Kamerbrief inzake de toelichting op het gebruik van nulmetingen in het kader van ontwikkelingssamenwerking
Graag wil ik u hierbij nader informeren over de plaats van nulmetingen in het kader van resultaatgerichte ontwikkelingssamenwerking naar aanleiding van het wetgevingsoverleg van 18 juni dit jaar.
Het begrip nulmeting kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Ten eerste kan er gesproken worden over nulmetingen in de zin van een meting voorafgaande aan een interventie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking met als doel om na afloop bereikte effecten te kunnen meten. Beleid moet immers werken en onze bijdrage aan ontwikkeling moet wat opleveren. Zo wil ik niet alleen weten of er met Nederlands belastinggeld een school is gebouwd in Zambia, Bangladesh of Oeganda, maar ook of de jongens en meisjes die daar nu eindelijk naar school kunnen gaan, daar vervolgens iets leren waar ze in hun verdere leven iets mee kunnen doen. Ik wil niet alleen weten hoeveel vroedvrouwen in Jemen, Tanzania of Afghanistan opgeleid zijn om vrouwen te begeleiden bij zwangerschap en bevalling maar ook of daarmee hoge moedersterfte en zuigelingensterfte afneemt. De kwaliteit en impact van bestedingen gaan mij bijzonder aan het hart. Resultaten tellen en als er ergens kritisch wordt gekeken naar resultaten dan is het wel binnen ontwikkelingssamenwerking. Bij ieder programma, bij iedere activiteit, bij iedere bijdrage gaat het om resultaten en bereikte effecten. Dataverzameling in het kader van deze nulmetingen voor effectenonderzoek wordt doorgaans verricht op basis van steekproeven, afhankelijk van de aard en doelgroep van de ontwikkelingsinterventie, van huishoudens, gemeenschappen etc. Op het gebied van evaluatieonderzoek wordt in overeenstemming met de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek en Beleidsinformatie (RPE 2006) prioriteit gegeven aan impactevaluaties of effectenonderzoek.
Ten tweede kan het begrip nulmeting ook worden gebruikt in het kader van de monitoring van resultaten tijdens de uitvoering van ontwikkelingsprogramma’s. Dat is om na te gaan of een en ander is uitgevoerd als gepland. Veranderingsprocessen als ontwikkelingssamenwerking verlopen vaak niet lineair maar grillig en zijn soms lastig te plannen. Echter bij de planning van programma’s wordt als onderdeel van de besluitvorming een nulmeting verricht waarbij feitelijk de beginsituatie wordt beschreven. Vaak wordt gesproken over baselines in plaats van een nulmeting. Hier dient de nulmeting als referentiepunt om de voortgang in het bereiken van resultaten te kunnen zien en deze te monitoren. Dan gaat het er wel om of het aantal basisscholen dat gebouwd is, overeenkomt met het geplande aantal scholen. In dat geval helpt een nulmeting om de uitvoering, waar nodig, bij te sturen als zaken niet volgens plan verlopen. Daarbij dient wel de kanttekening te worden geplaatst dat de context van zo’n nulmeting ofwel de oorzaken, het krachtenveld en de verklaringen die schuilen achter de startsituatie minstens zo belangrijk zijn. Zowel directies als ambassades worden via een mix aan instrumenten ondersteund bij het monitoren van Nederlandse inspanningen op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Het gebruik van baseline gegevens en voortgangsindicatoren is begin 2008 aangescherpt bij de beoordeling van activiteiten en programma’s.
De evaluatiefunctie en evaluatieprogrammering zijn van doorslaggevende betekenis om de effecten en impact van beleid goed in kaart te brengen. Recente impactevaluaties van de hand van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) op het gebied van basisonderwijs in Zambia en Oeganda (april 2008) zijn daar goede voorbeelden van. Deze evaluaties leveren onder andere het bewijs dat er in relatief korte tijd met Nederlands geld voor ontwikkelingssamenwerking een inhaalslag is gerealiseerd in basisscholing van zowel meisjes als jongens uit de armste huishoudens. Voorts worden lessen uit deze evaluaties gebruikt voor verdere verbetering van de uitvoering van ontwikkelingsdoelstellingen zodra bijvoorbeeld blijkt dat de kwaliteit van het onderwijs te lijden heeft gehad onder de grote instroom van nieuwe leerlingen. Ik hecht belang aan evaluatieonderzoek niet alleen als verantwoordingsmechanisme maar juist ook omdat er praktische lessen uitgetrokken kunnen worden.
Kortom, nulmetingen zijn een standaardonderdeel van resultaatgerichte monitoring en evaluatie. Bij de beoordeling en goedkeuring van programma’s wordt er op toegezien
dat de beginsituatie zo goed mogelijk in kaart wordt gebracht om later de voortgang te kunnen monitoren en effecten te kunnen meten.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders