Legestarief aangepast aan uitspraak EU-hof van Justitie

De ministerraad heeft ingestemd met een voorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie om de legestarieven in overeenstemming te brengen met een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 29 april 2010 in een zaak die was aangespannen door de Europese Commissie. Voortaan zullen Turkse onderdanen die in Nederland als zelfstandige of werknemer willen werken en hun gezinsleden 60 euro betalen voor een inreisvergunning (machtiging tot voorlopig verblijf) en 41 euro voor een verblijfsvergunning.

Het Europese Hof van Justitie oordeelde op 29 april 2010 dat op grond van het Turks associatierecht het legestarief dat Nederland heft voor Turken niet onevenredig hoger mag zijn dan de leges die burgers van de lidstaten van de Europese Unie moeten betalen. Het Turks associatierecht bepaalt dat aan Turkse onderdanen die als zelfstandige of werknemer in de Europese Gemeenschap willen werken en hun gezinsleden geen hogere leges geheven mogen worden dan van burgers uit een Europese lidstaat.

De structurele inkomstenderving als gevolg van de legesverlaging worden geschat op circa 2 miljoen euro op jaarbasis. Daarnaast zal de Immigratie- en Naturalisatiedienst de reeds teveel betaalde leges van aanvragen waarop op de datum van de uitspraak nog geen beslissing was genomen, of waartegen nog beroep of bezwaar openstond, terugstorten. Het gaat hierbij naar schatting om 140.000 euro.