Kamerbrief inzake verzoek wijziging van de Paspoortwet naar aanleiding van de verstrekking van reisdocumenten in 2004 aan twee voor kinderpornografie veroordeelde Nederlanders

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de reactie aan op het verzoek van de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken, Justitie en BZK van 3 juli 2008 inzake wijziging van de Paspoortwet naar aanleiding van de verstrekking van reisdocumenten in 2004 aan twee voor kinderpornografie veroordeelde Nederlanders.

In mijn brief van 25 juni 2008 inzake het onderzoek naar de verstrekking van reisdocumenten in 2004 aan twee voor kinderpornografie veroordeelde Nederlanders (31 200 V, nr. 137) deelde ik u mede dat thans een wetsvoorstel tot wijziging van de Paspoortwet in voorbereiding is op grond waarvan een expliciete weigeringsgrond aan de wet zal worden toegevoegd voor het geval Nederlanders zich aan strafvervolging of –tenuitvoerlegging van een veroordeling in het buitenland wegens een ernstig misdrijf pogen te onttrekken (blz. 6).

Ik kan daaraan toevoegen dat ambtenaren van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken een aanvang hebben gemaakt met de uitvoering van dit voornemen. Of de voorgenomen aanpassing van de wet in artikel 23 zal neerslaan of in een ander wetsartikel, staat nog niet vast.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen