Inspecties: Meer aandacht voor veiligheid van brandweermensen bij bestrijden van brand
In plaats van ‘het bestrijden van een brand op een zo veilig mogelijke manier’ moet het bij branden waarbij geen personen in gevaar zijn voortaan gaan om ‘primair veilig optreden en zien wat er dan nog aan brandbestrijding te doen is’. Dat adviseert de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid na onderzoek naar de brand op 8 maart 2010 in Veendam, waarbij een brandweerman om het leven kwam en een ander gewond raakte.
Het onderzoek van de Inspectie OOV, dat samen met de Arbeidsinspectie is verricht, is gisteren aangeboden aan de gemeente Veendam.
De twee brandweermensen werden onverwacht getroffen door een omvallende muur. De inspecties constateren dat deze brandweermensen voldoende waren opgeleid en geoefend volgens de huidige richtlijnen. Ook heeft de brandweer zich aan de geldende veiligheidsinstructies gehouden. Het instorten van de muur werd echter niet voorzien.
Volgens de inspecties is het verkleinen van de kans op instorting vrijwel onmogelijk, maar zijn wel maatregelen nodig om te vermijden dat brandweermensen hiervan het slachtoffer worden. Dat betekent volgens de inspecties dat de denkrichting bij de brandbestrijding fundamenteel moet veranderen. In een situatie waarin geen sprake is van gevaar voor personen moet de veiligheid van brandweermensen voortaan voorop staan.
De Inspectie OOV beveelt aan om met het oog op deze koerswijziging de nodige maatregelen te nemen op het gebied van opleiden, oefenen en bijscholen van brandweermensen. Een tweede advies is om de richtlijnen voor het veilig optreden bij brandbestrijding aan te passen, zodat risico’s van instorting, maar ook van explosies, vallende voorwerpen en schadelijke stoffen expliciet de aandacht krijgen.