Beantwoording Kamervragen vrijgeven spaarloon
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE
Datum
Betreft Vragen van het lid Weekers over het vrijgeven van het spaarloon
Ons kenmerk
AFP/2010/0274 U
Uw brief (kenmerk)
2010Z08589
Bijlagen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Weekers over het vrijgeven van het spaarloon.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager
Vragen van het lid Weekers (VVD) aan de minister van Financiën over het vrijgeven van het spaarloon. (Ingezonden 20 mei 2010)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het kwartaalbericht van het CBS over de economie waaruit blijkt dat de consumptie van huishoudens nog steeds licht daalt?
Ja
Vraag 2
Heeft u tevens kennisgenomen van het kwartaalbericht van het CBS waaruit blijkt dat de omzet in een deel van de detailhandel sedert maart aantrekt maar in een ander deel nog steeds daalt?
Antwoord
Ja
Vraag 3
Kent de uitkomst van de vakantiegeldenquête van het Nibud 3) waaruit blijkt dat veel mensen het vakantiegeld niet alleen gebruiken om op vakantie te gaan, maar ook om tekorten in het huishoudboekje aan te vullen?
Antwoord
Ja
Vraag 4
Is het waar dat werknemers op dit moment voor ongeveer € 4 mrd aan spaarloon hebben dat niet voor consumptieve doeleinden mag worden besteed?
Antwoord
Er is in totaal inderdaad ongeveer € 4 miljard euro aan spaarloontegoeden. Een deel daarvan – namelijk de tegoeden die in 2006 zijn opgebouwd - valt dit jaar vrij. Dit deel bedraagt circa € 1 miljard euro. Hier staat natuurlijk tegenover dat gedurende het lopende jaar de spaartegoeden weer vrijwillig en fiscaal gefacilieerd worden aangevuld. Overigens mag het geld dat dit jaar niet vrijvalt in bepaalde gevallen eerder - belastingvrij - worden opgenomen. Voorbeelden zijn aankoop van een eigen woning of start van een eigen onderneming.
Vraag 5
Herinnert u zich dat uw voorganger in 2005 met succes het spaarloon heeft vrijgegeven hetgeen destijds een welkome ondersteuning voor de koopkracht en een impuls voor de consumentenbestedingen en daarmee voor de economie betekende?
Antwoord
In 2005 zijn inderdaad de spaarloontegoeden gedeblokkeerd.
1) Persbericht CBS, 12 mei 2010: “Minimale groei van de economie” (PB10-036)
2) Persbericht CBS, 12 mei 2010: “Omzet detailhandel groeit in maand maart” (PB10-037)
3) Nibud, 12 mei 2010: “Vakantiegeldenquête 2010”
Vraag 6
Deelt u de verwachting dat ruim de helft van het spaargeld wordt uitgegeven wanneer dit wordt vrijgegeven en dat dit volgens eerdere berekeningen van het CPB leidt tot verhoging van de consumptie met 0,7% en dat dit zorgt voor een hogere economische groei van 0,2%?
Antwoord
Er passen twee nuanceringen bij de cijfers die in de vraag worden genoemd. Ten eerste volgen deze cijfers uit een gevoeligheidsanalyse van het CPB . In het meest waarschijnlijke scenario – het basisscenario – gaat het CPB er van uit dat 15% van de gedeblokkeerde tegoeden wordt geconsumeerd, in de gevoeligheidsanalyse is uitgegaan van een percentage van 50. In het basisscenario is het effect op consumptie en economische groei dan ook lager, namelijk 0,25% resp. 0,1%.
Ten tweede, de genoemde effecten zijn effecten die optreden in het jaar waarin maatregel wordt genomen. In de jaren na deblokkeren valt juist minder spaarloon vrij en treden tegengestelde effecten op consumptie en economische groei op.
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat het vrijgeven (deblokkeren) van het spaarloon een sympathieke maatregel is voor mensen die thans hun vakantiegeld moeten aanwenden om gaten in het huishoudboekje te dichten en aankopen moeten uitstellen omdat ze niet bij hun spaargeld kunnen komen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Deelt u de opvatting dat het vrijgeven (deblokkeren) van het spaarloon het tij voor de detailhandel gelet op vraag 2 definitief kan keren en een welkome impuls betekent voor de economie omdat het de consumentenbestedingen aanjaagt?
Antwoord vragen 7 en 8
In het antwoord op vraag 6 heb ik aangegeven dat het effect op consumptie en economische groei naar verwachting beperkt is.
Uit de publicaties van het CBS blijkt dat de consumptie van huishoudens in het eerste kwartaal licht daalt t.o.v. hetzelfde kwartaal een jaar terug. Deze daling is echter aanzienlijk kleiner dan in de tweede helft van 2009. In maart 2009 is de consumptie van huishoudens zelfs voor het eerst sinds ruim een jaar weer gestegen tov zelfde maand vorig jaar. Over geheel 2010 verwacht het CPB in het Centraal Economisch Plan een stijging van de consumptie met 0,5%. Na de krimp van de consumptie in 2009 gaat het in 2010 naar verwachting weer de goede kant op.
4) Zie CPB, MEV 2003, p 24
Vraag 9
Bent u gelet op het bovenstaande bereid het spaarloon ten spoedigste vrij te geven/te deblokkeren? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet en wat vindt u dan het meest geijkte moment?
Antwoord
Het kabinet is op dit moment niet van plan om de spaarloontegoeden te deblokkeren. Behalve de hierboven geschetste ontwikkeling van de consumptie spelen twee andere overwegingen hierbij een rol.
Ten eerste zijn de afgelopen 10 jaar de spaarloontegoeden al twee maal gedeblokkeerd. Een derde ronde van deblokkeren doet afbreuk aan het instrument spaarloon en draagt niet bij aan een consistent beeld ten aanzien van overheidsregelgeving, niet voor burgers, maar ook niet voor uitvoerders zoals werkgevers en banken.
Ten tweede is het verstandig om de beslissing over de toekomst van het spaarloon te betrekken bij de coalitiebesprekingen voor de volgende kabinetsperiode. De studiecommissie Belastingstelsel adviseert om het spaarloon volledig af te schaffen. Verschillende politieke partijen hebben in hun verkiezingsprogramma aangegeven wat ze met het spaarloon willen doen.
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen zo snel mogelijk te beantwoorden?
Antwoord
Ja