Het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling bij subsidieverlening door fondsen

In het Wetgevingsoverleg over de Cultuurbegroting van 2 november 2009 heeft het lid Peters een motie ingediend (Kamerstukken II 2009–2010, 32 123 VIII, nr. 25) waarin uw Kamer de regering verzoekt ‘te onderzoeken hoe de schijn van belangenverstrengeling bij de subsidieverlening door de fondsen voorkomen kan worden’. Uw Kamer heeft deze motie aangenomen. In zijn brief van 18 januari 2010 (Kamerstukken II 2009–2010, 32 123 VIII, nr. 106) heeft de toenmalige minister van OCW aangegeven dat hij deze motie zal uitvoeren en in het kader van het gevraagde onderzoek ‘in ieder geval [zal] voorzien in een analyse van de waarborgen in de bestaande procedures van de fondsen die dienen ter voorkoming van belangenverstrengeling’.