Kamerbrief inzake de beleidsnotitie 'HIV/aids en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (srgr) in het buitenlands beleid – Keuzes en Kansen'

Met deze brief bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Europese Zaken, de beleidsnotitie ‘HIV/aids en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (srgr) in het buitenlands beleid – Keuzes en Kansen’ aan.

In de beleidsnotitie ontwikkelingssamenwerking 2007 – 2011 “Een zaak van iedereen” zijn seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (srgr) en de bestrijding van HIV/aids genoemd als prioriteiten van het Nederlandse beleid. Naar aanleiding van de “Beleidsdoorlichting aids en srgr 2004-2006” zegden wij de Kamer een actualisering van het beleid op beide terreinen toe.

De beleidsdoorlichting is positief over het beleid en over de constructieve rol die Nederland internationaal speelt. Daarnaast bevat de doorlichting ook conclusies die nopen tot een aanscherping van de Nederlandse inzet. Wij voelen ons gesteund door de aanbevelingen van de beleidsdoorlichting omdat ze overeenkomen met onze voornemens om de Nederlandse inspanningen – sterker dan in het verleden – te richten op die onderwerpen en die groepen die in veel landen nog steeds verwaarloosd worden. Het gaat om onderdelen van het Actieprogramma van de Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling - de Cairo-agenda - die opnieuw onder vuur zijn komen te liggen, zoals het recht van jongeren op volledige informatie over seksualiteit en toegang tot voorbehoedmiddelen en het recht van vrouwen en meisjes om gevrijwaard te zijn van seksueel geweld en ongewenste zwangerschappen. We zullen de investeringen in veilig moederschap verhogen. Met betrekking tot aids zullen we ons speciaal inzetten voor die groepen wier stem onvoldoende gehoord wordt – kinderen, vrouwen, jongeren, seksuele minderheden, mensen met beperkingen, drugsgebruikers en mensen met HIV. Srgr en HIV/aids zijn vraagstukken met verstrekkende sociaal-economische en politieke implicaties die niet aan ontwikkelingssamenwerking zijn voorbehouden maar een inzet over de volle breedte van het buitenlands beleid vergen. Andere donorlanden, maar vooral ook de regeringen van ontwikkelingslanden moeten hun toezeggingen ten aanzien van de millenniumdoelen nakomen.

In de beleidsnotitie “Een Zaak van Iedereen” is een aantal wereldwijde ontwikkelingen geschetst die tot scherpere keuzes voor het buitenlands beleid en ontwikkelingssamenwerking dienen te leiden. Ook de mensenrechtenstrategie “Naar een menswaardig bestaan” van 2007 en de recent verschenen notitie “Veiligheid en ontwikkeling in fragiele staten” zijn in dit verband van belang. Maar Nederland moet niet alles willen doen. Onze kracht ligt in het aan de kaak stellen van de diepgewortelde krachten van genderongelijkheid, discriminatie, stigmatisering en uitsluiting en in het aandragen van praktische en innovatieve oplossingen. Deze combinatie van activisme en pragmatisme en onze standvastigheid als donorland hebben Nederland internationaal een reputatie van betrouwbaarheid en leiderschap opgeleverd. Die positie zullen wij sterker moeten uitbuiten om de levens van moeders te redden, om jongeren de zeggenschap over hun lijf en gezondheid te geven, de aidspandemie te keren en een stem te geven aan groepen die naar de marges van de samenleving gedreven zijn.

De bijgaande notitie is tot stand gekomen in overleg met de ministeries van Defensie, VWS en OC&W en met de inbreng van diverse internationale en Nederlandse maatschappelijke organisaties en bedrijven.

Ik bied u deze beleidsnotitie aan ten behoeve van nader overleg met uw Kamer.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders