Kamerbrief inzake CVM-rapporten Bulgarije en Roemenië

Kamerstuk | 29-07-2008

Op 23 juli jl. presenteerde de Europese Commissie haar jaarlijkse voortgangsrapporten in het kader van het ter gelegenheid van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie ingestelde cooperatie- en verificatiemechanisme (CVM). Deze rapporten gaan u in bijlage toe. Met het oog op het door de vaste commissie voor Europese Zaken geconvoceerde Algemeen Overleg van 3 september jl. zal het Kabinet tijdig daarvoor uw Kamer voorzien van een appreciatie van de rapporten, alsmede de inzet van het Kabinet voor de discussies in EU-Raadskader. Het Franse voorzitterschap heeft zich voorgenomen de rapporten te bespreken op de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 15 september a.s.

Vooruitlopend op deze appreciatie wil ik mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Justitie het navolgende opmerken. Uit beide rapporten blijkt dat Bulgarije en Roemenië inspanningen hebben gedaan en vorderingen hebben gemaakt, maar dat substantiële resultaten op het gebied van bijvoorbeeld de hervormingen van de rechtspraak, de bestrijding van misdaad en corruptie en het bevorderen van goed bestuur ontbreken. Met name Bulgarije heeft weinig resultaat geboekt wat betreft bestrijding van corruptie op hoog niveau en georganiseerde misdaad. De verdenkingen van corruptie en fraude met EU-fondsen tonen aan dat Bulgarije nog grote moeite heeft met het financieel beheer van (aanzienlijke) Europese geldstromen. Dit is zorgwekkend. Daarom sta ik achter het besluit van de Europese Commissie om Bulgaarse pre-accessie fondsen te bevriezen en om de accreditatie van een aantal Bulgaarse betalingsagentschappen in te trekken. Tegelijkertijd blijven onze inspanningen erop gericht om –ook in bilaterale samenwerking- tot effectieve verbeteringen te komen. Dit betreft bijvoorbeeld de bestrijding van mensenhandel.

Voor beide landen zal het CVM dus voorshands onverkort moeten blijven gelden. Ik signaleer dat de Europese Commissie afziet van de mogelijkheid van het inroepen van vrijwaringsmaatregelen en zie uit naar een motivering van de Europese Commissie voor deze keuze. Aan het gebrek aan geboekte voortgang in met name Bulgarije zullen naar mijn oordeel consequenties zijn verbonden. In Raadskader zullen diverse opties moeten worden besproken, ook die welke buiten het CVM zelf vallen. In de aanloop naar de uitgebreidere brief die uw Kamer nog voor het genoemde Algemeen Overleg toegaat zal ik onderzoeken, ook in overleg met gelijkgezinde partners, welke stappen daartoe het best geëigend zijn en de belangen van de Europese Unie en Nederland het beste dienen.

De staatssecretaris voor Europese Zaken,

Frans Timmermans