Kamerbrief inzake vragen van het lid Irrgang over Duitse huurlingen in Somalië

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Irrgang over Duitse huurlingen in Somalië. Deze vragen werden ingezonden op 2 juni 2010 met kenmerk 2010Z09049.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Irrgang (SP) over Duitse huurlingen in Somalië.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht “Duitse huurlingen naar Somalië?”1)

Antwoord

Ik heb kennis genomen van het bericht.

Vraag 2
Kunt u bevestigen dan wel ontkrachten dat het Duitse bedrijf Asgaard German Security Group een contract met een looptijd van vijf jaar heeft gesloten met de Somalische krijgsheer Galadid Abdinur Ahmad Darman?

Antwoord

Nee. Ik heb dit alleen uit de media vernomen.

Vraag 3
Deelt u de mening dat het contract van Asgaard German Security Group met de Somalische krijgsheer Galadid Abdinur Ahmad Darman de burgeroorlog in Somalië verder verergert en niet bevorderlijk is voor de strijd tegen de piraterij?

Antwoord

De inhoud van een dergelijk contract is mij niet bekend. In algemene zin zou ik het onwenselijk vinden als een buitenlands bedrijf zich op dergelijke wijze en in strijd met de internationale regelgeving zou mengen in de situatie in Somalië.

Vraag 4

Kunt u aangeven of de Duitse minister van Buitenlandse Zaken inmiddels wel op de hoogte is van het contract? Zo nee, hoe verklaart hij dit?

Vraag 5

Bent u bereid er bij uw Duitse collega op aan te dringen deze huurlingen aan te pakken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u tevens aangeven welke mogelijkheden de Duitse regering heeft om op te treden tegen dit soort huurlingen?

Antwoord

Zoals blijkt uit de schriftelijke antwoorden van de Duitse regering op vragen van leden van het Duitse parlement, heeft de Duitse regering contact gehad met de Asgaard German Security Group. De parlementsleden zijn geïnformeerd dat de firma Asgaard de Duitse en Europese wetsvoorschriften in acht moet nemen. Dit geldt ook voor voorschriften voortvloeiend uit het wapenembargo tegen Somalië, in het bijzonder zoals vastgelegd in VN-resoluties 733 (1992), 1425 (2002) en 1772 (2007). De Duitse regering verwijst naar EG-verordening 147/2003. Hierin is een verbod ingesteld op het financieren of financieel steunen, het verstrekken van technisch advies, steun of opleiding voor militaire activiteiten aan personen, entiteiten of lichamen in Somalië. Degene die in strijd handelt met dit verbod kan volgens de Duitse wet (§34 lid 4, nr. 2 Außenwirtschaftsgesetz) worden gestraft met maximaal vijf jaar gevangenis. De Duitse regering heeft, zoals blijkt uit haar schriftelijke antwoorden, de firma Asgaard daarop gewezen. De Duitse beslissing of tot vervolging wordt overgegaan, ligt in handen van de bevoegde autoriteiten belast met strafvervolging in Duitsland.

Vraag 6

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg over de NAVO-operatie Ocean Shield en EU-operatie Atalanta van 29 juni aanstaande?

Antwoord

Ja.