Toespraak minister Hirsch Ballin bij herdenkingsbijeenkomst in Tuin van Bezinning

Hier, in dit nationaal monument van de politie, herinneren we ons onze collega’s, onze dierbaren. We zijn hier om stil te staan bij de offers van het vak. En we zijn hier om kenbaar te maken dat we die offers niet vergeten zijn.

Herinneren is een vorm van ontmoeten.

De Tuin van Bezinning is een ontmoetingsplek. Een plek waar we terug kunnen denken aan de mensen die we zo goed hebben gekend, en die zijn gestorven in de uitoefening van hun vak.

Het is goed dat er zo’n plaats is.

U weet hoe het is vlak na het overlijden van een dierbare. Je hebt het gevoel dat hij of zij er nog is.

Je denkt iemand in een flits te herkennen op straat, je hoort zijn stem, en ook geur of muziek kunnen je gedachten op ieder willekeurig moment doen teruggaan naar de overledene.

Het kan verdriet oproepen of troost bieden.

De dichter Vasalis heeft mooi onder woorden gebracht wat een plotselinge flard muziek teweeg kan brengen, en ik lees een paar regels voor.

Een warm en onverwacht verdriet,

eerbied voor de gewoonste dingen,

neiging om hardop mee te zingen,

en dan te huilen om dit lied

ontstond in mijn verwend gemoed.

Ik voelde me bedroefd en goed.

Ze drukt hiermee - in mijn ogen - een universeel gevoel uit dat iedereen onbewust en onverwacht wel eens heeft ervaren. Dat is volstrekt persoonlijk en valt niet te sturen.

Des te belangrijker is het dat er een plaats is waar herinneringen een vaste plek kunnen krijgen. Een plek waar mensen gesteund worden in het besef dat ze niet alleen zijn in hun verdriet. Een plek die ook tot bezinning en reflectie kan leiden.

Zes jaar geleden werd de Tuin van Bezinning geopend. De voortvarendheid waarmee het initiatief werd omarmd en uitgevoerd, gaf aan dat er grote behoefte bestond aan een nationaal monument voor de politie.

Het monument brengt goed tot uitdrukking dat er een grote onderlinge verbondenheid is binnen de politie.

De moeder van een overleden agent zei destijds bij de oprichting: “Het is mooi dat er iets tastbaars is waarmee je laat zien: het zijn onze mensen; wij vergeten ze niet”.

De afgelopen vijf jaar heeft laten zien dat de behoefte aan een vaste herdenkingsplek groot is. Ook buiten de herdenkingsbijeenkomsten komen er wekelijks mensen of groepen medewerkers van korpsen om eer de bewijzen en stil te staan bij de risico’s van het vak.

Ik las in het politieblad Blauw een impressie van één van hen. Hij schrijft over het bezoek: “Deze tuin doet me beseffen hoe kwetsbaar we zijn en ik heb mijn besluit genomen; het zal niet míjn naam zijn die wordt gedragen door het volgende lot. Maar teruglopend naar de auto draai ik me nog één keer om naar de tuin met namen en vraag me af: “Zouden zij dat ook niet hebben gezegd?”

U allen weet dat het politievak niet zonder risico’s is. De politie zet zich in voor onze veiligheid. Zij staat vaak in de frontlinie, is het eerst ter plaatse en loopt zelf risico’s om óns ervoor te behoeden.

Natuurlijk weten we dat, maar het fatale bericht komt altijd onverwacht. De prijs die de directe nabestaanden moeten betalen is altijd te hoog. Dat mogen we niet vergeten.

Bij iedere naam die wordt bijgeschreven in de Tuin van Bezinning moeten we ons afvragen: was dit te voorkomen? Iedere naam staat voor een ander verhaal. Een verkeersongeval, een verdrinking, een schietincident. De omstandigheden verschillen keer op keer, en ieder incident moeten we oppakken in het streven naar een veilige politietaak. Of dit nu te maken heeft met zichtbaarheid in het verkeer; een veilig uniform, de omgang met wapens, of het verhogen van de weerbaarheid tegen agressie en geweld.

De actualiteit leert ons helaas dat de agressie en geweld een breed maatschappelijk verschijnsel is waar ook andere hulpverleners mee te maken hebben. Vorig jaar had het merendeel van de politiefunctionarissen te maken met een vorm van agressie.

We besteden veel aandacht aan een stevige aanpak van de daders, een alerte houding van de leidinggevenden, en trainingen van het personeel. We zien daarin verbetering.

Onderzoek leert ons ook dat nog veel politiefunctionarissen onvoldoende op de hoogte zijn van maatregelen die hun werkgever neemt, zoals trainingen en registratie. Daar liggen dus nog mogelijkheden om het vak veiliger te maken.

Een bezinningsbijeenkomst als vandaag doet je beseffen dat je nooit genoeg kunt investeren in veiligheid.

Niemand wil dat een politiemedewerker onnodig risico’s loopt.

Want de risico’s die onvermijdelijk zijn, zijn al groot genoeg.

Dat bewijzen al deze namen om ons heen.

Zij staan vandaag midden in onze gedachten.

Het zijn onze mensen, we zullen ze niet vergeten.