Kamerbrief inzake de geannoteerde agenda van de ministeriële bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad (NAR) d.d. 2 en 3 december 2008 te Brussel
Graag bied ik u hierbij als bijlage de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de ministeriële bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad (NAR) te Brussel op 2 en 3 december 2008.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Ingevolge het verzoek van uw Kamer voorafgaand aan ministeriële bijeenkomsten van de NAVO Raad te worden geïnformeerd over de agenda en de Nederlandse inzet bericht ik u als volgt.
Agenda
Op 2 en 3 december a.s. vindt te Brussel een bijeenkomst plaats van de Noord-Atlantische Raad (NAR) in de samenstelling van ministers van Buitenlandse Zaken. De agenda staat nog niet vast, maar naar verwachting zullen de ministers spreken over de NAVO-operaties in Afghanistan en Kosovo, de aanvragen van Oekraïne en Georgië voor een Membership Action Plan (MAP), de relatie tussen de NAVO en Rusland, alsmede over NAVO-hervormingen.
Het ziet ernaar uit dat de bijeenkomst op 2 december start met een lunch met landen van de Mediterrane Dialoog. Naast twee werksessies van de NAR zal er een NAVO Oekraïne Commissie (NUC) en een NAVO Georgië Commissie (NGC) plaatsvinden. Het is de eerste keer dat de NGC op het niveau van ministers van Buitenlandse Zaken bijeenkomt. Op de avond van 2 december vindt op uitnodiging van de Belgische minister van Buitenlandse Zaken een trans-Atlantisch diner plaats met Canada, de Verenigde Staten en Europese niet-NAVO landen. Dit informele diner staat los van de formele NAVO-agenda. Invulling is afhankelijk van de actualiteit. Na de ministeriële zal ik, evenals een groot aantal collega’s, doorreizen naar Oslo om daar namens Nederland het Clustermunitie verdrag te ondertekenen.
Operaties
Ministers zullen spreken over de uitvoering van de strategie in Afghanistan (het in Boekarest aangenomen strategische politiek-militaire plan). Aandacht zal worden besteed aan de relatie met Pakistan. Ministers zullen naar verwachting ook willen spreken over de wijze waarop de NAVO – na het besluit van de ministers van Defensie in Budapest – met het vraagstuk van drugsbestrijding omgaat. Tenslotte blijft training van Afghaanse veiligheidstroepen (zowel leger als politie) topprioriteit in de aanloop naar de presidentiële verkiezingen volgend jaar.
Met betrekking tot Kosovo zullen ministers de actuele stand van zaken willen doornemen. KFOR blijft voorlopig in Kosovo aanwezig om de stabiliteit en de veiligheid te waarborgen en richt zich daarnaast op ondersteuning van de opbouw van de Kosovaarse veiligheidsstructuren.
Oekraïne en Georgië
Tijdens de NAVO-top in Boekarest is besloten dat Oekraïne en Georgië vooralsnog geen MAP-status krijgen. Tegelijkertijd is aangegeven dat beide landen te gelegener tijd lid van het Bondgenootschap zullen worden. Afgesproken is ook dat de samenwerking tussen de NAVO en beide landen zal worden geïntensiveerd en dat de ministers van Buitenlandse Zaken in december een eerste beoordeling zouden maken van de in de tussentijd geboekte voortgang. Dit moment is nu aangebroken.
Voor Nederland is het van belang dat de NAVO beide landen op hun eigen merites blijft beoordelen en zich niet laat leiden door de augustus-crisis in Georgië. Het gaat er vooral om vast te stellen in hoeverre Oekraïne en Georgië op het gebied van politieke en militaire hervormingen voortgang hebben geboekt, en in welke mate het zetten van een volgende stap in de toenadering naar het Bondgenootschap bijdraagt aan de veiligheid van de NAVO.
Ten aanzien van Oekraïne blijft de geringe politieke en publieke steun voor toenadering tot de NAVO voor mij een punt van zorg. De politieke situatie in Oekraïne maakt tevens dat voortgang op het gebied van hervormingen beperkt is gebleven. Dit doet overigens niets af aan de verstrekkende samenwerking tussen de NAVO en Oekraïne op het gebied van operaties, waarvoor ik veel waardering heb.
Met betrekking tot Georgië blijf ik twijfels behouden over de bestendigheid van eerder ingezette hervormingen. Ook speelt mee dat -niettegenstaande de disproportionele inzet van militaire middelen door Rusland- de Georgische opstelling van begin augustus in het conflict over Abchazië en Zuid-Ossetië wel vragen oproept.
Vooralsnog is er binnen het Bondgenootschap geen overeenstemming over de MAP-aanvragen van Oekraïne en Georgië. Het verschil van mening waarover ik u na afloop van de Top in Boekarest berichtte (Kamerstuk 28676, nr. 57) bestaat nog steeds. Een aantal Bondgenoten meent dat toekenning van MAP het hervormingsproces in beide landen verder zal stimuleren en de veiligheid van de NAVO ten goede zal komen. Andere Bondgenoten zijn hiervan niet overtuigd en menen dat niet zozeer MAP, maar daadwerkelijke hervormingen de sleutel zijn naar meer stabiliteit en Euro-Atlantische integratie. Het is van belang dat deze onenigheid niet te lang voortduurt: de kracht van de NAVO schuilt in eendrachtig optreden. Daar zal Nederland dan ook op inzetten.
Rusland
Gesproken zal worden over de relatie tussen de NAVO en Rusland op de korte en langere termijn. Sinds de crisis in Georgië is het “no business as usual” tussen de NAVO en Rusland en vindt er geen NAVO Rusland Raad (NRR) plaats. Dit betekent niet dat er helemaal geen zaken worden gedaan. Samenwerking op technisch niveau wordt van geval tot geval beoordeeld en vindt bijvoorbeeld op het gebied van drugsbestrijding en Afghanistan gewoon doorgang.
Nu de EU heeft aangekondigd onderhandelingen met Rusland over een nieuw samenwerkings- en partnerschapsakkoord te zullen hervatten, lijkt de tijd rijp om in NAVO-verband te spreken over de toekomstige betrekkingen met Rusland. Hierover zijn de meningen binnen het Bondgenootschap echter nog verdeeld. Nederlandse inzet is dat de dialoog met Rusland ook over (veiligheids) politieke onderwerpen op termijn moet worden hervat. Dit is des te belangrijker omdat er juist op veiligheidspolitiek gebied een aantal meningsverschillen is met Rusland. Nederland meent dat Rusland op een groot aantal dossiers deel moet zijn van de internationale oplossing. Dat kan alleen wanneer de kanalen voor dialoog vrij functioneren.
Hervormingen
De Secretaris-Generaal van de NAVO bereidt een pakket hervormingsmaatregelen voor om de NAVO als organisatie slagvaardiger en efficiënter te maken. Concrete voorstellen liggen nog niet op tafel. Wel is duidelijk dat vooral gedacht wordt aan een nauwere samenwerking tussen de civiele en militaire staven van de NAVO, aan meer uitvoerende bevoegdheden voor de SG als het gaat om eenvoudige beslissingen op het gebied van personele en financiële inzet van het hoofdkwartier, aan een vereenvoudiging van het besluitvormingsproces binnen de NAVO en aan stroomlijning van de gegroeide comitéstructuur.
Nederland is voorstander van een efficiënte en slagvaardige NAVO en zal tijdens de ministeriële steun uitspreken voor de inspanningen van de SG op dit terrein. Dit is nodig omdat er op onderdelen enige weerstand bestaat onder Bondgenoten. Een Speciaal Vertegenwoordiger van de SG is aangesteld om eventuele gevoeligheden met individuele Bondgenoten te bespreken zodat een haalbaar pakket van concrete voorstellen kan worden geformuleerd. In de aanloop naar de NAVO-top in Straatsburg-Kehl (april 2009) zal moeten blijken in hoeverre op dit onderwerp daadwerkelijk voortgang kan worden geboekt.