Nederland voor EU-Hof gedaagd voor grondontwikkelingsproject Eindhoven

Nederland is het niet eens met de Europese Commissie dat de gemeente Eindhoven de Europese aanbestedingsregels heeft geschonden. Anders dan de Europese Commissie meent, is er geen sprake van een concessie van openbare werken omdat er geen exploitatierecht aan de aannemer is verleend.

De aannemer heeft het recht op de gekochte grond werken uit te voeren op grond van zijn eigendomsrecht. Verkoop en overdracht van eigendom en de daaruit volgende mogelijkheid het gekochte en geleverde te gebruiken, kan geen concessieovereenkomst voor werken inhouden. De afwijzing van de kwalificatie concessie van openbare werken vindt steun in het ook door de Commissie aangehaalde arrest Helmut Müller (C-451/08).

Nederland is het ook niet eens met het betoog van de Commissie dat de gemeente meer eisen heeft gesteld dan uit haar stedenbouwkundige bevoegdheden voortvloeit. Het is een gemeentelijke taak om door middel van een bestemmingsplan een ruimtelijke invulling te geven aan de te bebouwen grond. De aard van de bestemming kan met een vrij grote mate van precisie bepaald worden. Ook is de gemeente bevoegd welstandseisen te stellen. Er zijn door de gemeente geen eisen aan de door de aannemer uit te voeren werken gesteld, zoals bedoeld in de aanbestedingsrichtlijn. De met de aannemer gesloten verkoopovereenkomst was daarom niet aanbestedingsplichtig.