Kamerbrief inzake de toestemming voor een gesprek met de cultureel attaché te New York

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 juni 2008 met kenmerk 08-OCW-B-038 inzake de toestemming voor een gesprek met de cultureel attaché te New York.

Uw Kamer diende op 20 december 2007 een motie in (31 200 VIII nr 132), waarin u de regering verzocht in overleg te treden met de gemeente Amsterdam, kunstinstellingen, het bedrijfsleven en Amerikaanse overheden om te bezien op welke wijze vanaf 2009 structureler en tastbaar vorm kan worden gegeven aan de historische en culturele band tussen Nederland en New York en daarbij het idee van een Holland- of Nieuw Amsterdam huis te betrekken.

Op Prinsjesdag zal ik, samen met minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op verzoek van uw Kamer1 een nieuwe brief over het internationaal cultuurbeleid aan uw Kamer sturen, waarin ook op het onderwerp van deze motie wordt ingegaan. Intussen heeft de vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de cultureel attaché te New York, de heer K. van Twist, uitgenodigd voor een gesprek op 11 juni a.s. en mij daarover 9 juni geïnformeerd. Mede namens mijn collega van OCW, verleen ik de heer Van Twist toestemming voor een gesprek met deze Commissie.

Het door uw Kamer gewenste overleg met de Gemeente Amsterdam en kunstinstellingen is direct aangevangen, doch wordt in de komende maanden afgerond.

De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans

1: Motie Leerdam/Nicolaï/Van der Ham/Halsema, Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31 200 VIII, Nr. 116. De motie verzocht de regering “de voorgenomen ambities op het gebied van internationaal cultuurbeleid gestalte te geven en concreet tot uitwerking te laten komen”.