Toekomst van de tuinbouw

Minister Verburg nam op 2 juni het advies van de Commissie Nijkamp in ontvangst over de toekomst van de Greenports in Nederland. De tuinbouwsector moet haar krachten bundelen in een High Level Group Greenport Nederland om haar positie nog sterker te maken.

Speech van minister Verburg, Greenport-conferentie, 2 juni 2010

Dames en heren, leden van de Commissie Nijkamp,

Dank voor dit advies. Dank aan prof. Peter Nijkamp, prof. Hugo Primus, prof. Gert de Roo, prof. Ruud Huirne, Karel Noordzij en mevrouw Anita van der Knijff voor uw tijd, energie, en uw niet aflatende ijver en inzet om uw bevindingen op papier te zetten.

Ik heb het kunnen bestuderen. En ik vind het een waar huzarenstukje. U heeft zich bijzonder snel ingewerkt en u heeft zich intensief in de sector verdiept. En wat ik prettig vond te merken, u bent enthousiast geworden. Over het ondernemerschap en het innoverend vermogen in de Nederlandse tuinbouw. Ik heb gehoord kennis en innovatie. Ik heb gehoord Flowers en Food. En u ziet dan ook volop kansen. En dat herken ik. En deel ik met u. En ik ben niet de enige. Niet voor niets is in de afgelopen kabinetsperiodes veel gedaan om onze tuinbouwsector sterk te maken en klaar te stomen voor de toekomst.

Denk aan het programma ‘De Kas als energiebron’ en alles wat daar rond omheen ontwikkeld is. Denk aan het stimuleren van de Groene genetica. Aan de Nota Ruimte, het programma Randstad Urgent en aan uw netwerk Greenport(s) Nederland. Denk aan het ondersteunen van projecten die zijn gericht op het aanpakken van verspreid glas. En last but not least, denk aan de maatregelen in verband met de economische crisis. Het was voor u scherp zeilen aan de wind want er is veel concurrentie. De economische crisis heeft de sector hard geraakt. Gelukkig gaat het nu iets beter, maar we kunnen de vlag nog niet uithangen. Al met al stond het tuinbouwcluster dus al hoog op de rijksagenda.

Waarom dan toch nog vragen om een advies? Om een aantal redenen:

Allereerst: De toenemende druk op de ruimte in de Randstad Holland. In de Structuurvisie Randstad 2040 is beleid ontwikkeld om de centrumfunctie van de greenports te versterken, maar daarbij is wel heel expliciet de vraag gesteld of het zwaartepunt van de tuinbouwproductie wel in de Randstad moet blijven.

Verder, en dat hangt deels met de vorige reden samen, willen we weten of en hoe overheidinvesteringen in de greenports – zoals de Nota Ruimte-projecten – nodig zijn en blijven.

En tenslotte zoeken we het antwoord op de vraag wat we moeten doen om die erkende internationale kracht van de tuinbouw voor ons land nog beter te laten werken?

De antwoorden op deze vragen heb ik hier in mijn hand. Geschreven in dit interessante advies, dat naar ik hoop en verwacht na de verkiezingen door het nieuwe kabinet mede wordt gebruikt om de lijnen voor de komende jaren uit te zetten. Let wel: mede wordt gebruikt, want ook van u - als bestuurders zowel privaat als publiek – verwacht ik de nodige inzet om ervoor te zorgen dat het tuinbouwcluster op de agenda blijft voor een duurzame en economisch sterke toekomst van Nederland.

Dit advies zal daarbij zeker helpen. Want er spreekt een groot vertrouwen in het cluster uit.

En dat juist in een periode van financieel zwaar weer. Van opbrengsten die ver onder de kostprijs liggen. En van een terugval van investeringen. En van de problemen met het krijgen van krediet van de financiële sector. De adviescommissie spreekt echter haar vertrouwen uit. Onderstreept de potenties van het cluster in een wereld met nieuw opkomende markten. Mits…… en dat is de spiegel die de commissie ons voorhoudt, de tuinbouw stevig inzet om vooral toekomstgericht bezig te zijn. En zich niet alleen druk maakt over de waan van de dag.

Dat vergt wel de nodige inspanningen, aanpassingen en vernieuwing. Zoals een slagvaardig en krachtig sturingsmodel voor het cluster. Sterker nog: volgens de commissie Nijkamp ondermijnt de hedendaagse MKB-structuur met haar deelsector-belangen de positie van het cluster. Wat er nodig is – en daar is het advies heel duidelijk over – is één gezicht. Want als de sector, vergelijkbaar met de mainports, enkele keren per jaar met het Rijk wil overleggen, dan moet er ook één persoon zijn die namens die hele sector kan spreken. ‘Versterk, - zo zegt het advies bijna letterlijk - de netwerkorganisatie met een High Level Group Greenport Holland, met één gezaghebbend vertegenwoordiger. En die persoon moet de centrale onderhandelingspartner voor het Rijk worden’.

Kijk bijvoorbeeld hoe andere sectoren zich organiseren in bijv. Neprom en Bouwend Nederland en leer van hun ervaringen.

Verder, dames en heren, gaat de commissie in op de internationale positie van ons tuinbouwcluster. Die is goed, maar het kan beter. Het moet sterker. In het advies wordt gesproken over de noodzaak van een effectieve internationaliseringstrategie. Zodat Greenport Holland internationaal een begrip wordt voor de tuinbouw. Zoals bijvoorbeeld Hollywood dat is voor de filmindustrie en Parijs voor de modebranche. Een cluster dus waar niemand omheen kan, met vertakkingen wereldwijd: als regisseur in de internationale handel, als supplier van kennis, techniek en uitgangsmateriaal en met belangen in productielocaties all over the World.

Een beetje te veel van het goede, zegt u? Waarom? Lees de Visie Excelleren 2040 er op na. Daarin worden dit soort beelden ook al geschetst. Maar het vergt natuurlijk wel een sterke gezamenlijke inzet van de sector. En een concrete uitwerking. En dat is dan ook precies waar - volgens de commissie Nijkamp - de High Level Group Greenport Holland direct aan moet beginnen. Waarom niet? De expertise is binnen de sector ruim aanwezig en de diverse ministeries zullen graag willen aanhaken: met handelsmissies, met buitenlandse steunpunten. Want wat hier wordt voorgesteld, sluit haast naadloos aan op de activiteiten van Holland Branding die het Agentschap NL onderneemt. Ook de landbouwraden van mijn ministerie kunnen de sector steunen in de internationale aspiraties.

Combineert u dat bovendien met een stevige samenwerking met kennisinstellingen en bedrijfsleven, dan staat volgens de commissie de sector niets meer in de weg om internationaal furore te maken.

En dat - dames en heren – wil ik er toch nog even uitlichten en benadrukken. Kennis en innovatie zijn daarvoor wel twee essentiële elementen. Niet voor niets bepleit de commissie - en mijn inziens geheel terecht - een open samenwerking van kennisinstellingen en bedrijfsleven in een moderne variant van het oude drieluik van onderzoek, voorlichting en onderwijs. Waarbij het Wageningse complex – internationaal sowieso al een begrip - in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en andere instellingen binnen en buiten de agrosector een hoofdrol kan spelen.

Niet voor niets wijst de commissie op het belang van de huidige kernclusters. De commissie pleit dan ook voor het behoud van deze kraamkamers van kennisontwikkeling en innovatie. En als de markt daarom vraagt, dan ziet de commissie zelfs mogelijkheden voor groei in de greenport Venlo en in de satellieten.

Dit advies sluit goed aan op de Structuurvisie Randstad 2040 waarin staat dat de functie van greenports als centra van handel en innovatie gehandhaafd moeten blijven. En of daar op rijksniveau nog en steviger planologische verankering voor nodig is, dat zal bekeken moeten worden. Dat is aan het nieuwe kabinet.

Ik ga er zonder meer vanuit dat dit nieuwe kabinet de mainportstatus wil overwegen.

Laat ik u nog iets zeggen als CDA-politica. Ik vind dat een sector, die zo innovatief en zo veerkrachtig is, en zo inzet op innovatie en verduurzaming, zo'n sector verdient steun. De sector weet zich prima in stand te houden in de internationale markt en is overal in het buitenland zichtbaar. Als zo'n sector het meest tot z'n recht komt met een mainportstatus, dan zeg ik als CDA-politicus dat zo'n mainportstatus er moet komen.

Tenslotte – dames en heren – is de adviescommissie een groot voorstander van het verder bundelen van subsidieregelingen van het Rijk en van het Rijk met andere overheden. Ook daar kan ik me volledig in vinden. En ik heb in dat kader een nieuwtje voor u. Ik ben op dit moment met mijn collega van EZ bezig te onderzoeken in hoeverre wij – als het gaat om de greenports – samen kunnen optrekken in het kader van Pieken in de Delta. Om zo onze inzet te bundelen met die van de regio’s in een greenportprogramma.

Dames en heren,

Zoals gezegd, dit advies is een waar huzarenstukje. Maar je hebt niets aan een huzarenstukje als er vervolgens niets mee gebeurt. Tijd dus voor actie. Ik roep u dan ook op. Lees dit rapport, neem de adviezen ter harte en maak de sector sterk voor toekomst. Want u bent onmisbaar voor Nederland!