Kamerbrief inzake verslag van de RAZEB van 29 april 2008

Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 29 april 2008, waarmee tevens wordt voldaan aan het verzoek van uw Kamer (kenmerk 208-231) geïnformeerd te worden over de uitvoering van de motie Halsema/Van Dam (21501-02, nr 811).

De minister van Buitenlandse Zaken, De staatssecretaris voor Europese Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen Drs. F.C.G.M. Timmermans

Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB)

van 29 april 2008

Servië

In de marge van de RAZEB op 29 april jl hebben de Lidstaten en de Commissie met Servië de Stabilisatie en Associatie Overeenkomst (SAO) ondertekend.

Tijdens de bespreking in de RAZEB achtte een grote meerderheid van lidstaten het urgent een handreiking aan de pro-Europese krachten in Servië te doen door ondertekening van de SAO.

Nederland en België stelden evenwel alleen tot deze handreiking over te kunnen gaan, indien op geen enkele wijze zou worden afgedaan aan het principië le punt van volledige samenwerking door Servië met het ICTY, zoals ook besproken met uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg op 24 april.

Overeenkomstig de door Nederland en België gestelde voorwaarde, is voor de ondertekening eerst door de RAZEB een tweetal Raadsbesluiten vastgesteld waarin is vastgelegd dat de SAO-ratificatie niet ter goedkeuring aan de parlementen mag worden voorgelegd zonder uitdrukkelijke instemming van de Raad. Ook zal de eventuele voorlopige toepassing pas plaatsvinden als de Raad bij unanimiteit zal hebben vastgesteld dat sprake is van volledige samenwerking van Servië met het ICTY. Hiermee wordt de ICTY-conditionaliteit, waarover tot nu toe alleen middels Raadsconclusies een politiek akkoord bestond, juridisch bindend vastgelegd.

Daarnaast heeft, mede op verzoek van Nederland, de Servische president Tadić voor de ondertekening van de SAO schriftelijk aan de EU bevestigd dat zijn land volgens het internationale recht verplicht is volledig samen te werken met het Joegoslavië-Tribunaal. Dit betekent dat Servië niet alleen alles moet doen om de laatste vier voortvluchtigen op te sporen, aan te houden en uit te leveren, maar ook dat er o.m. getuigenbeschermingsprogramma’s moeten worden opgezet en dat het tribunaal toegang moet krijgen tot alle staatsarchieven en andere informatiebronnen. President Tadić herhaalde de inhoud van zijn brief tijdens de ondertekeningsceremonie.

Birma

De Raad sprak op verzoek van onder andere Nederland over de situatie in Birma. Nederland sprak zijn zorgen uit over de nog altijd onveranderd slechte mensenrechtensituatie in Birma. De aankondiging van een referendum over de Birmese grondwet en van algemene verkiezingen in 2010 doet hier niet aan af, om bekende redenen van ontbreken van betrokkenheid van de verschillende etnische groepen bij de opstelling van de grondwet, het feit dat het leger in de nieuwe grondwet zijn macht behoudt en omdat Aung San Suu Kyi waarschijnlijk niet zal mogen deelnemen aan de algemene verkiezingen.

Nederland deed tevens een oproep om de ASEAN-landen, alsmede China en India, te blijven aansporen om Birma hierop aan te spreken en pleitte voorts voor het opschroeven van de druk op het regime.

Het was nodig om over te gaan tot voorbereiding van verdergaande sancties: een verbod op nieuwe investeringen, ook in de olie- en gassector en maatregelen op het terrein van financiële transacties. Op de Nederlandse interventie volgde alleen een interventie van de Commissie die stelde dat als de Raad verdergaande sancties overwoog, gekeken moest worden naar de effectiviteit van de vigerende sancties en eventuele verdere sancties, slimme sancties zouden moeten betreffen.

Irak

De Raad sprak kort over de situatie in Irak. Hoge Vertegenwoordiger Solana en een aantal ministers benadrukten het belang van de aanstaande ministeriële Annual Review Conference of the International Compact with Iraq, op 29 mei te Stockholm. Volgens enkele ministers zou, naast de verantwoordelijkheid van Iraakse buurstaten bij te dragen aan het proces van nationale verzoening en het tegengaan van ongewenste inmenging van buitenaf, ook de EU een grotere rol en meer zichtbare aanwezigheid in Irak moeten ontwikkelen.

Frankrijk bleek bereid om in de tweede helft van dit jaar in Parijs een conferentie ten behoeve van het nationale verzoeningsproces te organiseren. Alle Iraakse leiders zouden moeten deelnemen aan een dergelijke politieke conferentie.

Nederland benadrukte dat bij de voortgezette betrokkenheid van de Europese Unie bij de opbouw van een stabiel en democratisch Irak er blijvende aandacht moet zijn voor de mensenrechtensituatie, inclusief de positie van etnische en religieuze minderheden en andere kwetsbare groepen in Irak.

De Europese Commissie refereerde tot slot aan de voorgestane energiesamenwerking met Irak. Deze samenwerking zal zich vooral richten op het Iraakse energiebeleid en op vervoer van olie.

Zimbabwe

De Raad veroordeelde het voortdurende geweld in Zimbabwe. Indien het tot een tweede ronde van de presidentsverkiezingen komt, zal de EU zich ervoor inzetten dat deze vreedzaam en democratisch kan verlopen.

Nederland benadrukte dat de berichten over ernstige schendingen van de mensenrechten in Zimbabwe een spoedige bespreking van Zimbabwe in de Mensenrechtenraad nodig maakten. Daarbij zou ook gekeken moeten worden naar uitzending van speciale VN-Mensenrechtenrapporteurs. De ministers waren het eens dat mogelijkheden hiertoe onderzocht moeten worden.

De ministers waren eensgezind over de noodzaak tot het opvoeren van de druk op het regime van president Mugabe. De Raad riep in dit kader op op tot een internationaal moratorium op wapenexport naar Zimbabwe en zal onderzoeken welke verdere maatregelen genomen kunnen worden tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor het recente geweld en de recente intimidatiecampagnes.

Het werd van het grootste belang geacht dat er een Afrikaanse oplossing komt voor de problemen in Zimbabwe. SADC blijft hierin een onmisbare speler. De EU zal de SADC-inpanningen daarom blijven steunen en de diplomatieke contacten met SADC intensiveren, mede met het oog op het opvoeren van de druk op Zimbabwe.

Pakistan

De Raad sprak wegens tijdgebrek slechts kort over Pakistan. Volgens Hoge Vertegenwoordiger Solana wezen het verloop en de uitslag van de recente parlementsverkiezingen op vooruitgang in het democratiseringsproces. Hij refereerde aan de moeilijke economische omstandigheden waarin Pakistan verkeerde en riep op tot intensivering van de hulp aan Pakistan. Ook Commissaris Ferrero-Waldner pleitte voor meer steun aan de Pakistaanse regering.

Nederland verwelkomde in het licht van de vooruitgang in democratisering de herziening van het EU-beleid ten aanzien van Pakistan, waarbij de nadruk wordt gelegd op goed bestuur, het bevorderen van mensenrechten, de millennium ontwikkelingsdoelen en de bestrijding van extremisme en terrorisme, ook vanwege het belang van stabiliteit in Pakistan voor de regio.

Midden-Oosten Vredesproces (MOVP)

De Raad sprak over de voortgang van het Annapolis-proces en de verslechtering van de veiligheidssituatie in de Gazastrook. Slechts enkele ministers voerden het woord en zij spraken hun ernstige zorgen uit over deze voortslepende situatie.

Nederland benadrukte daarbij dat Hamas de grootste verantwoordelijkheid droeg voor de bestaande impasse in Gaza, met inbegrip van de problemen met de brandstof-voorziening.

Geconstateerd werd dat voortzetting van het onderhandelingsproces door Israë l en de Palestijnen essentieel was. Van cruciaal belang was vooral het boeken van zichtbare vooruitgang on the ground. Daarbij werd gesteld dat het Israëlische beleid ten aanzien van nederzettingen niet behulpzaam was voor de voortgang van het onderhandelings-proces en werd in het bijzonder de opstelling van Hamas als groot probleem gezien.

De ministers stelden vast dat steun van de internationale gemeenschap onmisbaar bleef en dat de EU het Annapolis-proces dan ook actief zal blijven ondersteunen. Internationale inspanningen dienden wel goed gecoördineerd te worden. Overleg in onder meer Kwartet-kader en tussen de donor-landen diende daarom intensief te worden voortgezet.

WTO/DDA

Dit onderwerp werd door het voorzitterschap van de agenda gehaald, m.n. vanwege het feit dat de verwachte nieuwe onderhandelingspapers over de modaliteiten m.b.t. landbouw en over Non-Agricultural Market Access (NAA) nog niet beschikbaar waren.

Diversen - Europees Nabuurschapsbeleid (ENB)

Wegens tijdgebrek werd besloten tijdens een volgende RAZEB terug te komen op dit onderwerp.

Diversen - Georgië

Op verzoek van Litouwen werden de ontwikkelingen rondom de spanningen tussen Rusland en Georgië over de regio’s Abchazië en Zuid-Ossetië in Georgië ter sprake gebracht.

De Commissie, gesteund door meerdere lidstaten waaronder Nederland, benadrukte het belang van een duidelijke boodschap van terughoudendheid en respect voor de territoriale integriteit en soevereiniteit van Georgië aan Rusland, zonder evenwel olie op het vuur te gooien. Ook betoonde de Commissie zich voorstander van het sturen van de EU Trojka op ministerieel niveau naar Georgië om tot de-escalatie op te roepen.

Het voorzitterschap concludeerde dat zij de ontwikkelingen aan de orde zou stellen tijdens de reeds voorziene ministeriële Trojka met de Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov in de marge van deze RAZEB. Bovendien zou worden gezocht naar een mogelijkheid op korte termijn de Trojka te laten afreizen naar Georgië.

Diversen - Dalai Lama

Nederland heeft met de andere lidstaten de motie Halsema/Van Dam (21501-02, nr. 811) gedeeld, die uw Kamer op 24 april 2008 heeft aanvaard, en het daarin neergelegde pleidooi voor een uitnodiging aan de Dalai Lama

Wegens tijdgebrek vond geen uitgebreide bespreking plaats. In dat licht gaven enkele ministers aan hier op terug te willen komen. Van de zijde van de Commissie werd gesteld, dat daags na het bezoek van voorzitter Barroso aan China, de Chinese autoriteiten de door de EU gewenste dialoog met gezanten van de Dalai Lama zijn aangegaan en dit proces door de EU gestimuleerd en niet doorkruist moet worden. Enkele ministers wezen er bovendien op dat het feit dat beide zijden het eerste overleg als positief hebben omschreven en op korte termijn de dialoog zullen voortzetten, meegewogen moet worden bij de verdere gedachtevorming van de Raad.

De voorzitter van de Raad besloot daarop dat de bespreking in EU-kader zal worden voortgezet in het licht van de verdere ontwikkelingen. Naar mening van de Nederlandse regering geven de hervatting van de dialoog en de reactie van ministers in de RAZEB aanleiding om gedurende deze besprekingen vooralsnog geen stappen te zetten die dat proces van dialoog kunnen belasten.

Diversen - Piraterij Somalië

Op verzoek van Spanje werd door ministers gesproken over de piraterij voor de Somalische kust. De Raad toonde zich ernstig bezorgd over derecente ontwikkelingen en besloot dat mogelijkheden bestudeerd zullen worden voor nadere EU-samenwerking bij de bestrijding van piraterij. Hierbij zal, mede op aandringen van Nederland, ook actief worden ingezet op optreden in VN-verband, omdat voor een effectieve aanpak een eensgezind en gecoördineerd optreden van de internationale gemeenschap noodzakelijk is. De Somalische piraterij kent een nauwe relatie met de situatie op het Somalische vasteland. De ministers spraken af dat de EU bij de bestrijding van de piraterij daarom tevens aandacht zal besteden aan de binnenlandse ontwikkelingen in Somalië.

PCA Rusland

De ministers bespraken het onderhandelingsmandaat voor een nieuwe samenwerkings-overeenkomst met Rusland. Eén lidstaat handhaafde zijn reserve op het mandaat, waardoor de Raad geen akkoord kon bereiken. Tijdens een volgende RAZEB zal de Raad dit onderwerp opnieuw bespreken.