Kamerbrief inzake verzoek van het lid Halsema inzake de opschorting van humanitaire hulp in Gaza
Graag bieden wij u hierbij de reactie aan op het verzoek van het lid Halsema (GroenLinks), gedaan vandaag bij de regeling van werkzaamheden van uw Kamer, om een brief van de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking over het feit dat de VN de humanitaire hulp aan de Gazastrook staakt omdat de organisatie niet meer kan werken door de Israëlische blokkade van brandstoftoevoer.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Wij hebben kennisgenomen van de zorgwekkende persverklaring van UNRWA van 23 april jl, waarin de organisatie aangeeft haar hulpverlening in de Gazastrook te moeten opschorten als gevolg van een tekort aan brandstof.
De regering is zich terdege bewust van de verslechterende humanitaire situatie in Gaza. Dit beeld wordt bevestigd door regelmatige bezoeken aan de kuststrook van ambtenaren van de Nederlandse Vertegenwoordiging in Ramallah en van ons departement. De regering is ervan doordrongen dat de heersende omstandigheden, en dan met name de afsluiting van de grenzen, de hulpverlening door UNRWA ernstig bemoeilijken.
Al geruime tijd spant Nederland zich actief in voor opening van de Gazaanse grenzen voor humanitaire goederen èn voor commercieel goederenverkeer. Voor wat betreft dit laatste is Nederland er als een van de weinige landen in geslaagd om beide partijen ertoe te bewegen de grenzen open te stellen, zij het tijdelijk, voor commerciële export (bloemen). De regering zal, via de EU en bilateraal blijven proberen Israël te bewegen grensovergangen open te stellen.
Naar aanleiding van de jongste berichten heeft Nederland vandaag opnieuw zijn grote zorg over de humanitaire situatie in Gaza overgebracht aan de Israëlische autoriteiten. In reactie hierop is van Israëlische zijde aangegeven dat er brandstof is geleverd maar dat de Palestijnse machthebbers in Gaza weigeren hiervan gebruik te maken. Hierover zouden op dit moment besprekingen worden gevoerd tussen UNRWA en de Palestijnen.
Zoals ook in eerdere brieven aan uw kamer is aangegeven, is de regering van mening dat de toegang van hulpgoederen van internationale organisaties niet belemmerd behoort te worden. Israël dient te allen tijde te voorkomen dat de afsluiting van de grenzen en de beperking van de stroomtoevoer leiden tot onaanvaardbare gevolgen.
Om openstelling van de Gazaanse grenzen mogelijk te maken is het echter noodzakelijk dat Hamas meewerkt. Aanvallen op grensovergangen (m.n. aanvallen op de brandstofoverslag bij Nahal Oz), zoals die onlangs plaatsvonden, belemmeren de mogelijkheid om vooruitgang te boeken in deze kwestie, mede omdat deze aanvallen en de voortgaande raketbeschietingen uiteraard kunnen leiden tot een reactie van Israel, welke spiraal doorbroken moet worden.
Uiteraard is het voor duurzame verbetering van de humanitaire situatie vooral van belang dat de partijen zo snel mogelijk tot een vredesakkoord komen. Het Annapolis-proces is daarvoor nog steeds de aangewezen weg.
Zoals ook in onze recentste brief over Gaza is aangegeven heeft Nederland, in antwoord op de ontstane situatie, de humanitaire hulpinspanningen voor Gaza opgevoerd. Voor de Palestijnse Gebieden is voor 2008 €5 miljoen voor humanitaire hulp gereserveerd, inmiddels is daarvan € 4,6 miljoen als volgt gealloceerd:
- Verstrekking van een bijdrage aan het UNRWA Emergency Appeal voor de Palestijnse Gebieden van ca. €2 mln ten behoeve van o.a. werkgelegenheid, cash assistance en voedselhulp.
- Bijdrage van van €0,8 mln aan de lokale organisatie PARC (‘Palestinian Agricultural Relief Organisation’) om de oogsten van exportgewassen op te kopen die anders onverkocht zouden blijven. Deze worden nu gedistribueerd onder de armste huishoudens in de Gazastrook.
- €0,8 mln aan VN OCHA (Noodhulp coördinatie mechanisme van de VN).
- €1 mln aan PRCS (de Palestijnse Rode Halvemaan Organisatie) via het Nederlandse Rode Kruis.
Tevens is de structurele jaarlijkse bijdrage aan UNRWA verhoogd van €11,8 mln tot €15 mln. Een groot deel van deze bijdrage wordt besteed aan de bevolking van Gaza.