Kamerbrief inzake vergadering van Statenpartijen bij het Internationaal Strafhof
Hierbij doe ik u, ingevolge artikel 5 van de Goedkeuringswet voor het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof1, de geannoteerde voorlopige agenda toekomen van de Zevende Vergadering van Statenpartijen bij het Internationaal Strafhof (Assembly of States Parties, ASP). De ASP heeft dit jaar van 14 t/m 22 november plaats in Den Haag.
Op 1 oktober jl. trad voor zowel Suriname als de Cook Eilanden het Statuut van Rome in werking, waarmee op dit moment 108 Staten partij zijn bij het Statuut. Nederland zal universele dekking van het Statuut actief blijven bevorderen, zowel bilateraal als samen met de overige landen van de Europese Unie.
Het Internationaal Strafhof (ICC) kende een bijzonder actief jaar.
In februari 2008 werd een derde verdachte, Mathieu Ngudjolo Chui, aan het ICC overgedragen. Evenals de twee eerste verdachten, Thomas Lubanga Dyilo en Germain Katanga, vond de aanhouding en overdracht van Ngudjolo Chui plaats in het kader van het onderzoek van de Aanklager in de Democratische Republiek Congo (DRC). De zaken van Katanga en Ngudjolo Chui zijn inmiddels juridisch gevoegd: beiden worden verantwoordelijk gehouden voor aanvallen op de burgerbevolking in de Ituri-regio in 2003. Op 26 september jl. heeft Pre-Trial Chamber I het merendeel van de aanklachten tegen beide verdachten bevestigd in een formele confirmation of charges hearing, noodzakelijk voor het kunnen starten van het inhoudelijke proces.
In april 2008 maakte het ICC bekend een aanhoudingsbevel te hebben uitgevaardigd tegen een vierde verdachte uit de DRC, Bosco Ntaganda. Deze is nog voortvluchtig.
Op 24 mei 2008 hebben de Belgische autoriteiten op verzoek van het ICC voormalig Congolees presidentskandidaat en oppositieleider in ballingschap Jean-Pierre Bemba Gombo aangehouden. Bemba wordt verantwoordelijk gehouden voor de wijdverspreide en systematische aanval van de Mouvement de libération du Congo (MLC) op de burgerbevolking tijdens het gewapend conflict in de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) tussen oktober 2002 en maart 2003. Bemba is de eerste verdachte die is aangehouden en aan het ICC is overgedragen naar aanleiding van het onderzoek van de Aanklager in de CAR. Op 4 november 2008 is zijn confirmation of charges hearing.
Op 16 juni 2008 hebben de rechters van Trial Chamber I besloten het proces tegen Lubanga, de eerste zaak van het ICC, (voorlopig) stop te zetten, waarna op 2 juli is besloten tot de invrijheidstelling van Lubanga wegens schending van de beginselen van een eerlijk proces. De directe aanleiding vormde het bewijsmateriaal dat de Aanklager heeft ontvangen van de VN en andere informatieverstrekkers. Door vertrouwelijkheidsovereenkomsten met deze informatieverstrekkers heeft de Aanklager dit materiaal, dat mogelijk ontlastend is voor de verdachte, niet kunnen delen met de verdediging. Op grond van het Statuut was hij daartoe echter wel verplicht. Hangende het hoger beroep van de Aanklager was de invrijheidstelling zonder onmiddellijk effect. Op 21 oktober jl. hebben de rechters in dit hoger beroep besloten de schorsing van de procedure intact te houden, terwijl de beslissing over de invrijheidstelling opnieuw ter beoordeling naar de Trial Chamber is verwezen. De Aanklager zegt met de VN (en andere informatieverstrekkers) inmiddels een oplossing te hebben gevonden voor het probleem, waardoor volgens hem het proces tegen Lubanga spoedig kan worden hervat.
Op 14 juli 2008 heeft de Aanklager de rechters van het Hof verzocht om een aanhoudingsbevel voor de Sudanese President Bashir. Het is voor het eerst dat de Aanklager om een aanhoudingsbevel tegen een zittend staatshoofd verzoekt. De rechters zullen naar verwachting binnen enkele maanden een beslissing nemen. Het verzoek van de Aanklager heeft tot gemengde reacties geleid binnen de internationale gemeenschap. Een aantal landen en organisaties is fel gekant tegen vervolging van Bashir. Zij zijn van mening dat het ICC het toch al broze vredesproces in gevaar zal brengen.
Nederland benadrukt evenwel de te respecteren onafhankelijkheid van het ICC, alsmede de noodzaak om vrede met gerechtigheid te combineren en derhalve samen te werken met het ICC. Hierover wordt met partners nauwgezet gecoördineerd om zoveel mogelijk een eensluidend geluid te laten horen. Het beginsel dat vrede en gerechtigheid hand in hand gaan, ligt ook ten grondslag ligt aan het Statuut van Rome en aan de verwijzing door de VN-Veiligheidsraad van de situatie in Darfur naar het ICC.
Behalve in de DRC en Sudan, heeft het ICC ook nog aanhoudingsbevelen uitstaan in Uganda, voor de rebellenleiders van de Lord’s Resistance Army.
De belangrijkste onderwerpen die aan de komende ASP zullen worden voorgelegd zijn de volgende.
Huisvesting
Het ICC zal zeker tot eind 2014 nog gehuisvest zijn op de huidige locatie op de Maanweg (de Arc). Vanaf november komt er extra ruimte beschikbaar in een nieuw gebouw vlakbij dit pand (de Haagsche Veste).
Daarnaast zijn de voorbereidingen voor de nieuwbouw in volle gang: het terrein van de Alexanderkazerne is door de Statenpartijen en het Hof enthousiast aanvaard als locatie. Een internationaal architectenconcours is gaande. En marge van de ASP zal tijdens een speciaal door Nederland georganiseerde bijeenkomst worden bekendgemaakt welke drie architecten door de internationale jury zijn verkozen. Het ICC zal vervolgens met de prijswinnaars onderhandelen over de gunning van de opdracht. Hoogstwaarschijnlijk zal de winnaar van de eerste prijs tevens de opdracht krijgen. Dit wordt begin 2009 bekend.
De bouw moet in 2011 beginnen, wil de nieuwbouw in 2014 volgens planning klaar zijn. Nederland stelt, behalve een terrein en een architectenconcours, een flexibele, laagrentende lening van € 200 miljoen beschikbaar voor de bouw. Tijdens de aanstaande ASP zullen de Statenpartijen een besluit nemen over de aanvaarding van deze lening.
Budget
Het budget voor 2009 dient te worden goedgekeurd door de aankomende ASP. Het budget voor 2008 was gebaseerd op de veronderstelling van één rechtszaak tegen één verdachte, Lubanga. De arrestaties van Katanga eind 2007 en van Ngudjolo Chui en Bemba in 2008 hebben gezorgd voor een noodzakelijke ophoging van het budget voor 2009. Nederland steunt de begroting zoals die door het ICC is opgesteld op hoofdlijnen.
Misdrijf van agressie
Een meer inhoudelijk en diepgaand onderwerp waar de komende ASP zich over zal buigen, is het in het Statuut op te nemen misdrijf van agressie, als een van de vier misdaden waarvoor het ICC competent is. Afgelopen jaar zijn opnieuw kleine vorderingen gemaakt bij de onderhandelingen hierover. De inzet van Nederland blijft erop gericht dat deze onderhandelingen bij de Herzieningsconferentie kunnen worden afgesloten. Het misdrijf agressie behoort zonder meer tot de ernstigste internationale misdrijven, en het ICC moet daarom daadwerkelijk rechtsmacht hierover kunnen uitoefenen. Het is echter alles behalve zeker of over dit complexe onderwerp de komende tijd overeenstemming kan worden bereikt. Daarbij gaat het onder meer om de voorwaarden waaronder het ICC rechtsmacht moet kunnen uitoefenen over dit misdrijf.
Herzieningsconferentie
Het Statuut van Rome schrijft voor dat zeven jaar na de inwerkingtreding van het Statuut een Herzieningsconferentie zal worden gehouden. De ASP zal aankomende sessie een definitief besluit moeten nemen over de datum, duur en locatie. Formeel hebben Uganda en Argentinië zich voor het gastheerschap opgeworpen, beiden geschikte locaties uit het oogpunt van universaliteit. New York en Den Haag gelden als terugvalopties voor het houden van de Herzieningsconferentie. Deze zal in ieder geval in het eerste half jaar van 2010 plaats moet vinden.
Hervatting zitting
Van 19 tot en met 23 januari 2009 heeft de eerste Hervatte Zitting van de 7e ASP plaats in New York. Deze zal in het teken staan van verkiezingen voor de Committee on Budget and Finance (CBF) alsmede voor 6 rechtersposities. Voor deze laatste verkiezing is mw. Prof. Mr Wilhelmina Thomassen, momenteel raadsheer bij de Hoge Raad, één van de kandidaten.
Mr Thomassen heeft een indrukwekkende staat van dienst als rechter en is geverseerd in het strafrecht. Verder heeft zij veel internationale ervaring, onder meer als rechter bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Haar ervaring als rechter en haar internationale ervaring hebben mede geleid tot haar benoeming als hoogleraar in de internationale mensenrechten aan de Eramus Universiteit. Vermeldenswaard is voorts dat Mr Thomassen gedurende haar hele loopbaan steeds actief betrokken is geweest bij de positie van vrouwen en kinderen in het recht.
Nederland hecht veel belang aan de verkiezing van Mr Thomassen. Verkiezing van ervaren rechters kunnen het ICC als instituut helpen versterken. Daarbij draagt verkiezing van Nederlanders op dergelijke posities ook bij aan het positieve Nederlandse imago inzake de bevordering van de internationale rechtsorde, de strijd tegen straffeloosheid en de bevordering van mensenrechten.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
1: Stb. 2001 343, 17 juli 2001.