Van Middelkoop: Goede voorbeelden aanpak overlast Midden- en Oost-Europeanen verspreiden

Het Rijk gaat met een kennisnetwerk en een praktijkteam gemeenten helpen om de huisvesting en inburgering van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost Europa (MOE-landers) in goede banen te leiden.

Dat schrijft minister Van Middelkoop (Wonen, Wijken en Integratie), mede namens minister Donner (SZW) in een plan van aanpak dat op 25 juni 2010 naar de Tweede Kamer is gestuurd.

Aanleiding voor de extra ondersteuning vanuit het Rijk is het signaal dat in een aantal stedelijke wijken de overlast door de concentratie van kamerverhuurpanden voor de Midden- en Oost-Europese werknemers toeneemt.

Huisjesmelkerij, overbewoning en het steeds weer rouleren van nieuwe groepen arbeidsmigranten zetten de leefbaarheid in de toch al zwakke wijken verder onder druk.

Om een beter beeld te krijgen van de situatie heeft het ministerie overleg gevoerd met een aantal gemeenten. Ook sprak het Bureau Research voor Beleid in opdracht van de minister voor WWI met Nederlandse wijkbewoners en MOE-landers. Verder organiseerde het ministerie een expertmeeting met wetenschappers en sprak zij met de koepelorganisaties van gemeenten en provincies, vakbonden en werkgevers. Het tekort aan snel beschikbare en passende woonruimte voor arbeidsmigranten en het gebrek aan kennis van de Nederlandse taal en samenleving stonden daarbij centraal.

Overlast

Uit de inventarisaties blijkt dat Nederlandse wijkbewoners geen problemen ervaren met (gezinnen van) arbeidsmigranten die permanente woonruimte huren. De overlast komt vooral van huurders die kortstondig ergens verblijven en parkeeroverlast, geluidshinder en verloedering door afval met zich meebrengen. De arbeidsmigranten noemen zelf de uitbuiting door uitzendbureaus, werkgevers en huisjesmelkers als groot probleem: hoge huren voor slechte huisvesting.

De gemeenten beschikken als regisseur van het huisvestingsbeleid en de inburgering over voldoende wettelijke mogelijkheden om de woonoverlast aan te pakken, stelt minister Van Middelkoop. Zo kunnen gemeenten bij overtreding van de APV sinds dit jaar naast een bestuurlijke boete ook een bestuurlijke strafbeschikking opleggen. Overlastgevende situaties kunnen dan via het strafrecht worden aangepakt.

Vergroten aanbod

Een ander spoor bij de aanpak van overlast is het vergroten van het aanbod van tijdelijke passende woonruimte. Door wetswijzigingen kunnen gemeenten makkelijker toestaan dat gebouwen met een ‘niet-wonen functie’ geschikt worden gemaakt voor logies van tijdelijke werknemers. Verder zet het actieplan in op een groter aanbod van huisvesting in de land- en tuinbouwgemeenten, de plek waar arbeidsmigranten vaak werken. Zo worden de stedelijke wijken ontlast. De georganiseerde werkgeversorganisaties gaan zich inzetten voor het in de CAO vastleggen van een uniforme norm voor de kwaliteit van de huisvesting en de handhaving van die norm.

Gemeentenetwerk

Een gemeentenetwerk, gericht op het delen van kennis en het ontwikkelen van effectieve methodes, gaat binnenkort de gemeenten ondersteunen bij het invullen van hun verantwoordelijkheid voor het huisvestingsbeleid. In het verlengde hiervan komt er een praktijkteam dat gemeenten, maar ook werkgevers op afroep met raad en daad bij staat. Het gaat daarbij ook om zaken zoals de vrijwillige inburgering en initiatieven rond inburgering op de werkvloer. Het ministerie voor WWI heeft daar onlangs 7 miljoen euro voor beschikbaar gesteld.

Overzichtmogelijkheden

Op de website van het ministerie van VROM staat vanaf 25 juni 2010 een uitgebreid overzicht van de mogelijkheden die gemeenten en andere partijen hebben om de komst van arbeidsmigranten uit de Europese Unie in goede banen te leiden. Deze arbeidsmigratie heeft, zo schrijven de ministers, een 'permanente tijdelijkheid' omdat telkens nieuwe groepen voorzien in de vraag om extra arbeidskrachten. Volgens de nieuwste schattingen van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) stijgt het aantal arbeidsmigranten uit de MOE-landers de komende jaren verder door.