Toespraak ‘Goed bestuur op de grens publiek privaat’

Speech Minister van Economische Zaken, mevrouw M.J.A. van der Hoeven,congres ‘Goed bestuur op de grens publiek privaat’, Den Haag, Koninklijke Schouwburg, 16 juni 2010.

Dames en heren,

Tien dagen geleden was ik in Korea voor een G20-conferentie. Onderwerp was de wereldeconomie en hoe we die samen weer gezond maken. Belangrijke les was dat we voor wereldwijd herstel afhankelijk van elkaar zijn; dat we verbindingen moeten leggen. Verbindingen tussen Oost en West, tussen Noord en Zuid, en tussen rijke landen en arme landen.

Verbinden moeten we ook op nationaal niveau. En dat doen we ook. Informateur Rosenthal werkt sinds afgelopen weekend hard aan politieke verbindingen tussen partijen die met elkaar moeten samenwerken. En wij - bedrijven, kennisinstellingen en overheden – zijn vandaag bij elkaar om bestuurlijke verbindingen te leggen.

Want dat, dames en heren, is wat hier vanmiddag centraal staat: goed bestuur bij het verbinden van publiek-privaat. Goed bestuur is een thema waarvan menig filosoof en staatsrechtgeleerde in zowel de klassieke oudheid als het recentere verleden zijn levenswerk heeft gemaakt. Niet de minsten zijn u voorgegaan.

Neem Plato, die in de vierde eeuw voor Christus uitging van een bestuur door een klasse van wijze mensen, die zich vooral afzijdig moest houden van de economie. Tweeduizend jaar later – in het Italië van Machiavelli – was goed bestuur vooral een autocratisch geleide staat, met een sterke heerser. Dat was ook niet zo gek, want in het Italië van de zestiende eeuw voerde iedereen oorlog met iedereen.

Wat goed bestuur is, houdt de mensheid dus al heel lang bezig. En de opvattingen daarover zijn dynamisch. Normen, waarden, vraagstukken en uitdagingen veranderen voortdurend. Eén ding blijft echter hetzelfde: het gedrag, het handelen van mensen en organisaties bepaalt ons vermogen om grote economische en maatschappelijke vraagstukken op te lossen. In onze tijd hebben we onder meer te maken met een vergrijzende bevolking en scherpe internationale concurrentie. De wijze waarop wij deze vraagstukken aanpakken is bepalend voor onze toekomst!

Governance staat in het brandpunt van de belangstelling, zeker door de recente gebeurtenissen in de financiële sector. Vragen over de effectiviteit van het toezicht en over nut en noodzaak van bonussen zijn uiterst actueel. De maatschappelijke betekenis van organisaties is daarmee weer op de voorgrond gekomen. Als minister van EZ heb ik het de afgelopen jaren als mijn verantwoordelijkheid beschouwd het discours daarover te organiseren. De bijeenkomst van vanmiddag heb ik in dat licht georganiseerd. Net als de eerdere bijeenkomsten dit jaar, over onder meer ethiek en moraliteit.

Vanmiddag gaat het over bestuur, ordening en governance. Over publiek-private organisaties en het toezicht daarop. Over macht en verantwoordelijkheidsverdeling. Het gaat over ordeningsvraagstukken waar een voortdurende zoektocht aan vastzit. Een zoektocht naar ruimte voor vernieuwing en innovatie, naar voldoende zekerheden voor mens en organisatie en naar de balans daartussen. Het gaat om anticiperen. Het gaat om het grijpen van nieuwe kansen. Het gaat om risicobewaking. Om het bieden van stabiliteit. En het gaat bovenal om maatwerk.

Deze bijeenkomst is voor mij geslaagd, als we vandaag een stap verder komen in het vinden van antwoorden op de vraag:

Hoe organiseren we bestuur op maat?

Deze vraag komt straks uitgebreid terug in de deelsessies. Als aftrap van deze middag wil ik er ook zelf een aantal dingen over kwijt.

Ten eerste: blauwdrukken bestaan niet. We moeten steeds zoeken naar de juiste verantwoordelijkheden, de juiste vorm van toezicht en het juiste risicomanagement. En daar hoort ook de vraag bij hoe organisaties zich kunnen vernieuwen zonder de stabiliteit in gevaar te brengen.

Ten tweede: voor vernieuwing is ondernemingszin nodig.  Daar zitten onvermijdelijk risico’s aan vast. Maar laten we niet alles proberen te beheersen. Risico’s horen erbij. Bedenk: een experiment dat mislukt, kost vele malen minder dan een samenleving die niet vooruitkomt.

Ten derde: organiseren en vernieuwen is mensenwerk en daar hoort samenwerking bij. Samenwerking dwars door alle bestuurslagen heen. En samenwerking dwars over traditionele publiek-private grenzen. Nieuwe vormen van samenwerking ook, waarbij overheden, bedrijven en kennisinstellingen samen werken aan oplossingen. Met ruimte voor nieuwe partijen.

Het gaat dus niet om markt óf overheid, maar om markt én overheid. Publiek en privaat zijn de laatste jaren steeds meer met elkaar verweven geraakt. Kijk naar onze ziekenhuizen, waar private initiatieven naast academische ziekenhuizen floreren. En kijk naar onze langere traditie van publiek-private samenwerking bij grote infrastructurele projecten. Er is alle reden om aan te nemen dat overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen elkaar steeds meer gaan opzoeken.

Dames en heren,

Samenwerking tussen publiek en privaat kan niet zonder vertrouwen. Voor goed bestuur is onderling vertrouwen nodig. Onderling vertrouwen dat niet wordt beschaamd. Dat geldt voor goed overheidsbestuur. Dat geldt voor goed ondernemingsbestuur. En het geldt voor goed bestuur op de grens tussen publiek en privaat.

Vertrouwen, openheid en samenwerking, daar gaat het om! Noem het de nieuwe polder. Een polder met open, innovatieve netwerken van kleine en grotere bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Een polder waarin toonaangevende Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties elkaar versterken door acties af te stemmen.

Een polder ook met nieuwe partnerschappen, zogenoemde allianties. Allianties waarbinnen wordt gewerkt aan technologische uitdagingen, aan organisatorische uitdagingen, en aan nieuwe werkwijzen, regels en gedrag. Allianties die gericht zijn op het goed beleggen van verantwoordelijkheden, op goed risicomanagement en op een goed toezicht op publieke belangen.

Dames en heren,

Het gaat om complexe trajecten. Met cultuurverschillen tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Mensen en organisaties moeten elkaars taal leren spreken, elkaar wederzijds begrijpen. Neem de samenwerking rond de energietransitie. Het heeft jaren geduurd voor we elkaars taal verstonden en effectief op zoek gingen naar gezamenlijke oplossingen. Daar is tijd voor nodig. En daar is een stabiele omgeving voor nodig. Een omgeving met een robuust, doelmatig en consistent overheidsbeleid. Juist in een snel veranderende wereld hebben we een stabiel meerjarenperspectief nodig.

De afgelopen kabinetsperiode hebben we ons gezamenlijk met bedrijven en kennisinstellingen ingezet voor economie én maatschappij. Met elkaar mogen we trots zijn op de resultaten.

Kijk naar onze mainport Rotterdam, waar we met de Tweede Maasvlakte de Rotterdamse haven weer op de kaart zetten. Kijk naar de Brainport Eindhoven, waar meer dan 250 bedrijven er samen aan werken om wereldwijd de beste te worden op het gebied van de high tech. Technologie waarmee we ook heel veel kunnen in zorg, energie, veiligheid en transport.

Kijk ook naar de samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven op het gebied van voeding. TNO Wageningen en RIVM werken bijvoorbeeld aan gezondere levensmiddelen met minder zout, suikers en vetten. Dat lukt alleen als je de samenwerking de tijd geeft. Binnen Nederland. Maar ook bij activiteiten van Nederlandse bedrijven in het buitenland.

Want Nederlandse bedrijven kunnen met deze innovaties groeimarkten over de hele wereld veroveren. Dat gaat niet zomaar. Buitenlandse overheden bemoeien zich immers flink met deze markten. Als bedrijf kun je dan voor een dichte deur komen te staan. In zulke gevallen kan de Nederlandse overheid echter helpen om die deur te openen. Zo hebben Nederlandse overheden en bedrijven in de VS samen strategisch en succesvol geopereerd. Resultaat: 250 miljoen euro aan orders om de gevolgen van orkanen in Louisiana, Florida en New Orleans te bestrijden. Samenwerken stopt dus dus niet bij de landsgrenzen.
Dames en heren,

Ik heb drie punten gemaakt: blauwdrukken bestaan niet, voor vernieuwing is ondernemingszin nodig, en organiseren en vernieuwen is mensenwerk en daar hoort samenwerking bij. Voor een innovatieve kenniseconomie als de Nederlandse zijn dat heel belangrijke uitgangspunten. Ik voel me daar dan ook persoonlijk bij betrokken. En ik heb me er de afgelopen jaren volop voor ingezet.

Voor mij staat buiten kijf dat kennis en innovatie onmisbaar zijn voor onze economische ontwikkeling en voor het aanpakken van grote maatschappelijke vraagstukken. Die twee dingen gaan hand in hand. En daarvoor moeten overheid en bedrijfsleven samen aan de slag.

Dit kabinet heeft fors geïnvesteerd in kennis en innovatie. Ook in een volgend kabinet zullen kennisinvesteringen cruciaal zijn. Tegelijkertijd is duidelijk dat publiek geld alleen niet toereikend is om alle ambities te bereiken. Zeker gezien de enorme bezuinigingopgave waarvoor we staan. Private partijen moeten en kunnen hun bijdrage leveren. Overheid en bedrijfsleven dragen samen verantwoordelijkheid.  

De sleutel is slim organiseren en samen organiseren. Kennis en ideeën moeten daadwerkelijk worden gebruikt en mogen niet op de plank blijven liggen. Met onze kennis moeten we nieuwe technologieën, nieuwe producten en nieuwe diensten op de markt brengen.

We hebben gezien hoe belangrijk het is om kennis en innovatie interdepartementaal te verankeren. En hoe belangrijk het is om verbindingen te leggen. Verbindingen tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. En verbindingen tussen fundamenteel en toegepast onderzoek en privaat onderzoek en ontwikkeling.

Het is dus nodig dat iedereen meedoet: bedrijven, overheden en kennisinstellingen. We moeten onze kennis en inzicht bundelen. En zo kunnen we samen onze ambities realiseren.

Centraal staan vanmiddag de allianties, de samenwerking en hoe je ze organiseert. Daarbij geldt dat positieve en negatieve ervaringen voor het leerproces beide relevant zijn! Het gaat niet om de vraag of we alles in het verleden goed hebben gedaan hebben. Nee, het gaat om lessen voor de toekomst.

Dames en heren,

Samenwerking is onmisbaar. Dat geldt ook voor dit congres. Want EZ organiseert dit congres vandaag samen met de SER. Bedrijfsleven en overheid slaan dus ook vandaag de handen ineen. Mag ik iedereen bedanken die aan deze dag meewerkt? Iedereen van de organisatie. Alle experts die vanmiddag hun licht over de problematiek zullen laten schijnen in de deelsessies over de Zuidas Amsterdam, de Tweede Maasvlakte, Innovatieprogramma’s en de Ziekenhuizen. En iedereen die vanmiddag positieve en negatieve leervaringen met elkaar deelt. U allen heel hartelijk dank!

Zelf kan ik helaas niet de hele middag aanwezig zijn, omdat ik naar de Maasvlakte moet. Maar ik wens u een heel plezierige middag. En ik ben bijzonder benieuwd naar de ervaringen die u met elkaar deelt!

Dank u wel