Gebruik uw kennis, ontwikkel nieuwe contacten, werk samen en ga aan de slag

Minister Verburg ondertekende Meerjarenafspraken met het groene onderwijs. "Groen onderwijs zorgt voor goede scholing en bijscholing die aansluit op de behoeften in de maatschappij en ontsluit en verspreidt kennis over en van belangrijke landbouw-, natuur- en voedselsectoren."

Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, bij het ondertekenen van de hoofdlijnen GKC (Groene Kennis Coöperatie) Meerjarenafspraak 2011 - 2015, 22 juni 2010.

Dames en heren,

Fijn om hier te zijn. Op dit prachtige landgoed. En met deze mooie opkomst. Goed ook om te zien dat de haarkleur niet overwegend grijs is. Ik ben blij dat een bijeenkomst over groen onderwijs en de Groene Kennis Coöperatie zoveel jeugd trekt. Welkom jongelui, ik hoop dat jullie het hier vandaag naar jullie zin hebben. Er is in ieder geval genoeg voor jullie te doen, te bekijken en te beluisteren.

Ik ben hier vandaag naar toe gekomen om een nieuwe MeerJarenAfspraak over Kennis en Innovatie te ondertekenen. En in die meerjaren afspraak spreken we op hoofdlijnen een aantal zaken af met als wenkend perspectief dat de scholen een kenniscentrum worden en samen een netwerk vormen. En dit keer hebben we gekozen om de regio een prominente plaats in die afspraak te geven, waarbij we jullie, de studenten, actief willen betrekken. De wereld is een dorp. Daarom is het ook goed om je eigen omgeving te verkennen.

Zoals ik al zei, het is een afspraak op hoofdlijnen. Veel zal er de komende maanden, jaren, nog ingevuld moeten worden. Het is daarom moeilijk gedetailleerd op de Meerjarenafspraak in te gaan. Wel is het zo dat ook deze Meerjarenafspraak uitgaat van twee opdrachten. Twee kernopdrachten waarin het groene onderwijs moet voorzien:

  • Zorgen voor goede scholing en bijscholing, die aansluit op de behoeften van de maatschappij
  • Het ontsluiten en verspreiden van kennis: voor LNV belangrijke doelgroepen. Voor het ondersteunen van LNV-sectoren. En voor het oplossen van maatschappelijke vragen.

En voor met name deze laatste opdracht, het verspreiden van kennis en het oplossen van maatschappelijke vragen, staat deze MeerJarenAfspraak centraal. En ik verwacht daar veel van. Want ik ken de ambitie van het groene onderwijs. En ik weet van de van oudsher goede banden met het bedrijfsleven, de onderzoekswereld en het ministerie. Bovendien is samenwerking van oudsher onderdeel van de traditie en de cultuur van het groene kennissysteem.

Dus mijn verwachtingen zijn hoog gespannen. En dat mag ook wel. Het groene onderwijs krijgt extra budget, de welbekende groene plus, en heeft een speciale positie ten opzichte van het overige onderwijs. Die speciale positie moet echter wel voortdurend verdiend worden. Noblesse oblige! Het is een uitdaging die u al jarenlang invult en die u ook voor de toekomst zo beleeft.

Toch heb ik geen enkele twijfel dat dit ook de komende jaren weer gaat lukken. De afgelopen jaren is via de Groene Kennis Coöperatie een goede basis gelegd. Met een aantal landelijke programma's voor doelgroepen en beleidsthema's, zoals Tuinbouw, Melkveehouderij, Voeding & Gezondheid, Dierenwelzijn, Ondernemerschap, Natuur & Landschap en groene Kennis voor Burgers. Bovendien is de samenwerking tussen Wageningen, HBO en de AOC duidelijk verbeterd. En dat geldt ook voor de samenwerking met het onderzoek.

En dat alles straalt op u af. Ik zie een ambitieus groen onderwijs. Herkenbaar en aanspreekbaar en vol met plannen voor de komende jaren. En als ik u twee suggesties mag doen: we hebben het groene onderwijs hard nodig ter ondersteuning van de groene economie, dus van het agrarisch bedrijfsleven met tuinbouw en voedsel; het hele Agrofood bedrijfsleven. Daar zit zoveel potentie, zoveel innovatiekansen, en dat is voor Nederland in economisch opzicht zo belangrijk, daar moeten we veel meer mee. Ook richting de studenten, als het gaat om kansen op de arbeidsmarkt.

En verder, als tweede suggestie, verwacht ik dat het groene onderwijs het belang van een duurzame leefomgeving, biodiversiteit en gezond voedsel onder de aandacht brengt van een steeds breder wordend publiek. Er lopen nog teveel Nederlanders rond die zich hiervan te weinig bewust zijn. Daar moet echt verandering in komen.

En dat zijn echt geen onmogelijke opgaven. U heeft daarvoor zelfs de middelen al in huis. Ik denk aan LevenLangLeren, kennisuitwisseling met professionals en aan het verspreiden van Groene Kennis naar Burgers, en in het bijzonder jeugd. Het enige wat ik u vraag is: gebruik uw kennis, ontwikkel nieuwe contacten, werk samen en ga aan de slag.

Ik geef u een voorbeeld. Eén juni jl. was ik op een bijeenkomst in Bleiswijk, waar ik het Advies van de Commissie Nijkamp voor de Greenports in ontvangst heb genomen. In dit advies pleit de commissie voor een krachtige samenwerking binnen de sector om zo kansen, met name internationaal, meer te benutten. Daarvoor is dan wel nodig dat er binnen Nederland de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd. Denk daarbij onder andere aan voldoende ruimte voor de sector, nieuwe kennis en technologie en aan voldoende en goed personeel. Toen ik dat las, moest ik meteen denken aan het groene onderwijs voor een bijdrage aan bij-, om- en herscholing.

Waarom probeert het groen onderwijs, samen met Wageningen UR in GKC-verband, niet om afspraken te maken met de Greenport om te kijken wat u voor elkaar kunt betekenen? Het groen onderwijs heeft daarvoor de kennis en kunde in huis en vergeet niet, we hebben het wel over een sector die na de Rotterdamse haven de tweede grootverdiener is voor ons land, met een netto bijdrage van 5 miljard euro en 130.000 arbeidsplaatsen.

En dat is nog maar één voorbeeld. Want volgens mij kan het groen onderwijs ook veel betekenen voor de duurzame veehouderij, de voedingsmiddelenindustrie, natuur- en milieueducatie en 'last but not least' de regio.

En daarmee kom ik bij de bijeenkomst van vandaag. De verbinding van onderwijs en onderzoek met de regio biedt heel veel kansen.

Denk bijvoorbeeld aan het concept van de 'werkplaats' dat wordt gebruikt in de Veenkoloniën. Regionale partijen, overheden en groene en niet-groene kennisinstellingen hebben met elkaar afspraken gemaakt om kennis in te zetten voor de verdere ontwikkeling van de Veenkoloniën. En dat werkt geweldig. De studenten zijn een ware broedplaats van ideeën voor het oplossen van vragen uit de regio.

Die aanpak heeft navolging gekregen in andere regio's. Maar iedere keer weer met een andere invulling. Want het is geen blauwdruk die in iedere regio kan worden gekopieerd. Daarvoor verschillen de thema's en vraagstukken per regio te veel. Ook is de werkplaatsvorm niet een oplossing voor alles. Er is behoefte aan maatwerk. Een aantal van u herinnert zich vast nog wel de werkconferentie 'Regio aan zet', van afgelopen najaar. Daar is toen uitvoerig over de regionale aanpak gesproken. En er is een afspraak gemaakt om medio dit jaar elkaar weer te ontmoeten en te kijken naar de voortgang. En tot mijn plezier gebeurt er meer dan dat. Vandaag ondertekent u samen met mij intentieverklaringen! Prachtig! Ik hoop van harte dat ook dat nog dit jaar gaat leiden tot meerjarige bestuurlijke afspraken.

Het bewijst nog maar eens, dames en heren, dat de regionale insteek buitengewoon kansrijk is. En dat voor de hele breedte van het LNV-beleid: agrarische ketens, visserij, voeding en natuur, landschap en platteland. Ik zie dit dan ook als een uitgelezen kans om het groene kennissysteem - toch hét voorbeeld hoe onderzoek en onderwijs, samen met de overheid, kan bijdragen aan een innovatieve en duurzame toekomst - opnieuw en beter dan ooit op de kaart te zetten.

Ik stel dan ook voor - nu nog even als minister - om de Meerjarenafspraak te ondertekenen. Ik dank u voor uw aandacht.