalen.