Kamerbrief inzake '50 miljoen doelstelling' drinkwater en sanitaire voorzieningen
Via de rapportage “Resultaten in ontwikkeling”(Kamerstuk 2006/2007, 29234, nr. 57) informeerde ik u reeds over de extra inspanningen die in 2005 en 2006 door Nederland werden gedaan om bij te dragen aan de realisatie van het in het kader van de Verenigde Naties overeengekomen Millenium Ontwikkelingsdoel (MDG 7 ). Thans breng ik u graag in meer detail op de hoogte van de invulling van de Nederlandse doelstelling om tot en met 2015 in totaal 50 miljoen mensen van duurzame toegang tot schoon drinkwater én verbeterde sanitaire voorzieningen te voorzien. Daarnaast rapporteerde de IOB in 2007 over de impact evaluatie van het drinkwaterprogramma in de Shinyanga regio in Tanzania en in 2008 zal de Algemene Rekenkamer de uitkomsten van haar onderzoek ‘drinkwater in ontwikkelingslanden’ rapporteren.
1. Uitgangspunten
Bijdrage aan MDG 7, doel 10.
Deze 50 miljoen doelstelling draagt bij aan de realisatie van MDG 7. MDG 7 is gericht op toegang tot zowel schoon drinkwater als tot sanitaire voorzieningen. Concreet betekent realisatie van deze MDG dat wereldwijd tussen 2000 en 2015 1,1 miljard mensen toegang tot drinkwater en 1,6 miljard mensen toegang tot sanitaire voorzieningen dienen te krijgen. De realisatie van deze doelstelling wordt gevolgd door het Joint Monitoring Program (JMP) van UNICEF en WHO. Momenteel ligt op wereldschaal de realisatie van de doelstelling voor drinkwater op schema, maar de realisatie met betrekking tot sanitaire voorzieningen blijft sterk achter. In Afrika zal MDG 7 zowel voor drinkwater als sanitaire voorzieningen, zonder extra inspanningen op korte termijn, niet worden gehaald.
Doelgroep
Doelgroep zijn armen die nog geen toegang tot goed drinkwater hebben en nog niet over verbeterde sanitaire voorzieningen beschikken.
Programmakenmerken
De 50 miljoen doelstelling is gericht op het realiseren van toegang tot eenvoudige duurzame basisvoorzieningen (bijv. waterput, waterkiosk en pit latrine) voor de doelgroep. Centrale criteria zijn opgesteld door het JMP: minstens 20 liter water per persoon per dag waarbij de waterbron zich op een loopafstand van minder dan 1000 meter van de woning dient te bevinden. Voor sanitaire voorzieningen zijn door het JMP een aantal soorten voorzieningen als ‘verbeterd’ gedefinieerd. Nederland gebruikt deze criteria en definities als voornaamste referentiekader voor programmering en monitoring maar voegt daar in specifieke gevallen criteria aan toe: bijvoorbeeld in Bangladesh ligt sterke nadruk op waterkwaliteit in verband met de verontreiniging van waterbronnen met arsenicum.
Focus van het programma ligt op Sub-Sahara Afrika. Door de grote impact van goed drinkwater en sanitaire voorzieningen op de situatie van vrouwen en meisjes (onderwijsdeelname, gezondheidssituatie, veiligheid en waardigheid) draagt het programma direct bij aan gelijke kansen voor vrouwen en meisjes.
Realisatie van de doelstelling is geschat op basis van uitgaven, programmering en realisaties sinds 2004. De in deze brief gepresenteerde gegevens zijn voornamelijk gebaseerd op tot nu toe afgeronde programmering en contracten met uitvoerende organisaties.
Feitelijke realisatie van de doelstelling zal worden gevolgd op basis van rapportages door de uitvoerende organisaties en zal worden gepresenteerd in het departementaal jaarverslag en de tweejaarlijkse Resultaten-Rapportages. Bepaling van het aantal feitelijk bereikte mensen zal per investering op basis van de verhouding van de Nederlandse financiering tot de totale financiering (pro-rata) plaatsvinden.
2. Operationalisering van de doelstelling
1) Directe Investeringen
Invulling van de doelstelling verloopt grotendeels door directe investeringen via meerdere kanalen (multilateraal, bilateraal, private sector en NGOs). In de huidige planning zal ongeveer 80 % van de 50 miljoen doelstelling op deze wijze worden gerealiseerd.
Gemeenschappelijke kenmerken van de directe investeringsprogramma’s zijn, naast de specifieke doelgroep:
-zoveel mogelijk geïntegreerde en gezamenlijke ontwikkeling van drinkwater- en sanitaire voorzieningen; alleen op deze wijze zijn deze voorzieningen effectief op het terugdringen van water-gerelateerde ziektes
-aansluiting bij de vraag uit de doelgroep en afstemming met het nationale beleid en institutionele kader van het betreffende land: centraal hierbij staat het nationale beleidsplan voor de sector en het zoveel mogelijk benutten van de capaciteit van de nationale instellingen. Financieringsmodaliteiten dienen zoveel mogelijk nationale procedures te volgen
-duurzaamheid van de voorzieningen. De voorzieningen dienen duurzaam te zijn in technische zin (juiste technologiekeuze met realistische onderhoudseisen), in economisch/financiële zin en in ecologische zin.
Bilaterale kanaal
Realisatie van de doelstelling wordt in belangrijke mate bereikt via het bilaterale kanaal. In de bilaterale samenwerking staat daarbij de sectorale benadering, die beoogt de kwaliteit, effectiviteit en duurzaamheid van de hulp te verbeteren, centraal. In partnerlanden waar de sector drinkwater en sanitaire voorzieningen deel uitmaakt van het OS-programma, zoals Ghana, Indonesië en Mozambique, zijn deze programma’s geïntensiveerd en uitgebreid. In partnerlanden waar Nederland de watersector niet actief ondersteunt, worden via ‘Silent Partnerships’ (SP’s) met gelijkgezinde donoren, sectorprogramma’s gefinancierd (o.a Tanzania).
In een aantal gevallen is drinkwater en sanitaire voorzieningen als component toegevoegd aan lopende sectorprogramma’s (o.a. Bangladesh, Mali). Op basis van thans afgesloten overeenkomsten zullen op deze wijze 11,2 miljoen mensen toegang tot drinkwater krijgen en 16,5 miljoen mensen tot sanitaire voorzieningen.
Multilateraal
Met UNICEF zijn overeenkomsten getekend opdat de komende 6 jaar 2,5 miljoen mensen toegang krijgen tot goed drinkwater of verbeterde sanitaire voorzieningen in Malawi, Mozambique, Comoren en Ethiopië. Voorzien is dat dit programma in 2008 wordt uitgebreid naar een aantal landen in Afrika (Rwanda, Burundi, Zambia).
Een overeenkomst is daarnaast getekend met UN-HABITAT voor drinkwater en sanitaire voorzieningen in steden rond Lake Victoria.
De Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) hebben het laatste decennium hun investeringen op het gebied van drinkwater en sanitaire voorzieningen drastisch terug zien lopen. Door strategische inzet van financieringen in de vorm van schenkingen wil Nederland de fondsen van de ontwikkelingsbanken (zoals IDA) in staat stellen grote(re) leningen mogelijk te maken met een sterk resultaat gericht karakter. Dit wordt bereikt door Nederlandse financieringen in een vroeg stadium van de activiteitencyclus ter beschikking te stellen voor capaciteitsopbouw en institutionele ontwikkeling. Hierdoor wordt de basis geschapen voor grotere investeringen van de kant van de fondsen en andere donoren.
Partners hierbij zijn de Wereldbank (middels het Global Programme for Output Based Aid), de African Development Bank (middels het Rural Water Supply and Sanitation Initiative) en de Asian Development Bank.
Private sector
In het kader van de Thematische Medefinanciering (TMF) zijn in 2005 voorstellen van Aqua for All, Connect International en SIMAVI goedgekeurd. In totaal zullen hiermee ca. 900.000 mensen van toegang tot schoon drinkwater en ca. 680.000 mensen van verbeterde sanitaire voorzieningen worden voorzien.
Binnen het ORET programma is in 2004 een ‘waterluik’ gecreëerd dat investeringen in de watersector en vooral in drinkwatervoorziening en afvalwaterzuivering stimuleert. Op basis van binnen het ORET afgesloten overeenkomsten zullen 3,1 miljoen mensen toegang krijgen tot drinkwater. Een belangrijke component hiervan is de Nederlandse bijdrage aan de financiering van de drinkwatervoorziening in Khartoum waardoor 1,2 miljoen mensen toegang tot drinkwater zullen krijgen.
Inschakeling van de particuliere sector krijgt ook vorm via samenwerking met Netherlands Water Partnership en publiek-private partnerschappen (PPP’ s) waarbij additionele investeringen worden gegenereerd in o.a. Indonesië, Vietnam, Jemen en Mozambique.
2) Toerekening
Realisatie van de doelstellingen zal, naast door de hierboven genoemde directe investeringen, voor ongeveer 20 % via algemene begrotingssteun aan de OS-partnerlanden en de Nederlandse core funding van de IFI’s plaatsvinden.
- Toerekening algemene begrotingssteun
Nederland draagt in die partnerlanden, waar het algemene begrotingssteun verleent, bij aan het realiseren van investeringen in drinkwater en sanitaire voorzieningen.
Bij de toerekening van de algemene begrotingssteun aan het realiseren van MDG 7 is uitgegaan van een continuering van het huidige macro-steun volume t/m 2015 voor een 18-tal landen1, resulterend in een totale raming van DGIS macrosteun over de periode van 2004-2015 van € 1,6 miljard. Uitgaande van een gemiddeld begrotingspercentage van 5% voor de sector, waarbij aangenomen is dat de helft2 voor investeringen ten behoeve van directe voorzieningen beschikbaar wordt gesteld, en een ‘eenheidsprijs’ van € 45 voor drinkwater en sanitaire voorzieningen, wordt de bijdrage van de macrosteun aan de outputdoelstelling geraamd op ca. 1 miljoen mensen drinkwater en 1 miljoen mensen sanitaire voorzieningen. Het betreft hier een raming die op basis van de gerealiseerde macro- en sectorsteun zal worden bijgesteld.
- Toerekening core-funding IFI’s
Bij de toerekening van de NL ‘core-funding’ aan de fondsen van IFI’ s (bijvoorbeeld International Development Association, African Development Fund) is de redenering dat de IFI’s investeringsprogramma’s financieren die resulteren in basisvoorzieningen. De toerekening hiervan is gebaseerd op continuering van het huidige niveau van bijdragen aan deze fondsen t/m 2015. Toerekening vindt plaats op basis van het Nederlandse aandeel in de fondsen, het percentage van de fondsen dat wordt geïnvesteerd in drinkwater en sanitaire voorzieningen en hogergenoemde eenheidsprijs van € 45 per persoon. Op basis van deze toerekeningssystematiek zullen 6,5 miljoen mensen toegang tot drinkwater en 8 miljoen tot sanitaire voorzieningen verkrijgen over de gehele periode van 2004 tot en met 2015.
3. Totale investeringen en financiering.
Op basis van thans afgesloten overeenkomsten en van toerekening aan algemene begrotingssteun en bijdragen aan de IFI’s (voor de gehele periode 2004-15) zal drinkwatervoorziening voor 26,1 miljoen mensen en sanitaire voorzieningen voor 28,9 miljoen mensen worden gerealiseerd. Het totale kasbeslag voor de directe investeringen bedraagt momenteel € 827,8 miljoen.
Dit bedrag zal, evenals de toekomstige commiteringen, worden gefinancierd onder de 0,1% van het BNP bestemd voor natuur, milieu en water.
Aanvullende commiteringen en overeenkomsten voor de resterende 24,9 miljoen mensen voor drinkwater en 21,1 miljoen mensen voor sanitaire voorzieningen kunnen grotendeels vóór 2010 worden aangegaan en zullen eveneens ten laste komen van de 0,1 %.
De middelen voor drinkwater en sanitaire voorzieningen maken voornamelijk deel uit van artikel 6.2 ‘Water en stedelijke ontwikkeling’ van de Begroting.
Daarnaast worden hiervoor uitgaven onder de artikelen 4.2 en 4.3 ingezet, o.a. voor ORET en UN/HABITAT.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
1: Armenie, Benin, Bolivia, Burkina Faso, Burundi, Georgie, Ghana, Kaap Verdie, Macedonie, Mali, Moldavie, Mozambique, Nicaragua, Oeganda, Senega l, Tanzania, Vietnam en Zambia.
2: De andere helft is voor lopende kosten zoals salarissen, voertuigen, onderhoud/ investeringen gebouwen e.d..