Kamerbrief inzake veiligheidssituatie Tsjaad en de rol van Nederlandse militairen

Graag gaan wij in op het verzoek van het lid De Roon om informatie over de huidige veiligheidssituatie in Tsjaad en de rol van Nederlandse militairen. Dit verzoek is gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden d.d. 17 juni 2008, 97 ste vergadering. Deze brief dient, zoals verzocht door het lid Van Gennip in voornoemde regeling, ook ter beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Van Gennip en Knops van 18 juni 2008, met kenmerk 2070823260.

Veiligheidssituatie Oost-Tsjaad

Rebellengroeperingen zijn al geruime tijd actief in het grensgebied van Tsjaad met Sudan. De recente aanvallen van de rebellenbeweging Alliance Nationale (AN) hebben zich vooralsnog beperkt tot kortstondige bezetting van de steden Goz Beida, Am Dam en Biltine. De kans op een aanval op de hoofdstad N’Djamena wordt momenteel klein geacht. De aanwezigheid van het Tsjadische regeringsleger (FAS) in Oost-Tsjaad blijft onverminderd sterk. Bovendien is het regenseizoen in Tsjaad begonnen waardoor de mobiliteit van de rebellen beperkt zal worden.

De FAS is er op 18 juni 2008 in geslaagd de AN bij Am Zoer te onderscheppen en een gevoelige slag toe te brengen. Het aantal doden aan rebellenzijde is onbekend, maar zou enkele tientallen bedragen. De materiële schade is aanzienlijk, ongeveer 60 van de ruim 100 pick-ups zouden zijn vernield.

Het overgrote deel van de AN bevindt zich inmiddels weer in Sudan en daarmee lijkt een voorlopig einde te zijn gekomen aan grootschalige operaties van de rebellen. De feitelijke betekenis van de rebellenacties in Oost-Tsjaad moet daarom als beperkt worden beschouwd, maar in combinatie met een tegelijkertijd gelanceerd mediaoffensief hebben ze niettemin sterk de aandacht getrokken.

Incidenten Goz Beida

Op 14 juni jongstleden hebben enkele honderden rebellen behorend tot de AN hun presentie getoond in het gebied van Goz Beida, waar zich enkele naast elk aar gelegen NGO-compounds bevinden alsmede het UNHCR-vluchtelingenkamp Djabal.

Naar aanleiding hiervan zijn in het middaguur schoten gewisseld tussen rebellen en het Tsjadische leger in de nabijheid van Ierse EUFOR-troepen die in de omgeving van het vluchtelingenkamp Djabal patrouilleerden. De Ieren beantwoordden de schoten met waarschuwingsschoten. Even later bleek dat de rebellen de nabij gelegen NGO-compounds begonnen te plunderen, met als waarschijnlijk doel om voedsel en auto’s van de hulporganisaties buit te maken. De Ieren hebben in reactie daarop onmiddellijk de hulp van een Ierse Quick Reaction Force ingeroepen en hebben vervolgens ongeveer 250 NGO-medewerkers van hun compounds naar de Iers-Nederlandse basis geëvacueerd.

Kort daarop werd duidelijk dat de rebellen begonnen op te trekken in de richting van het vluchtelingenkamp Djabal. De Ierse EUFOR-troepen hebben zich echter zodanig rondom het vluchtelingenkamp opgesteld dat het kamp effectief voor het mogelijke geweld van de rebellen werd afgeschermd. Na hiertoe te zijn gesommeerd door de EUFOR-troepen trokken de rebellen zich terug.

Op het moment dat de rebellenacties begonnen, was een Nederlands peloton mariniers met Viking-voertuigen in de buurt. De mariniers hebben de Ieren bij de NGO-compounds en rond het vluchtelingenkamp Djabal geassisteerd.

Tijdens hun terugtocht richtten de rebellen nog enkele vernielingen aan in de directe omgeving van kamp en compounds. Hierbij kwamen zij tegenover Nederlandse mariniers te staan. De leider van de rebellen heeft voor het ontstaan van deze dreigende situatie zijn excuses aan de Nederlandse pelotonscommandant aangeboden, hem duidelijk gemaakt dat de rebellen niet uit waren op een confrontatie met EUFOR en hem bovendien de sleutels van enkele buitgemaakte voertuigen overhandigd. Er zijn geen schoten gevallen.

Veiligheid Nederlandse troepen

Ook in het licht van deze ontwikkelingen achten wij de veiligheidssituatie voor de Nederlandse troepen niet wezenlijk veranderd sinds de artikel 100 brief van 29 februari 2008. De confrontatie met rebellen op 14 juni jl. kon zonder geweld worden opgelost en de rebellenleider heeft aangegeven geen conflict met EUFOR te willen. Daarnaast beperken de Nederlandse troepen zich tot korteafstandspatrouilles, zolang de medische (lucht)evacuatiecapaciteit nog niet op peil is. Nederland is zowel met Ierland als de EU in gesprek om het niveau van medische (lucht) evacuatiecapaciteit op zo kort mogelijke termijn op peil te brengen.

Mandaat

Tijdens dit eerste contact met de rebellen heeft EUFOR zijn presentie doen gelden. Ierse en Nederlandse EUFOR-troepen hebben de taken die voortvloeien uit het mandaat naar behoren uitgevoerd. De onpartijdigheid van EUFOR is gehandhaafd.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. A.G. Koenders