Kamerbrief inzake Mediterrane Unie-top te Parijs

Met verwijzing naar de brief van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken d.d. 8 juli 2008 met kenmerk 08-BuZa-B-101 stuur ik u hierbij de beantwoording op het verslag van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken houdende een aantal vragen en opmerkingen over onze brief d.d. 4 juli 2008 inzake de inzet van de regering bij de bijeenkomst van de staats- en regeringsleiders in het kader van de Mediterrane Unie te Parijs op 13 juli 2008.

De mnister van Buitenlandse Zaken, De staatssecretaris voor Europese Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen Drs. F.C.G.M. Timmermans

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld .. 2008

Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken bestond bij een drietal fracties de behoefte de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Europese Zaken enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Europese Zaken d.d. 4 juli 2008 inzake de Unie voor de Mediterrane regio.

De minister en de staatssecretaris hebben op de vragen en opmerkingen geantwoord bij brief van …. 2008. De vragen en opmerkingen van de fracties en de antwoorden van de minister en de staatssecretaris zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Ormel

De griffier van de commissie,

Van der Kolk-Timmermans

Inleiding – relatie unie voor de Mediterrane regio t.o.v. het Barcelona-proces

De leden van de fractie van het CDA hebben met belangstelling kennisgenomen van het Franse initiatief om op 13 juli 2008 tijdens de EU – Mediterrane Top tot oprichting van een Unie voor de Mediterrane regio over te gaan. De leden van de fractie van het CDA hebben daarbij nog enkele vragen. De leden van de fractie van het CDA vragen zich af waarom een nieuwe structuur nodig is terwijl er een kader ligt, namelijk het Barcelona-proces. Ook willen zij weten wat de Unie voor de Mediterrane regio gaat en kan bereiken wat met het Barcelona-proces niet tot stand kwam? Zij vragen zich af waar de problemen liggen in het Barcelona-proces? Tevens willen de leden van de fractie van het CDA weten in hoeverre deze Unie er anders uit gaat zien, qua proces, qua inhoud, qua structuur en qua (afdwingbare) afspraken? Met andere woorden, op welke wijze gaan het Barcelona-proces en het nieuwe initiatief elkaar aanvullen?

De regering merkt naar aanleiding van de vragen van het CDA op dat juist vanwege de grote overlap tussen de suggesties die zijn gedaan voor een Unie voor de Mediterrane Regio en het Barcelona proces in maart 2008 tijdens de Europese Raad is besloten de Unie voor de Mediterrane Regio te integreren in het Barcelona proces. Het Barcelona proces is een waardevol raamwerk voor euromediterrane samenwerking, maar heeft zijn werkelijke potentieel nog altijd niet bereikt. De Israëlisch-Arabische tegenstelling en het verwijt van de Mediterrane partners dat het Barcelona proces al te zeer wordt gedomineerd door de EU hebben ertoe geleid dat minder concrete voortgang is geboekt dan de afgelopen jaren werd gehoopt. De Unie voor de Mediterrane regio wil voorkomen tegen dezelfde struikelblokken op te lopen door veel aandacht te geven aan samenwerking op thema’s die zo min mogelijk politiek controversieel zijn en aan het toekennen van meer zeggenschap en eigenaarschap aan de Mediterrane buurlanden. De verworvenheden van het Barcelona proces blijven zodoende behouden, waarbij de voornaamste wijzigingen de instelling betreffen van een co-voorzitterschap, secretariaat en Joint Permanent Committee evenals een grotere focus op concrete en zichtbare projecten.

De leden van de fractie van de PvdA hebben eveneens met belangstelling kennis genomen van de notitie inzake de Unie voor de Mediterrane regio. Het Europees Nabuurschapbeleid richt zich op het bevorderen van stabiele en welvarende staten rondom de Unie. Het Barcelona proces biedt het juiste regionale kader voor samenwerking in de Mediterrane regio. Dat de kritiek op oorspronkelijke Franse plannen voor het opzetten van een Unie voor de Mediterrane regio los van het Barcelona proces er uiteindelijk toe heeft geleid dat tijdens de Europese Raad van 13-14 maart 2008 werd besloten om de Unie voor de Mediterrane regio te integreren in het Barcelona proces vinden de leden van de fractie van de PvdA een positieve ontwikkeling.

De leden van de fractie van de SP zijn zoals eerder aangeven niet enthousiast over het initiatief voor een Unie voor de Mediterrane regio en beschouwen deze van weinig toegevoegde waarde. Naar aanleiding van de brief hebben leden van de fractie van de SP wel behoefte aan het maken van enkele opmerkingen en het stellen van een aantal vragen. Het initiatief voor de Unie voor de Mediterrane regio kwam vooral vanuit Frankrijk en de Zuid-Europese lidstaten. De leden van de fractie van de SP hebben de indruk dat andere EU-lidstaten dit initiatief vooral wilden integreren in het Barcelona-proces om niet buitengesloten te worden van ontwikkelingen waar ze geen grip op zouden hebben. Erkent het Kabinet dit?

De regering heeft reeds bij de eerste besprekingen die over de Unie voor de Mediterrane Regio zijn gevoerd aangegeven dat goede betrekkingen met de Mediterrane Regio van groot belang zijn voor alle EU lidstaten en niet alleen voor de landen aan de Middellandse Zee. Ook Nederland heeft een direct belang in de Mediterrane regio vanwege politieke en economische belangen, maar ook omdat een deel van de Nederlandse bevolking afkomstig is uit deze regio en daar nog nauwe banden mee onderhoudt.

Ook vragen de leden van de fractie van de SP zich af of er wel genoeg draagvlak is om van de Unie voor de Mediterrane regio een succes te maken, gezien ook de ervaring met het in het slop geraakte Barcelona-proces?

De regering is van mening dat de Unie voor de Mediterrane Regio in staat is een politiek momentum te creëren waardoor het Barcelona proces de benodigde politieke impuls kan krijgen. Het feit dat op de komende Top van de Unie voor de Mediterrane Regio in Parijs op 13 juli a.s. met uitzondering van Libië alle 44 lidstaten zullen zijn vertegenwoordigd op het niveau van staatshoofd of regeringsleider geeft aan dat het initiatief grote politieke belangstelling geniet. Dit in tegenstelling tot de bijeenkomsten die in het verleden plaatsvonden in het kader van het Barcelona proces.

Institutionele zaken – afstemming – follow-up

De leden van de fractie van het CDA hebben voorts enkele vragen over de praktische invulling van de Unie voor de Mediterrane regio; op welke manier wordt er controle gehouden op de mogelijkheid dat het EU – Mediterrane secretariaat overlap qua taken met de Europese Commissie krijgt? Hoe gaat voorkomen worden dat er door het secretariaat een nieuwe bureaucratische structuur ontstaat?

De regering kan aangeven dat nog geen overeenstemming bereikt kon worden over de precieze taken en opzet van het secretariaat. Besluitvorming hierover zal worden doorgeschoven naar de voor november voorziene bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken van de Unie voor de Mediterrane Regio. De Nederlandse inzet hierbij is dat er een licht, projectgeoriënteerd secretariaat moet komen, dat zo kostenefficiënt mogelijk wordt opgezet. Overlap van taken met de Europese Commissie moet worden voorkomen door detachering van medewerkers van de Europese Commissie in het secretariaat.

Vervolgens vragen de leden van de fractie van het CDA op welke wijze de bilaterale EU-relaties door middel van Associatieovereenkomsten en samenwerking binnen het ENP samenvallen met het initiatief voor een EU – Unie voor de Mediterrane regio?

De Associatieakkoorden met de zuidelijke buren en de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomsten met de oostelijke buren vormen de basis voor samenwerking voor zowel het bilaterale Europees Nabuurschapsbeleid als voor een aantal multilaterale processen zoals de Unie voor de Mediterrane Regio.

Ook vragen zij zich af hoe de follow-up zal zijn van de tijdens de Top gemaakte afspraken over dit Franse initiatief. Zullen er concrete afspraken worden gemaakt? Welk tijdpad zal hierin worden opgenomen? Worden met individuele landen of met de gehele groep afspraken gemaakt? Zal worden bevorderd dat landen ook onderling, eventueel aanvullend, afspraken maken? Wordt er een evaluatiemoment afgesproken ten aanzien van de gemaakte afspraken, bijvoorbeeld in de vorm van een vervolgtop?

De verwachting is dat concrete vervolgafspraken, evenals een tijdpad, aan de orde zullen komen tijdens de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken van de Unie voor de Mediterrane Regio die in november 2008 zal plaatsvinden in Marseille.

Het is de leden van de fractie van de SP niet duidelijk hoe de besluitvorming in de Unie voor de Mediterrane regio gaat plaatsvinden en hoe dit zich gaat verhouden tot de besluitvorming binnen de EU, zeker gezien de voorkeur van het Kabinet voor een roulerend voorzitterschap. Gaan de EU lidstaten eerst overeenstemming bereiken totdat er tot besluitvorming plaatsvindt in de Unie voor de Mediterrane regio?

Besluitvorming in de Unie voor de Mediterrane Regio zal, zeker wat betreft de institutionele vraagstukken, plaatsvinden bij unanimiteit. Zoals ook onder het huidige Barcelona proces het geval is, moeten de EU lidstaten eerst onderling tot overeenstemming komen alvorens besluitvorming in de Unie voor de Mediterrane Regio plaatsvindt.

De leden van de fractie van de SP ondersteunen het streven van het Kabinet, nu de Unie voor de Mediterrane regio er toch komt, om het opzetten van een ‘ Joint Permanent Committee’ gepaard te laten gaan met een vermindering van dergelijke bijeenkomsten in het kader van Euromed. De vraag dient zich echter meteen aan hoe Euromed in zijn geheel zich verhoudt tot de Unie voor de Mediterrane regio.

De regering wil graag toelichten dat het Barcelona proces hetzelfde is als Euromed. Afgesproken is nu dat de benaming zal luiden “Barcelona proces: Unie voor de Mediterrane Regio”. De term Euromed zal zodoende niet meer gebruikt worden.

De leden van de fractie van de SP vragen zich af of het Kabinet het niet verstandig acht om een horizonbepaling voor de Unie voor de Mediterrane regio op te nemen, zodat als na enige tijd blijkt dat de doelstellingen van de Unie voor de Mediterrane regio niet worden gehaald deze kan worden opgedoekt.

De regering acht het in dit stadium niet wenselijk of raadzaam een dergelijke horizonbepaling op te nemen.

Financiële consequenties

De leden van de fractie van de PvdA benadrukken op dat aan het totale EU-budget voor de zuidelijke buurlanden in het kader van de lopende Financiële Perspectieven niet getornd kan worden. Heropening van de discussie over de herverdeling van middelen tussen oostelijke en zuidelijke buren is daarom eveneens niet aan de orde. Daarnaast dienen de meerkosten van de Unie voor de Mediterrane regio zo beperkt mogelijk blijven. De leden van de fractie van de PvdA geven aan dat er al internationale financiële instellingen bestaan die actief zijn in de regio en dat er geen gebrek is aan beschikbaar gestelde middelen. Daarom zien de leden van de fractie van de PvdA geen enkele noodzaak om een aparte internationale (financiële) instelling in het leven te roepen voor de Unie voor de Mediterrane regio.

De leden van de fractie van de SP geven aan dat het Kabinet met betrekking tot de financiering aangeeft twijfels te hebben over de mogelijkheid additionele financiering aan te trekken. Wat betekent dit voor het ambitieniveau van de Uni e voor de Mediterrane regio en waar worden de kosten van het versterkte secretariaat dan van betaald? Het Kabinet merkt ook op het niet opportuun te vinden de discussie in het kader van de lopende financiële perspectieven te heropenen. De leden van de fractie van de SP vragen zich af of daar dan kans op is? Zijn er landen die hiertoe voorstellen hebben gedaan?

Voor de regering is uitgangspunt dat geen additionele EU-middelen worden vrijgemaakt en dat de discussie inzake de Financiële Perspectieven 2007-2013 niet worden heropend. Hiervan is vooralsnog ook geen sprake. De financiering van het secretariaat kan gedekt worden binnen de bestaande kaders van de EU begroting bedoeld voor Extern Beleid van de EU.

Mensenrechten en andere thema’s

De leden van de fractie van het CDA vragen zich voorts af of asiel- en migratievraagstukken een plaats binnen de EU – Unie voor de Mediterrane regio krijgen? Op welke wijze krijgen Europese waarden als mensenrechten, vrijheid van religie en van meningsuiting een prominente rol in de samenwerking met de Mediterrane landen?

Asiel- en migratievraagstukken enerzijds en mensenrechtendialoog in al zijn facetten anderzijds komen in eerste instantie vooral aan de orde in het kader van de bilaterale verhoudingen van de EU met de UMR-partnerlanden, zoals vormgegeven door de afzonderlijke Associatieakkoorden en de ENP-Partnerschapsakkoorden. Daarin brengt oprichting van de UMR geen verandering. Net als binnen het Barcelona Proces sinds 1995, zal ook in UMR-kader vormgegeven worden aan de dialoog over thema’s als mensenrechten, vrijheid van religie en meningsuiting. De UMR kan daarenboven projectsgewijs bijdragen aan verbetering van de praktische samenwerking van de EU met de UMR-landen op genoemde terreinen.

Deze leden vragen daarnaast of Nederland zich specifiek gaat inzetten op projecten die binnen de EU – Unie voor de Mediterrane regio worden voorgesteld? Zo ja, welke projecten? Welke initiatieven kunnen er worden ontplooid op het gebied van watermanagement? Gaat Nederland hier specifiek haar expertise inzetten?

Nederland is voornemens m.n. op het gebied van duurzaam waterbeheer en – gebruik een projectvoorstel te lanceren. Dit voorstel beoogt enerzijds strategisch te bevorderen dat langetermijnvraagstukken van waterbeheer hoog terecht komen op de politieke agenda van de landen die grenzen aan de Middellandse Zee. Anderzijds moet het voorstel leiden tot versterking van de watergerelateerde onderzoekscapaciteit in deze landen, wat op zijn beurt weer zal bijdragen aan capaciteitsopbouw. De formulering van dit initiatief (European Mediterranean Water Initiative (EMWI)) is nog niet definitief, doch zodra het is afgerond zal het ook naar de Kamer gestuurd worden.

De leden van de fractie van de PvdA benadrukken dat de aandacht voor mensenrechten en democratisering en welke rol deze spelen in de regionale samenwerking duidelijk ontbreekt. De Unie voor de Mediterrane regio kan een manier zijn om bij te dragen aan de ontwikkeling van een rechtsstaat. Er zou veel meer gekeken moeten worden naar de ontwikkelingen in de betreffende landen op dit terrein alvorens de economische banden aan te halen. Dus niet de economische banden gebruiken om bijvoorbeeld de schendingen van mensenrechten bespreekbaar te maken maar nu eens omgekeerd. Geen mensenrechtenschendingen alvorens economische samenwerking.

Vanaf de Barcelona Conferentie in 1995 maakt de naleving van mensenrechten en fundamentele vrijheden een integraal onderdeel uit van het Barcelona Proces en zal derhalve ook onderdeel zijn van de Unie voor de Mediterrane Regio. Als recent voorbeeld kan gewezen worden op het Euromed seminar over de naleving van mensenrechten en terrorismebestrijding dat op 16 en 17 juni jl. plaatsvond in Praag. Binnen de Unie voor de Mediterrane regio zullen mensenrechten en democratisering ook een centrale plaats innemen, waarbij de projectdimensie van de Unie voor de Mediterrane Regio aanvullende mogelijkheden en zichtbaarheid biedt. Nederland pleit er verder voor dat additionele financiering voor Euromediterrane projecten voort moet komen uit de reeds bestaande Europese en internationale instellingen zoals het Europees Nabuurschaps- en Partnerschapsinstrument (ENPI). Beide aspecten zullen in het kader van de UMR worden versterkt.

De regering is van mening dat handelsbevordering en bescherming van mensenrechten nauw met elkaar verbonden zijn: ze zijn vaak onderling van elkaar afhankelijk en kunnen elkaar versterken. Ook het bedrijfsleven kan hierin een positieve rol spelen. Door de invloed die het bedrijfsleven kan hebben op het bevorderen van mensenrechten komen het internationale mensenrechtenbeleid en het beleid ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) dichter bij elkaar.

De leden van de fractie van de SP geven ook aan dat bij de deelnemende landen aan de Unie voor de Mediterrane regio ook landen zijn waar zorgen over bestaan over de mensenrechten. Deze leden benadrukken dat in de brief deze zorgen niet naar voren komen geen rol lijken te spelen. Ze vragen zich af of dit juist is en indien neen, hoe de mensenrechten wel een rol gaan spelen in de Unie voor de Mediterrane regio?

De regering heeft reeds benadrukt dat de mensenrechtendialoog in eerste instantie aan de orde komt in het kader van de bilaterale verhoudingen van de EU met de UMR-partnerlanden, zoals vormgegeven door de afzonderlijke Associatieakkoorden en de ENP-Partnerschapsakkoorden. Daarin brengt oprichting van de UMR geen verandering. Dit wil uiteraard niet zeggen dat mensenrechten niet besproken zullen worden in het kader van de UMR, integendeel. Met name regionale c.q. landoverstijgende en/of thematische onderwerpen worden reeds in Euromed kader aan de orde gesteld. De UMR kan bovendien projectsgewijs bijdragen aan de bevordering en bescherming van mensenrechten en fundamentele vrijheden in de Mediterrane regio. Nederland zal zich hier uiteraard actief voor inzetten.

Ook vragen de leden van de fractie van de SP zich af hoe de projecten zich verhouden tot de al lopende initiatieven die de EU ontplooit op de genoemde gebieden zoals immigratie? Worden deze projecten geïntegreerd in de Unie voor de Mediterrane regio? Ontstaat niet het risico van overlap?

Projecten die aansluiten op reeds lopende initiatieven zullen worden geï ntegreerd in de Unie voor de Mediterrane Regio, waarbij Nederland steeds heeft gewezen op het belang van donorcoördinatie en heeft aangegeven dat gewaakt moet worden voor overlap met lopende activiteiten.

Samenwerking EU, Israël en Arabische landen

De leden van de fractie van het CDA constateren dat het goed is dat er een forum is waar naast de EU en Turkije, ook Israël en de Arabische landen met elkaar om tafel zitten. In de notitie geeft u aan dat de Unie voor de Mediterrane regio meer aandacht wil richten op projectmatige samenwerking. Zoals we uit de media hebben vernomen zullen de Israëlische en Syrische presidenten bij deze Top aanwezig zijn. Ziet u mogelijkheden voor projectmatige samenwerking tussen de EU, Israël en Syrië? Zo ja, worden hiertoe concrete voorstellen gedaan of ondersteund?

Bilateraal blijkt samenwerking met Syrië mogelijk te zijn: Nederland heeft bijv. een watersamenwerkingsprogramma met Syrië. De mogelijkheden voor trilaterale projectmatige samenwerking tussen de EU, Israël en Syrië zijn op dit moment vooral theoretisch van aard. Israël en Syrië zouden m.n. op het gebied van duurzaam gebruik van water, bijv. m.b.t. het beheer van het Meer van Galilea, praktisch kunnen samenwerken. Hopelijk zal de UMR in staat zijn dergelijke samenwerking projectmatig vorm te geven – en Nederland zal dat aanmoedigen - doch zoiets zal eerst en vooral vergen dat Syrië zijn onwrikbare standpunten die gericht zijn op de volledige verwerping van elke vorm van samenwerking met Israël, opgeeft.