Kamerbrief inzake geannoteerde agenda van de Informele Raad voor Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (Gymnich) van 5 en 6 september 2008
Graag bied ik u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Informele Raad voor Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (‘Gymnich’) van 5 en 6 september 2008.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Geannoteerde Agenda van de informele Raad voor Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (‘Gymnich’) van 5 en 6 september 2008.
Georgië/Rusland
De ministers zullen tijdens het Gymnich-overleg uitgebreid spreken over de strategische (lange-termijn) relatie met Rusland en Georgië. Hierbij zal in het bijzonder worden ingegaan op de rol van de EU bij het vinden van een duurzame oplossing van het conflict.
De exacte inhoud van deze besprekingen zal mede worden bepaald door de uitkomsten van de bijzondere zitting van de Europese Raad op 1 september 2008. Graag verwijs ik u hierbij naar de brief van 29 augustus 2008 (kenmerk DIE-1151/08), met daarin de geannoteerde agenda van deze Europese Raad.
Transatlantische relaties
Met het oog op de aanstaande wisseling van de VS-regering zullen de ministers zich buigen over de toekomst van de transatlantische relaties. Besproken zal worden op welke dossiers de EU nauwer met de VS zou kunnen samenwerken.
Hierbij kan worden gedacht aan de grote mondiale vraagstukken (onder meer klimaat, doorstart van de WTO-onderhandelingen, energie, ontwikkeling), belangrijke buitenlandspolitieke dossiers, en het verder uitbouwen van de Transatlantische Economisch Initiatief (het zogeheten Merkel-initiatief).
De ministers zullen tijdens de discussie over de transatlantische relaties ook van gedachten wisselen over de huidige politieke instabiliteit in Pakistan en de invloed daarvan op de ontwikkeling in Afghanistan.
Nederland steunt een verdere verdieping en versterking van de transatlantische relaties. De VS en EU delen immers op vele vlakken waarden en belangen.
Europese Veiligheidsstrategie (EVS)
Tijdens het Gymnich zal SG/HV Solana voorstellen presenteren voor de actualisering van de Europese Veiligheidsstrategie uit 2002 (EVS). SG/HV Solana heeft van de Europese Raad van 14 december 2007 de opdracht gekregen de EVS tegen het licht te houden. Het mandaat luidt: identificeren waar de EVS ontoereikend is, maatregelen voorstellen ter verbetering van uitvoering van de strategie en de strategie alleen aanvullen waar deze onvolledig blijkt te zijn.
Tijdens het Franse voorzitterschap zal een evaluatie plaatshebben. Het voorzitterschap streeft naar aanvaarding tijdens de Europese Raad van december van één of twee bijlagen bij de EVS met verbeteringen en aanvullingen.
De Nederlandse inzet concentreert zich op twee hoofdpunten. In de eerste plaats dient de coherentie te worden verbeterd; samenhangende inzet van alle middelen die de Europese Unie ter beschikking staan om dreigingen aan te pakken (GBVB, EVDB, communautaire hulp en ontwikkelingsinstrumentarium). Speciale aandacht daarbij verdient verbeterde civiel-militaire samenwerking (o.a. planning van crisisoperaties) en samenwerking met andere organisaties als de NAVO en de VN. Daarnaast dient volgens Nederland de strategie uit te gaan van een meer omvattende benadering. In dat kader dienen in het bijzonder thema’s als klimaatverandering, energiezekerheid, de ontwikkelingsdimensie (fragiliteit en ontwikkeling) en mensenrechten meer aandacht te krijgen en moet de samenhang tussen wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie worden bevorderd. Ook overige EU partners streven een brede opzet van de Veiligheidstrategie na.
Midden-Oosten Vredesproces
Tijdens het Gymnich zal gesproken worden over de praktische mogelijkheden voor EU-ondersteuning van een (voorlopig) onderhandelingsakkoord, zodra dat tot stand is gekomen tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit (PA).
Als overlegkader dient een notitie van het voorzitterschap dat Frankrijk binnenkort zal formuleren naar aanleiding van de bevindingen die minister Kouchner opgedaan heeft tijdens zijn reis door de regio eind augustus. Over elementen hiervan zou besluitvorming kunnen plaatsvinden op de eerstvolgende RAZEB van 15 september 2008.
Daarnaast zal mogelijk van gedachten gewisseld worden over het EU-beleid inzake Syrië. Frankrijk heeft naar aanleiding van de top van Parijs gepleit voor heroverweging van het EU-besluit om het EU-Associatieakkoord met Syrië niet te ondertekenen. Meerdere lidstaten hebben destijds evenwel aangegeven daaraan duidelijke voorwaarden te willen stellen.
Nederland onderschrijft in algemene zin het voornemen om te komen tot nadere precisering van de mogelijke EU-inzet ter ondersteuning van het MOVP en zou spoedige besluitvorming daarover toejuichen. In dit verband is het wenselijk om de verdieping van de relatie tussen de EU en Israël voortvarend aan te pakken. Nederland is bovendien voorstander van een meer gemeenschappelijk optreden van de EU jegens Syrië en zou ook het hanteren van duidelijke benchmarks willen bepleiten aan de hand waarvan het Syrisch gedrag beoordeeld kan worden.