Rouvoet: Rol gemeenten bij aanpak overgewicht jongeren

Gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen bij de aanpak van overgewicht onder jongeren. Dat zegt minister André Rouvoet  (Jeugd en Gezin) in reactie op de resultaten van de vijfde landelijke groeistudie van TNO, waaruit blijkt dat Nederlandse kinderen niet meer langer, maar alleen nog dikker worden.

Deze tendens baart Rouvoet zorgen. De minister hoopt dat meer gemeenten aanhaken bij de zogenoemde JOGG-aanpak (Jongeren Op Gezond Gewicht), waarmee diverse gemeenten al werken. In de Utrechtse wijk Overvecht heeft een vergelijkbare wijkaanpak, waarbij tal van lokale instanties samenwerken, al geleid tot een afname van overgewicht onder jongeren van 27 procent in 2005 tot 20 procent in 2009. Eenzelfde aanpak leidde in Den Haag ook tot positieve resultaten. In Amsterdam en Rotterdam zijn positieve resultaten gemeten bij scholen die deelnemen aan een integrale aanpak. Hierbij is het aantal kinderen met een gezond gewicht in enkele jaren tijd toegenomen met  gemiddeld 15 %.
In de JOGG-aanpak, die ontwikkeld is in Frankrijk en daar succesvol is, werken veel lokale publieke en private partijen samen. De gemeente jaagt aan, verder zijn GGD, het Centrum voor Jeugd en Gezin/Jeugdgezondheidszorg, huisartsen, maar ook sportverenigingen, scholen, buurtverenigingen en de winkel om de hoek aangesloten. Zij dragen, nu nog op kleine schaal, bij aan het terugdringen van overgewicht.

De gevolgen van overgewicht en obesitas zijn groot, voor het individu, maar ook voor de maatschappij. Mensen die al op jonge leeftijd kampen met ernstig overgewicht lopen de kans om suikerziekte te ontwikkelen. Dit kan op de lange duur leiden tot onder meer schade aan nieren, ogen, of tot neurologische klachten en hart- en vaatziekten. Dit heeft maatschappelijke gevolgen. Te denken valt aan verminderde productiviteit, uitval, verzuim en een toename van medicijngebruik.