Blueports: economische én ecologische daadkracht
"Het gaat mij bij de blueports aan de ene kant om een innovatie- en investeringsklimaat voor vissers en andere partners zoals afslagen, verwerkers, handel en retail. En aan de andere kant om een duurzame en rendabele vangst, verwerking en vermarkting van vis."
Toespraak door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), mevrouw G. Verburg, bij de opening van het proefbedrijf Zeeuwse Tong, 1 juni 2010, Colijnsplaat.
Dames en heren,
Op een steenworp afstand ligt de brug die, alweer sinds 1965, Goes, Zierikzee, Vlissingen en Middelburg aan elkaar knoopt. Destijds was dat een bijzondere gebeurtenis. Twee eilanden, die lange tijd los van elkaar bestonden, kwamen nu tot elkaar. Kinderen van het ene eiland konden ineens op het andere naar school.
Dus waar anders dan in Zeeland kent men de voordelen van het bruggen bouwen? Bij Zeeuwse Tong kent u ze zeker, want dit proefbedrijf werkt ook aan een brug. Een virtuele, maar ook reële brug. De brug tussen 2 sterke vormen van visserij, beide duurzaam: traditionele visserij, en innovatieve visserij, gecombineerd met landbouw. Dit noemen we geïntegreerde aquacultuur. De brug die oplossingen voor de toekomst zeker binnen bereik brengt. Want Zeeland zou geen Zeeland zijn, als u niet vocht om boven te blijven. Met dit proefbedrijf komen nieuwe markten dichtbij, en ontstaan er nieuwe manieren om in de toenemende vraag naar voedsel te voorzien, en de planeet te sparen.
Voordat ik daar iets meer over zeg, wil ik eerst stil staan bij wat er hier in Zeeland allemaal mogelijk is. Ik weet hoe actief uw bestuurders zijn met aquacultuur. En ik weet, en dat is redelijk uniek, dat de provincie een eigen beleidsplan voor aquacultuur heeft. En dat ruimtelijke ontwikkelingsplannen zo zijn aangepast, dat aquacultuur in bepaalde gebieden nu ook màg. Niet onbelangrijk in een gebied met zoveel agrarische activiteit. Ik complimenteer mevrouw Peijs, de heer Van Beveren, burgemeester Van Kooten en de heer Platschorre daar mee. Ik ben er dan ook bijzonder trots op dat we vandaag samen met u deze nieuwe stap, de stap naar fase 2 kunnen zetten. Fase 2, dames en heren, dat is bestuurlijk jargon voor de opening van het bedrijf waar wij vandaag staan.
Als minister sta ik, net als u, zeer open voor experimenten met nieuwe aquaculturen. Ik denk dat u wel weet waarom. U weet tenslotte zelf hoe de schollen, scharren en tongen er aan toe zijn - en vooral: hoe ze zwemmen. We kennen allemaal de kwetsbaarheid van deze vissen, de mosselen en de oesters. Dat betekent voor de toekomst maar één ding, namelijk dat de visserijbedrijven moeten innoveren en verduurzamen. De vraag is niet meer of dat nodig is, maar hoe.
Eén van de manieren waarop dat kan is om de zeetong niet meer uit zee te halen, maar op land te telen. En zo de vis in zee de gelegenheid te geven zich qua bestand verder te herstellen en versterken. Dat is buitengewoon waardevol, zowel voor de visserij als voor onze biodiversiteit. Maar je bent als ondernemer ook duurzaam, als je intelligente combinaties kunt maken. Viskweek met zilte landbouw bijvoorbeeld. Weer een andere manier is om de bedrijfsprocessen intelligenter te maken: hergebruik van kweekwater en uitwerpselen, of verantwoord voer en een welzijn- en gezondheidsbeleid voor de vissen, maar ook kringlopen sluiten.
En dat gebeurt hier nu allemaal tegelijk! Dit project is dan ook een zeer ambitieus project. We willen niet alleen, ik citeer de doelstelling, 'een nieuwe competitieve economische sector ontwikkelen gebaseerd op de binnendijkse productie van zeetong, zagers, schelpdieren, en zilte gewassen in harmonie met de natuur', we willen ook de hele keten betrekken 'van primaire productie inclusief verwerking tot en met de afzet van nieuwe producten naar consumenten in binnen- en buitenland.'
De prognoses liegen er niet om: potentieel 15.000 ton per jaar, en dat is tong met een enorme handelswaarde. Daarmee kunt u zeker in de internationale voorhoede blijven. En blijven wij dankzij u ook als land in die voorhoede. Eén van de redenen waarom ik graag in Zeeuwse Tong investeer.
Ik ben mij overigens bewust van de financiële positie van de collega's in de oestersector en ik herinner mij ons gesprek daarover in februari. Ik heb toen vaart gezet achter de nieuwe huurprijzensystematiek voor oesterpercelen. Voor de huurders van die percelen betekent de nieuwe systematiek dat er wat rust komt. Met ingang van het afgelopen seizoen 2009/2010 gaan zij ieder jaar een lagere huur betalen. De systematiek geldt tot medio 2022.
Het staat voor mij als een paal boven de Oosterschelde dat experimenten hier, oplossingen brengen, en niet alleen voor de oestersector. Nogal wat Nederlandse boeren worstelen bijvoorbeeld met verzilting van de grond. Voor hen wordt het steeds lastiger traditionele gewassen te laten groeien. Ook de mensen die hier al jaren aardappelen, bieten of uien verbouwen, krijgen in de toekomst met verzilting te maken. Voor mij is dat een extra reden om in Zeeuwse Tong te investeren. Als het hier lukt om zilte cultuur goed van de grond te krijgen, en het lukt om die kennis over te dragen, zou dat een grote sprong voorwaarts zijn, en een opsteker voor alle andere boeren die aan overschakelen denken. Niet alleen in Zeeland, maar ook nationaal en internationaal.
Zeeland heeft, ik blijf nog even in de sfeer, uitstekend kweekwater voor innovatief ondernemerschap. De meeste en grootste mosselbedrijven zijn hier gevestigd. Er is een aantal viskweekbedrijven, er is een hogeschool, en een vestiging van het befaamde ecologische onderzoeksinstituut Imares. Bij elkaar is dat een ijzersterke kennisinfrastructuur in combinatie met een goed georganiseerde afzetketen. En - wat wil je nog meer - er zijn betrokken, deskundige en ondernemende mensen, er is ruimte en er is schoon zout water.
Ik acht het van groot belang dat in de visserijsectoren en - ketens kennis en wetenschap, praktijk en verschillende stakeholders samen worden gebracht om een duurzame toekomst te verzekeren. Dat kan en gaat gebeuren. Ik heb het dan over een nationale blueport. In Zeeland zijn initiatieven gestart voor een regionale blueport. Het blauwe zusje van de greenports, die we in de tuinbouw kennen. Greenports zijn plekken waar iedereen - bedrijven, belangenorganisatie, overheden - bij elkaar zit, waar alles tegelijk gebeurt en snel en efficiënt kan worden geschakeld. De greenport is een echte succesformule en ik denk dat de blueport dat ook kan worden. Ik heb dit idee al eerder in het parlement naar voren gebracht. In Zeeland wordt over blueport Yerseke gesproken. Ook in andere delen van Nederland is interesse voor regionale blueports. Ik ondersteun deze regionale initiatieven. Maar voor een Europese en internationale uitstraling - en dat verdienen de verschillende visserijsectoren - is het van belang om één nationale blueport tot stand te brengen. Een nationale blueport bundelt, ontwikkelt, coördineert, stimuleert, brengt innovatie en praktijk bij elkaar, traint, adviseert, informeert. Een nationale blueport die alle spelers in de visserij bij elkaar kan brengen waar en wanneer dat nodig is. Met een nationale blueport kunnen we ook een Europese en internationale uitstraling krijgen van allure! En dat hebben we nodig om een vooraanstaande rol te blijven spelen in het Europese en internationale visserijbeleid van de toekomst. En als je naast regionale blueports een nationale blueport wil met nationaal en internationaal gezag, dan kan ik me voorstellen dat die in Zeeland komt.
Wat heb ik daar precies mee voor ogen?
Kernopgave van de nationale blueport wordt het aanjagen van innovatie en ondernemerschap binnen de hele visserijketen en binnen en tussen de verschillende visserijsectoren. Dus anders dan de greenports, waar ook ruimtelijke vragen en infrastructuur een rol spelen, gaat het mij bij de blueports aan de ene kant om een innovatie- en investeringsklimaat voor vissers en andere partners zoals afslagen, verwerkers, handel en retail, en aan de andere kant om een duurzame en rendabele vangst, verwerking en vermarkting van vis. Kennis en wetenschap zijn daarbij van cruciaal belang. Om die reden is de participatie van Imares onontbeerlijk.
Naast economie staat de ecologische draagkracht voorop. Om die reden zullen milieu- en andere maatschappelijke organisaties er bij betrokken worden. Kortom, in de nationale blueport werken bedrijven, belangenorganisaties, Imares, milieu- en andere maatschappelijke organisaties en overheden nauw samen aan een krachtige economische en ecologische toekomst. Van onze Nederlandse visserij van internationale allure!
Ik wil de activiteiten die nu via het Visserij Innovatie Platform lopen, graag in de nationale blueport voortzetten. En natuurlijk ook andere successen gebundeld voortzetten. Zoals:
- De vele innovatie- en samenwerkingsprojecten die zijn gestart.
- De 13 kenniskringen van vissers die momenteel actief zijn.
- De vele certificeringsactiviteiten.
- De bevordering van ondernemerschap, onder meer door begeleiding bij businessplannen.
- De ontwikkeling van nieuwe concepten en kansen voor de visserijketen.
- Het doorontwikkelen van maatschappelijk partnerschap tussen ondernemers en natuur- en milieuorganisaties.
De blueportstructuur moet zijn uitgewerkt als het mandaat van het Visserij Innovatie Platform af loopt, eind 2010. Waarbij ik het Visserij Innovatie Platform heb gevraagd een visie te ontwikkelen. Die visie staat mede aan de basis van mijn voorstellen. Ik verwacht de voorstellen dit najaar te kunnen presenteren.
Dames en heren,
Velen van u zijn aan de visserij verknocht, zeker op Noord Beveland. Als we in de buurt van de Zeelandbrug de Bru 79 of de Ye 24 bezig zien, en vanaf de wal dat typische geluid horen waarmee mosselen in het ruim worden gestort, of als we de boten naar de haven zien varen, de korren omhoog, vol heerlijk, vers voedsel uit zee, dan weet je: dit is Zeeland. En dan wil je liever niet dat dit ooit verandert. Dat hoeft ook niet. Als we er maar voor zorgen dat er kansrijke alternatieven zijn, die goed zijn voor zowel de vissers uit Yerseke, de boeren in Zeeland, de economische kracht van de landbouw en niet te vergeten de natuur, waar wij allemaal deel van uit maken.
Ik ben er van overtuigd dat dit proefbedrijf daar een inspirerend voorbeeld van is. Ik wens u er heel veel succes mee. Dank u wel.