Europees netwerk van spoorgoederencorridors weer stap dichterbij

In 2015 zal er op de spoorverbinding Rotterdam – Genua één beveiligingssysteem zijn: de Europese standaard ERTMS. Italië, Zwitserland, Duitsland en Nederland hebben afspraken gemaakt over mogelijkheden om, indien dat economisch verantwoord is, treinen van 750 meter te laten rijden op deze corridor.

Deze landen werken ook nauw samen om afspraken te maken over een gezamenlijke stimuleringsregeling voor stillere remblokken.

Dit zijn enkele resultaten van de conferentie van 9 Europese ministers van transport op 14 juni, waartoe minister Eurlings het initiatief heeft genomen. Frankrijk, Polen, Zwitserland, Litouwen, Italië. Duitsland, België, Tsjechië en Luxemburg namen deel aan de conferentie waarbij de vice-president van de Europese Commissie, de heer Kallas, en de het Spaanse voorzitterschap van de EU als waarnemer aanwezig waren. Volgens Eurlings halen we nog lang niet uit het spoor wat er in zit: “Elke extra goederentrein op het spoor scheelt zo’n veertig vrachtwagens op de weg.”

De corridor Rotterdam – Lyon waar al samenwerking is voor kwaliteitsverbetering van het vervoer, zal worden samengevoegd met de spoorgoederencorridor Antwerpen – Lyon/Basel waar ERTMS per 2015 wordt aangelegd. Ook op deze corridors zal, door de aanleg van ERTMS tussen Antwerpen en Rotterdam, in 2020 ERTMS volledig zijn aangelegd. Om vervoerders beter te bedienen, is er reeds een ‘one stop shop’ ingevoerd zodat zij op één plek terecht kunnen voor het aanvragen van capaciteit. Jaarlijks wordt een aantal kernprestaties van de spoorcorridor meetbaar gemaakt: punctualiteit, snelheid van treinpaden, aantal beschikbare treinpaden.

De ministers werden het ook eens over het nader uitwerken van de spoorverbinding Rotterdam/Antwerpen en Bremerhaven naar Tsjechië, Litouwen en Polen. De bedoeling is dat er snel afspraken worden gemaakt over onder meer het wederzijds accepteren van elkaars keuringen van materieel. Ook voor deze corridor is het belangrijk dat er snel een ‘one stop shop’ komt. Een ambtelijke werkgroep zal hiervoor een actieplan opstellen waarvoor onder anderen Nederland en Polen al voorwerk voor hebben gedaan.

Het rijden met langere treinen is de meest kostenefficiënte manier om de capaciteit op het spoor uit te breiden. Hierbij geldt dat langere treinen alleen mogelijk zijn als de infrastructuur van de hele corridor dat mogelijk maakt. Eén bottleneck is bepalend voor de gehele corridor. De ministers zijn overeengekomen zich hard te gaan maken voor aanpassingen.

Om de groei van het spoorgoederenvervoer mogelijk te maken, zal het ook nodig zijn om in internationaal verband afspraken te maken over het stiller maken van dit vervoer. Eurlings: “Als we willen dat het spoorvervoer blijft groeien, dan moeten we ook zorgen dat daar maatschappelijke steun voor is.”