Kamerbrief inzake beantwoording van het verzoek lid Pechtold met betrekking tot het Electronic Sustem for Travel Authorization
Naar aanleiding van een bericht in de Financial Times ‘US gives more details on new visa rules’ (2 juni 2008) heeft de heer Pechtold verzocht om een brief waarin wordt vermeld wat de Nederlandse regering van de plannen vindt en hoe Europa in deze optrekt. Dit verzoek, met kenmerk 208-302, werd gedaan tijdens het ordedebat op 3 juni 2008. In dit schrijven beantwoord ik, mede namens de minister van Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken, deze vragen.
Het Amerikaanse visumontheffingsprogramma (Visa Waiver Program - VWP) geeft de staatsburgers van 27 deelnemende landen de mogelijkheid om de Verenigde Staten als tijdelijke bezoekers binnen te reizen voor zakelijke of toeristische doeleinden, zonder dat zij eerst een visum bij een Amerikaanse diplomatieke vertegenwoordiging in eigen land hoeven aan te vragen. De landen die aan het programma deelnemen worden door het Department of Homeland Security (ministerie van Binnenlandse Veiligheid), in overleg met de Secretary of State (minister van Buitenlandse Zaken), aangewezen. De voorwaarden voor deelname aan het visumontheffingsprogramma zijn in de Amerikaanse wetgeving vastgelegd.
De VS heeft in juli 2007 besloten tot aanpassing van de voorwaarden voor deelname aan het VWP. Eén van de aanpassingen is het opzetten van een Electronic System for Travel Authorization (ESTA). Op 3 juni jl. presenteerde het Amerikaanse Department of Homeland Security (DHS) het ESTA. Het systeem behelst een technische wijziging die het voor de VS eenvoudiger maakt het visa-vrij reizen te verwerken. Onderdanen van de landen die behoren tot het VWP kunnen in principe zonder visum naar de VS reizen. Om te worden toegelaten, moeten zij tot nog toe een I-94 formulier inleveren, dat zij tijdens de vlucht naar de VS invullen. Vanaf 1 augustus 2008 kunnen zij in plaats daarvan voor vertrek via een website (https://esta.cbp.dhs.gov) het I-94 formulier digitaal invullen. Daarop krijgen ze via deze website een reisautorisatie (travel authorization), die een geldigheidsduur van twee jaar heeft. Deze is gekoppeld aan de naam en het paspoortnummer van de reiziger. Aan deze procedure zijn vooralsnog geen kosten verbonden. Reisbureaus en luchtvaartmaatschappijen krijgen de mogelijkheid om de reisautorisatie namens de reiziger aan te vragen.
Deze reisautorisatie wordt door DHS medegedeeld aan de luchtvaartmaatschappij, die hierdoor weet of aan de passagier met bestemming VS een instapkaart mag worden verstrekt. De reisautorisatie is ook bekend bij de grenscontrole, waardoor de reiziger kan volstaan met het overhandigen van het paspoort aan de controlerende ambtenaar. In de meeste gevallen zal de reisautorisatie onmiddellijk worden afgegeven. Niettemin wordt door DHS aangeraden om de aanvraag 72 uur voor vertrek te doen, om er zeker van te zijn dat de toestemming op tijd kan worden verleend. Daarnaast is het denkbaar dat ook iemand die nog geen concrete plannen heeft om naar de VS te reizen, zich op voorhand al van een reisautorisatie voorziet.
De periode na 1 augustus 2008 zal worden gebruikt om ervaring op te doen met het nieuwe systeem. Geleidelijk aan zullen de I-94 formulieren verdwijnen. Het is de bedoeling dat ESTA met ingang van 11 januari 2009 verplicht wordt, waardoor er niet langer passagiers zullen worden vervoerd die niet over een reisautorisatie beschikken.
De introductie van het ESTA wordt door de VS aan alle lidstaten van de EU opgelegd. De VS is bevoegd om zulke maatregelen te nemen, daar het immers gaat om de toelating tot het eigen grondgebied.
Nederland is voorstander van het zo snel mogelijk bewerkstelligen van veilig visa-vrij reizen tussen alle EU lidstaten en de VS, met inachtneming van het waarborgen van privacy. Nederland is van mening dat het onwenselijk zou zijn als het ESTA een verkapt visumsysteem wordt, of als er ten opzichte van het huidige I-94 formulier uitbreiding van gevraagde gegevens plaatsvindt. Het voornemen van de VS duidt er niet op dat hierin een wijziging plaatsvindt. Ten aanzien van de gevraagde informatie, merkt Nederland op dat op het I-94 immigratie formulier (ook nu al) wordt gevraagd of een reiziger een ‘communicable disease’ (overdraagbare aandoening) heeft. Zo ja, dan komt die persoon vooralsnog niet in aanmerking voor visumvrijstelling. Nederland acht deze handelwijze discriminerend en stigmatiserend voor mensen met HIV/AIDS. Nederland heeft deze kwestie reeds onder de aandacht gebracht van de Europese Commissie, die dit heeft aangekaart bij de VS. Voor meer informatie hierover verwijs ik u naar het antwoord d.d. 8 april 2008 op uw Kamervragen van 28 februari jl. over dit onderwerp.
Op 31 juli jl. heeft President Bush wijzigingen in de regelgeving omtrent het inreisverbod voor HIV-positieven doorgeveord middels ondertekening van ‘The President’s Emergency Plan for AIDS Relief ‘ (PEPFAR). Door deze wijziging wordt het inreisverbod geschrapt. Aangezien het hier niet om een wetswijziging gaat moet het VS-ministerie van Volksgezondheid (DHHS) de regelgeving aanpassen middels publicatie in het Federal Register, waarop door het publiek commentaar kan worden geleverd. Na het consultatieproces worden de ‘rules/regulations’ vastgelegd en gepubliceerd als ‘final rules/regulations’ in het Federal Register. Op dit moment is nog niet duidelijk wanneer het Ministerie van Volksgezondheid actie gaat ondernemen. Mogelijkerwijs geschiedt zulks eerst na de presidentsverkiezingen.
Tijdens de EU-VS ministeriële JBZ-Trojka van 13 maart jl. is met de VS afgesproken dat de Europese Commissie op basis van een daartoe strekkend mandaat namens de lidstaten zal onderhandelen met de VS over de voorwaarden die de VS stellen voor toegang tot het gemoderniseerde VWP, voor wat betreft de criteria die vallen onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap en/of de Europese Unie. De lidstaten zijn bevoegd bilateraal te onderhandelen met de VS over de bevoegdheden die behoren tot de nationale competentie. Dit is de zogenoemde twin track benadering. Het ESTA valt binnen het onderhandelingsmandaat van de Commissie. De onderhandelingen tussen de Commissie en de VS zijn eind april jl. begonnen. De Commissie heeft voordat de onderhandelingen met de VS over het EU-spoor begonnen met de VS afgesproken dat de Gemeenschap de mogelijkheid behoudt vergelijkbare maatregelen voor de VS in te voeren, conform het principe van reciprociteit.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen