Innovatieagenda VNO-NCW
Toespraak minister Huizinga bij in ontvangst nemen innovatieagenda VNO-NCW symposium Duurzaamheid op vrijdag 18 juni 2010 in de Malietoren
Dames en heren,
Hartelijk dank voor deze innovatieagenda. Ik ben erg blij met dit initiatief, dit symposium en uw belangstelling voor duurzaamheid. Er komen steeds meer koplopers. We hebben zojuist prachtige voorbeelden hiervan gezien, zoals Desso, OTB en de kas als energiebron. Het doet mij deugd te horen van de heer Wientjes dat voor Nederlandse bedrijven verduurzaming een eerste natuur is. Ik onderschrijf ook uw definitie van verduurzaming.
Duurzame energie en klimaatverandering waren helaas onderbelichte thema’s in de verkiezingscampagnes. Een gemiste kans. Het is van groot belang dat we in actie komen voordat een probleem acuut wordt. Dit gold voor onze bescherming tegen het water. Het geldt nu voor onze energievoorziening.
Nu handelen is essentieel om klimaatverandering te beperken. Nu handelen is essentieel voor onze energiezekerheid op de lange termijn. Ik koppel klimaat en energie omdat onze energieproductie en -consumptie de bronnen zijn van vervuilende CO2-uitstoot.
Het verband tussen onze energievoorziening en het milieu is de afgelopen maanden pijnlijk duidelijk geworden in de Golf van Mexico. Elke dag lekken er 100 000 vaten olie de Golf in. Sinds het ongeluk komt dat neer op een hoeveelheid olie die de Amerikanen elke 2,5 uur verbruiken. Dat zegt alles over de enorme hoeveelheid fossiele brandstof die de VS dag in dag uit nodig hebben. En wat er aan smurrie aanspoelt, zien we elke avond op de journaals.
De conclusie is onontkoombaar: we moeten afscheid nemen van ons huidige stelsel van energievoorziening. Drie reden:
CO2-uitstoot; vervuiling; eindigheid van fossiele brandstoffen. Mocht het voor een enkeling niet genoeg zijn, er is nog een reden: onafhankelijkheid.
Voor Nederlandse bedrijven – voor onze hele samenleving – is het beter niet afhankelijk te zijn van politiek instabiele olie- en gaslanden. Waarom opereren op een globale markt met moordende concurrentie en prijsexplosies als het niet hoeft? Een retorische vraag.
Het energievraagstuk is urgent. De klimaatverandering acuut. De acuutheid bepaalt het tempo van de urgentie. De tijd van kiezen is voorbij. Om die reden is in Europa afgesproken de uitstoot van CO2 te verminderen. 2050 80 tot 95 procent minder broeikasgassen uit dan in 1990. Om dit voor elkaar te krijgen moeten we overschakelen naar een koolstofarme economie en een klimaatneutrale energievoorziening. De European Climate Foundation heeft dat onlangs ook aangetoond in haar rapport, Roadmap 2050. In het rapport staan adviezen aan Europese leiders. Die adviezen komen erop neer dat overheden meer moeten doen om ondernemers aan te sporen meer te investeringen in duurzame energie. De overheid moet een betrouwbare partner voor u zijn.
Ik ben het ook met de heer Maat eens dat ons beleid niet om de vier of acht jaar kan veranderen – dat wekt geen vertrouwen. Met andere woorden: het investeringsklimaat in Nederland en in de EU mag wel veranderen.
In een artikel in NRC Handelsblad gisteravond pleitte de ‘sceptische milieuactivist’ Bjorn Lomborg voor beduidend meer geld voor groene energievoorziening in de Europese Unie. Lomborg schreef: “De uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling zijn sinds 2000 iets gedaald. Dat is vooral te betreuren omdat onderzoek naar groene energietechnieken op den duur echt de enige levensvatbare strategie is om het verbruik van fossiele brandstoffen te verminderen, zonder de wereldeconomie te verlammen.”
Dat kost geld. We kunnen niet voor een dubbeltje op de eerste rang. Maar als we nu beginnen, kost het minder dan wanneer we te laat starten. Om toekomstige generaties in Nederland een energiezekerheid te geven in een klimaatbestendige wereld moeten we de opgave serieus nemen en serieus investeren. Daarvoor zoekt u naar investeringszekerheid. U mag dat terecht van de overheid verwachten. Als u weet waar u aan toe bent, investeert en innoveert u. De besten onder u zullen ons land leiden naar een duurzame economie.
Met het Deltaprogramma dat ik de afgelopen kabinetsperiode heb kunnen initiëren is bewust gekozen voor een lange termijn aanpak die duidelijkheid biedt aan alle betrokkenen. Een aanpak die over grenzen van ministeries en sectoren heen reikt. Dat biedt zekerheid. Een Energieplan 2050 zou op diezelfde leest geschoeid moeten zijn. Ver vooruit kijken en vroegtijdig aan de slag gaan.
Een langdurig, solide energiebeleid van het rijk dat innovatie en investeringen faciliteert in wind- en zonne-energie, biomassa verbrandingsinstallaties en getijdenenergie. Dat moeten we integraal aanpakken. We moeten nu de lijnen uitzetten voor een schone, groene, duurzame energievoorziening in 2050. Dat jaar is dichterbij dan we denken. Ik dank u wel.