Kamerbrief inzake inzet marine voor bescherming humanitaire hulp Somalië tegen piraterij
Op 26 februari jl. informeerden wij uw Kamer over het onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van inzet van de Koninklijke marine, voor beperkte duur, in de wateren van en in de nabijheid van Somalië.
Gelet op artikel 100 van de Grondwet informeren wij u hierbij over het besluit van de regering om van eind maart tot eind juni 2008 een luchtverdedigings- en commandofregat (LCF), de Hr. Ms. Evertsen, in te zetten voor de bescherming, met name tegen piraterij, van humanitaire hulp-transporten van het World Food Programme (WFP) over zee naar Somalië.
Gronden voor deelname
Op 22 februari jl. heeft het VN-Wereldvoedselprogramma Nederland verzocht om de mogelijkheden te onderzoeken om zeetransporten van humanitaire hulpgoederen naar Somalië te beschermen tegen piraterij. Somalië wordt al decennialang geteisterd door instabiliteit en onveiligheid, waardoor de Somalische bevolking rechtstreeks wordt getroffen; mede omdat het aanleveren van humanitaire hulp wordt belemmerd. Zoals de VN-Veiligheidsraad in resoluties 1772 (2007) en 1801 (2008) signaleert, verergert de toenemende piraterij langs de kust van Somalië deze situatie. Piraterij is een schending van het internationale zeerecht en vormt een bedreiging voor het verlenen van humanitaire hulp aan Somalië en voor de hulpverleners zelf. Vanwege het grote aantal kapingen van schepen in de Somalische territoriale wateren en op de open zee in de regio, hebben hulporganisaties voor transport van humanitaire hulp behoefte aan maritieme bescherming.
De omvang van de humanitaire nood in Somalië noopt tot actie. Nederland levert in de eerste plaats een bijdrage in de vorm van financiële steun voor het verstrekken van humanitaire hulp door daarin gespecialiseerde organisaties. Dit betrof in 2007 ongeveer 9 miljoen euro. In deze context bezocht de minister voor Ontwikkelingssamenwerking op 6 maart jl. Somalische vluchtelingen in Jemen. Humanitaire hulp kan effectiever zijn als in internationaal verband op geï ntegreerde wijze aandacht wordt besteed aan de problemen van Somalië. Dat wil zeggen dat humanitaire, diplomatieke en militaire inspanningen elkaar wederzijds ondersteunen en versterken. Op grond van de overtuiging van de noodzaak van een dergelijke aanpak en de prioriteiten van het Nederlandse Afrikabeleid, heeft de regering besloten in te gaan op het verzoek van het WFP en de Koninklijke marine in te zetten om zeetransporten van humanitaire hulpgoederen naar Somalië te beschermen tegen piraterij.
Politieke aspecten
Somalië kampt al jaren met conflicten en rivaliteit tussen (sub-) clans en belangengroeperingen onder leiding van elkaar bestrijdende krijgsheren. De situatie werd sinds 2005 complexer door de opkomst van de Unie van Islamitische Rechtbanken (UIC) die zich verzet tegen de internationaal erkende overgangsregering (TFG). In de loop van 2006 groeide de UIC uit tot de grootste gewapende, politieke groepering in Somalië en veroverde grote delen van het land op de overgangsregering (TFG) en krijgsheren. In de tweede helft van dat jaar liep de spanning tussen de UIC en de overgangsregering hoog op. Diplomatieke initiatieven van de Arabische Liga en de regionale organisatie IGAD om een politieke oplossing voor het conflict te vinden, liepen op niets uit. Daarop volgde een militaire interventie; in verrassend korte tijd heroverden de overgangsregering en het Ethiopische leger, begin januari 2007 grote delen van Somalië op de UIC. Ethiopië staat achter de overgangsregering omdat het verwacht dat de TFG de beste kans op duurzame stabiliteit biedt. De veiligheidssituatie verslechtert sindsdien echter verder en de TFG heeft vrijwel geen controle over het kustgebied ten zuiden van Mogadishu, tot aan de Keniaanse grens.
Sinds 2007 is de door de VN gemandateerde AMISOM-missie van de Afrikaanse Unie (AU) actief in Somalië. Het mandaat van AMISOM is op 20 februari jl. met zes maanden verlengd. Deze AU-missie is bedoeld om de Somalische TFG te beveiligen en Somalische veiligheidstroepen te trainen, maar is sterk onderbezet. Nederland steunt AMISOM in multilateraal kader via onder andere de Africa Peace Facility (APF) van de EU. De APF heeft tot op heden met meer dan 15 miljoen euro aan de AMISOM-missie bijgedragen. Daarnaast is uit het nieuwe EU-stabiliteitsinstrument 2,5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor financiering van de AMISOM Strategic Management and Planning Capability.
President Yusuf benoemde begin 2007 een nieuwe premier, Nur Adde, wiens kabinet slagvaardiger oogt dan dat van zijn voorganger Gedi. De regering is in gesprek met de oppositie, die is verenigd in de zogenaamde ‘Asmara-groep’. De Speciale Vertegenwoordiger van de SG VN voor Somalië, Ould Abdallah, hoopt de twee kampen op informele wijze bij elkaar te brengen. Premier Nur Adde en zijn kabinet lijken te beschikken over de politieke wil die nodig is om tot een vergelijk te komen met de oppositie.
Het fragiele staatsbestel van Somalië, waardoor corruptie en criminaliteit hoogtij kunnen vieren, zorgt er ondertussen mede voor dat het probleem van piraterij voor de Somalische kust toeneemt, zoals de VN-veiligheidsraad in de eerder genoemde resoluties signaleert.
Humanitaire situatie
De humanitaire situatie in Somalië, dat al jaren tot de minst ontwikkelde landen ter wereld behoort, is sterk verslechterd in 2007. Vanwege het aanhoudende geweld en de instabiele politieke situatie in Zuid- en Centraal-Somalië is het aantal ontheemden het laatste half jaar gestegen van 400.000 tot ongeveer één miljoen. Naar verwachting zal de ontheemdenstroom verder toenemen en zal het geweld in Mogadishu niet verminderen. Het merendeel van de ontheemden trekt naar Afgoy, ten noorden van Mogadishu. Mogadishu is zo goed als verlaten. De noden in Somalië zijn groot. Het afgelopen jaar is het aantal mensen dat hulp nodig heeft met ongeveer 50 procent gestegen tot meer dan anderhalf miljoen mensen. Dit hangt voor een deel samen met de verslechterde veiligheidssituatie. Daarnaast spelen klimatologische omstandigheden een rol. In 2007 bleven de regens grotendeels uit, waardoor de voedselproductie terugliep. Het WFP spreekt van de slechtste graanoogst in 13 jaar. In delen van het land is momenteel sprake van ernstige ondervoeding. Onlangs bestempelde John Holmes (UN Under-Secretary-General for Humanitarian Affairs and Emergency Relief Coordinator) de situatie in Somalië als ‘