'Duurzame toekomst vereist aandacht'
Opiniestuk van Tineke Huizinga, minister van VROM
Niet pas in actie komen als het te laat is, maar ruim voordat een probleem acuut wordt. Deze notie is fundamenteel bij de bescherming van ons land tegen het water, een terrein waar ik eerder verantwoordelijkheid voor droeg.Maar deze notie geldt net zo goed voor onze energievoorziening.
We moeten nu stappen zetten om het risico van een schadelijke klimaatverandering te verkleinen en energiezekerheid voor de lange termijn te garanderen. Zo gaan we op weg naar een geheel duurzame energievoorziening in 2050. Een duurzame toekomst ligt binnen handbereik, maar daar moeten we wel energie in steken.
Klimaatverandering is rechtstreeks verbonden aan ons energiegebruik. CO2-uitstoot komt immers door energieproductie en -consumptie. Hebben we daarom ook een energieprobleem? Jazeker, we moeten afscheid nemen van het huidige stelsel van energievoorziening dat grotendeels is gebaseerd op het verbruik van fossiele brandstoffen. Dat moet sowieso, omdat de fossiele brandstoffen eindig zijn én verbranding gepaard gaat met luchtverontreiniging. En ook omdat het voor Nederlandse bedrijven en onze samenleving belangrijk is om voor energie niet afhankelijk te zijn van politiek instabiele olie- en gaslanden, prijsexplosies en een moordende concurrentie op de energiemarkt.
Klimaatverandering is een belangrijke reden om in actie te komen. In Europa is daarom voor 2050 een CO2-reductie met 80 tot 95% afgesproken ten opzichte van 1990. In absolute getallen wordt de opgave pas echt duidelijk: in 1990 hadden we 214 megaton CO2-uitstoot; dit moet in 2050 dus 10 tot 40 megaton zijn. Ter illustratie, op dit moment realiseren we alleen al met onze mobiliteit meer CO2-uitstoot dan wat in totaal in 2050 mag worden uitgestoten. Het realiseren van het afgesproken CO2-doel vraagt een volledig duurzame energievoorziening in 2050. Dat wordt ook duidelijk uit de Roadmap 2050 van de European Climate Foundation.
Je kunt gerust stellen dat het komen tot een duurzame energievoorziening één van de grootste uitdagingen van de komende decennia is. Dat vereist een enorme economische transitie. Een transitie waar we nu mee moeten beginnen. Anders wordt deze transitie afgedwongen door extreme energieprijzen met alle negatieve maatschappelijke gevolgen van dien. Recente analyses van de al genoemde European Climate Foundation laten zien dat een tijdig ingezette geleidelijke transitie goedkoper is dan een geforceerde transitie die te laat is ingezet. Later beginnen is niet alleen duurder, maar ook schadelijk voor economie en ecologie.
Dat brengt mij tot de conclusie dat het energievraagstuk voor Nederland weliswaar niet acuut is, maar wel urgent. En de parallel met het Deltaprogramma, waarmee we de bescherming van ons land tegen het water voor de komende eeuw veilig stellen, reikt verder dan deze notie alleen. De oplossing van het klimaat- en energievraagstuk vraagt - evenals bij het waterbeheer - om een integrale aanpak waarbij we ver vooruit kijken en vroegtijdig aan de slag gaan.
Willen we toekomstige generaties in Nederland energiezekerheid geven in een klimaatbestendige wereld, dan is een energieplan nodig met een routekaart op weg naar een duurzame energievoorziening in 2050. Dat biedt de duidelijkheid die nodig is aan investeerders en bedrijven. Zij moeten weten waar ze aan toe zijn. Innovatie en ondernemerschap zijn immers onontbeerlijk om deze uitdaging van de toekomst het hoofd te bieden. Het is aan het rijk om, waar nodig in internationaal verband, het proces van innovatie en investeringen te faciliteren met scherpe randvoorwaarden gedragen door een langdurig solide energiebeleid, dat zijn weerslag krijgt in een “Energieplan 2050”.
Met het Deltaprogramma, dat ik deze kabinetsperiode heb geïnitieerd, is bewust gekozen voor een langjarige aanpak die duidelijkheid biedt aan alle betrokkenen. Een aanpak die over grenzen van ministeries en sectoren heen reikt, met als gemeenschappelijk doel Nederland veilig en klimaatbestendig maken. Voor een Energieplan 2050 is eenzelfde aanpak nodig. Nu moeten we de lijnen uitzetten – en eraan vasthouden – voor een duurzame energievoorziening in 2050.
Een integrale, lange termijn aanpak vereist een overheid die stimuleert. Stimuleren betekent ook reguleren. Gegeven de resterende tijd kunnen we ons een steeds wisselend beleid niet meer veroorloven. Het rijk moet een betrouwbare partner zijn, een juiste én een rechte koers varen, die houvast biedt aan burgers en bedrijven. 2050 is dichterbij dan we denken!