Kamerbrief betreffende verslag schriftelijk overleg inzake de RAZEB d.d. 22 en 23 juli 2008

Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de beantwoording aan van de vragen van leden van uw Kamer, gesteld naar aanleiding van de Geannoteerde Agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 22 en 23 juli 2008, die uw Kamer per brief met kenmerk DIE-1005/08 op 11 juli jl. toeging.

In aanvulling op de geannoteerde agenda informeren wij u voorts dat inmiddels van het voorzitterschap is vernomen dat, op verzoek van de vertegenwoordiger van het Kwartet in het Midden-Oosten, Tony Blair, het Midden-Oosten Vredesproces is toegevoegd aan de agenda. Hij zal de bespreking ook zelf bijwonen en met de ministers spreken over de ontwikkelingen in de onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen en mogelijk ook over Libanon en Syrië.

Het onderhandelingsproces tussen Israël en de Palestijnen bevindt zich in een belangrijke fase. Het Nederlandse kabinet acht het van belang dat de EU de besprekingen blijft ondersteunen, onder meer door de bevordering van initiatieven die het vertrouwen van beide partijen in het proces vergroten, zoals de afspraken van de Berlijn-conferentie en de EU-Israël Associatieraad. De EU en NL dienen dergelijke initiatieven actief te bevorderen en te faciliteren.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

De staatssecretaris voor Europese Zaken,

Drs. F.C.G.M. Timmermans

Externe betrekkingen

Westelijke Balkan

Vragen

De leden van de fractie van het CDA steunen de inzet van de Nederlandse regering ten aanzien van het Raadsbesluit van 29 april 2008, waarin is vastgelegd dat het voorleggen van het SAO met Servië aan de nationale parlementen van de lidstaten pas zal plaatsvinden als er sprake is van volledige samenwerking met het ICTY. De uitlevering van de van oorlogsmisdaden verdachte heer Zupljanin door Servië zien de leden van de fractie van het CDA als een goede stap, maar achten zij niet voldoende.

Ten aanzien van de ontplooiing van de civiele EVDB-missie EULEX Kosovo vragen de leden van de fractie van het CDA de regering om tijdens de RAZEB niet alleen te pleiten voor concrete afspraken over de samenwerking met UNMIK, maar ook met KFOR.

Zij willen weten wat de positie is van de Nederlandse regering over de ontplooiing van EULEX in het gebied ten noorden van de rivier de Ibar?

Ook vragen ze of de regering het zinvol acht om in dit gebied door een samenwerkings-verband tussen KFOR, UNMIK en EULEX te trachten het gezag van de Kosovaarse regering te herstellen?

Kosovo-Serviërs die willen samenwerken met de Kosovaarse overheid worden geï ntimideerd door parallelle Servische veiligheidsstructuren. De leden van de fractie van het CDA willen weten op welke wijze EULEX dat op dit moment ten noorden van de Ibar tegen kan gaan?

Kan de regering tijdens de RAZEB tevens aandacht vragen voor de enorme milieuproblemen in Kosovo? De energiecentrale bij Pristina voldoet totaal niet aan Europese milieunormen.

De leden van de fractie van de SP ondersteunen het kabinetsbeleid om pas over te gaan tot ratificatie van het SAO akkoord met Servië wanneer er sprake is van voldoende medewerking met het ICTY. De leden vragen zich wel af of de medewerking met het ICTY nog steeds geldt als de enige voorwaarde of dat de kwestie Kosovo hier ook een rol gaat spelen?

Met betrekking tot EULEX stellen de leden van de fractie van de SP vast dat wordt herhaald wat het Kabinet bij de vorige AO RAZEB ook al vond. De leden van de fractie van de SP vragen de regering of dit betekent dat er geen verdere vooruitgang is geboekt met betrekking tot de ontplooiing van de missie?

Zo is het de leden uit de geannoteerde agenda onduidelijk of er gewerkt wordt aan een nieuwe VN-resolutie die de ontplooiing van EULEX mogelijk moet maken. Verder wordt er gesproken over ‘tijdelijke voorzieningen’; waarop baseert het Kabinet zich dat hier sprake is van tijdelijke voorzieningen?

Is de tijdelijkheid niet afhankelijk van de vraag of UNMIK ook daadwerkelijk al haar taken afstoot aan EULEX? Voorziet het Kabinet dat dit laatste ook zonder nieuwe VN-resolutie kan en gaat plaatsvinden?

De leden van de fractie van de VVD geven aan dat de regering stelt dat ‘ mogelijk’ het aantreden van de nieuwe regering betere vooruitzichten biedt op samenwerking met ICTY. De leden van de fractie van de VVD vragen zich af hoe het toch kan dat de regering daarvan niet zeker is. Het SAO is toch immers op die voorwaarde ondertekend en de verkiezingen leiden nu toch tot de beoogde coalitie?

Compliance door Servië moet nu een kwestie van dagen zijn. Anders moet de regering dit eisen. Graag ontvangen de leden van de fractie van de VVD meer tekst en uitleg. Tevens willen deze leden weten of de regering binnen de RAZEB een deadline kan stellen waarbinnen compliance moet zijn geregeld om te voorkomen dat de Serven weer gaan marchanderen?

Tevens willen de leden van de fractie van de VVD weten of het klopt dat het Servische parlement al is begonnen met de ratificatie van het SAO, of althans, dat de regering dit akkoord ter ratificatie heeft aangeboden? Zij willen weten hoe dat mogelijk is en waarom Servië denkt dat wel is voldaan aan voorwaarden? Kan de RAZEB heldere taal richting de bevriende en oh zo Europees gezinde regeringscoalitie spreken?

Tevens vragen de leden van de fractie van de VVD of de geruchten kloppen als zouden enkele landen, waaronder Frankrijk, al nadenken over een mogelijke kandidaat-lidmaatschap van Servië tegen het einde van het jaar? Kan de Nederlandse regering deze geruchten de kop indrukken?

Ook vragen de leden van de fractie van de VVD of het waar is dat de oud-woordvoerder van Milosevic minister van Binnenlandse Zaken is geworden?

Zij willen weten hoe de Nederlandse regering hier tegenover staat en hoe dit zal uitwerken op de conditionaliteit en medewerking van getuigen om de procesgang te bevorderen?

Ook vragen deze leden of het klopt dat de aanklager, de heer Brammertz, nog steeds aanzienlijke problemen ondervindt met het vinden en horen van getuigen?

Wat zijn de vooruitzichten op een permanente rechtbank?

Servië

Antwoorden

De nieuwe Servische regering, inclusief de voormalig woordvoeder van Milosevic, en minister van Binnenlandse Zaken, Dacic, zal op resultaten worden beoordeeld. Het is aan Servië om verdere toenadering tot de Unie mogelijk te maken door de verplichting tot volledige samenwerking met het Tribunaal na te komen. Deze pro-Europese regering biedt hierop een beter vooruitzicht dan wanneer er een nationalistische radicale regering tot stand was gekomen.

De Openbare Aanklager van het Tribunaal, de heer Brammertz, heeft 4 juni jl. in zijn rapportage aan de Veiligheidsraad aangeven gedeeltelijk tevreden te zijn over de samenwerking van Servië met het Tribunaal. In oktober a.s. zal hij met een nieuwe rapportage komen. Servië zal dan hopelijk ook op de gebieden van het openstellen van archieven, getuigen en getuigenbescherming voortgang hebben geboekt in deze cruciale slotfase van het Tribunaal. Momenteel vindt er binnen de VN overleg plaats over de vorm en het mandaat van een eventuele voortzetting van het Tribunaal.

De Stabilisatie- en Associatieovereenkomst (SAO) is inmiddels aan Servische zijde voor ratificatie aan het parlement aangeboden. Deze zal echter pas in werking kunnen treden als ook alle EU-lidstaten de SAO hebben geratificeerd. Zoals bekend, heeft de Raad in april jl. besloten dat er een unaniem Raadsbesluit nodig is, dat vaststelt dat Servië volledig samenwerkt met het ICTY alvorens de SAO voor ratificatie aan de nationale parlementen kan worden voorgelegd en de interim-overeenkomst kan worden geïmplementeerd. De door de leden van de VVD aangehaalde ‘deadline’ is daarmee vastgesteld op het moment dat de Raad besluit dat aan volledige samenwerking met het ICTY is voldaan.

Nederland zal er op aandringen dat de Raad de conclusies van de Europese Raad van 19 juni jl. herbevestigt. Zolang de SAO nog niet in werking treedt, kan er dus ook niet worden gesproken over een mogelijke Kandidaat- Lidmaatschapstatus van Servië aan het eind van dit jaar. De kwestie-Kosovo staat hier los van en vormt dus geen additionele conditionaliteit voor de SAO.

Kosovo

De ontplooiing van EULEX Kosovo zal geleidelijk gaan. De laatste maanden zijn kleine stappen gezet. Het grootste deel van het personeel zal worden ontplooid na concretisering van de afspraken tussen de VN en de EU over reconfiguratie van UNMIK. Nederland heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat EULEX Kosovo, zodra dat mogelijk is, in geheel Kosovo zal moeten worden ontplooid. Ook ten noorden van de rivier de Ibar.

In Noord-Kosovo delen UNMIK en KFOR momenteel de verantwoordelijkheid. UNMIK richt zich in dat gebied vooral op versterking van de rechtbanken en grensbewaking om de bestendiging van parallelle structuren tegen te gaan. EULEX Kosovo zal zich in geheel Kosovo inspannen voor de opbouw van een goed functionerende Kosovaarse rechtsstaat. Een goed functionerende rechtsstaat is de meest voor de hand liggende manier om parallelle structuren tegen te gaan. Daartoe zullen rechters, officieren, politie, juridische en andere experts hun Kosovaarse collega’s adviseren en monitoren. KFOR blijft de verantwoordelijkheid dragen voor de algehele veiligheids-situatie in geheel Kosovo.

Nederland blijft aandacht vragen voor het belang van duidelijke en werkbare afspraken tussen de EU, VN en NAVO. Een van de onderwerpen waarover de EU en de VN afspraken moeten maken zijn de tijdelijke voorzieningen op het gebied van politie, justitie en douane. De SGVN spreekt hierover in zijn rapport aan de VN-Veiligheidsraad en zijn brieven aan de regeringen in Belgrado en Pristina van 12 juni jl..

UNMIK zal een groot deel van haar taken aan de Kosovaarse regering overdragen. Slechts een deel van haar taken zal aan EULEX Kosovo worden overgedragen. De afspraken over de reconfiguratie van UNMIK zullen niet alleen het moment van overdracht betreffen, maar ook over het voorkomen van overlap in taken en verantwoordelijkheden. Overigens werken de leden van de VN-Veiligheidsraad niet aan een nieuwe VNVR-resolutie. EULEX Kosovo vindt haar rechtsbasis in VNVR-resolutie 1244 (1999).

Nederland is zich bewust van de grote milieuproblemen in Kosovo en zet zich via concrete projecten en samen met de Wereldbank en UNDP in om deze problemen tegen te gaan. De uitstoot van vliegas door de Kosovaarse elektriciteitscentrale gaat de Europese normen ver te boven; tevens is de mijnbouwsector ernstig vervuilend. Deze kwestie heeft tijdens de recente donor-conferentie voor Kosovo de aandacht gekregen van de internationale gemeenschap en milieu is een prioriteit van de Kosovaarse overheid. Gezamenlijk wordt ingezet op stabilisatie van de situatie en het tegengaan van de negatieve effecten van jarenlang achterstallig onderhoud.

Oekraïne

Vragen

De leden van de fractie van het CDA steunen de inzet van de Nederlandse regering om de Oekraïne op dit moment geen perspectief op lidmaatschap te bieden. Zij willen weten wat op dit moment de status is van het initiatief van enkele lidstaten om te komen tot een Oostelijke Unie naar analogie van de Mediterrane Unie?

De leden van de fractie van het CDA zijn van mening dat Oekraïne steun van de EU verdient bij de voortgang van de interne hervormingen. Acht u Oekraïne een geschikte kandidaat voor een partenariaat en bent u bereid deze gedachte in te brengen bij de bespreking tijdens de Raad van de EU-Oekraïne Top die 9 september gehouden zal worden?

De leden van de fractie van de SP verzoeken u aan te geven wat voor het kabinet en de Europese Unie de belangrijkste onderdelen zijn waar de EU in de samenwerking een nieuwe impuls aan wilt geven?

De leden van de fractie van de VVD zullen de top tussen de EU en Oekraïne met argusogen gade slaan, gegeven het veelvuldig gebleken onbegrip van de andere lidstaten dat pas op de plaats moet worden gemaakt met welke vorm van uitbreiding dan ook.

Kan de Nederlandse regering deze heldere lijn, die ook zij voorstaat: “ uitsluitend binnen kader ENP en zonder enig perspectief op lidmaatschap” door de RAZEB schriftelijk laten vaststellen in de conclusies?

Tevens verzoeken de leden van de fractie van de VVD de regering aparte aandacht vragen voor de hand-over-hand toenemende criminaliteit, waarmee Nederlandse transportondernemers te maken hebben?

Antwoorden

Nederland hecht aan goede betrekkingen tussen de EU en buurland Oekraï ne. Versterkte samenwerking met Oekraïne, welke uitsluitend binnen het kader van het Europees Nabuurschapbeleid (ENB) en zonder enig perspectief op lidmaatschap plaats kan vinden, is in de eerste plaats van belang om economische hervormingen in Oekraïne te steunen, met als doel om een zogeheten ‘deep free trade agreement’ af te sluiten. Daarnaast zijn ook energievoorzieningszekerheid en de ondersteuning van hervormingen op wetgevingsgebied belangrijke onderwerpen voor geïntensiveerde samenwerking. Overigens zijn voor het onderwerp Oekraïne vooralsnog geen raadsconclusies voorzien, aangezien bij deze RAZEB de stand van voorbereiding van de EU-Oekraïne Top (Evian, 9 september a.s.) wordt besproken.

Tijdens de Europese Raad van 19 en 20 juni jl. is afgesproken dat de Europese Commissie in het voorjaar van 2009 een voorstel zal doen voor versterking van de oostelijke dimensie binnen het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB). Van een ‘Oostelijke Unie’ is vooralsnog geen sprake. Ten aanzien van een mogelijk partenariaat voor Oekraïne benadrukt het kabinet het partenariaat te zien als een mogelijkheid voor verdere intensivering van de relatie van de Unie met een hiervoor in aanmerking komend buurland, wanneer het ENB zijn volledige potentieel heeft bereikt. Voor Oekraïne is dat nog niet het geval.

Het kabinet is bekend met de problematiek van criminaliteit in Oekraïne, waar ook Nederlandse ondernemers nadeel van ondervinden. De rechtshandhaving in Oekraïne is onderdeel van het reguliere overleg dat tussen EU en Oekraïne plaatsvindt in het kader van de ENB-samenwerking en één van de onderwerpen waar Nederland aandacht voor heeft en vraagt.

Tsjaad - Sudan

Vragen

De leden van de fractie van het CDA maken zich zorgen over de veiligheidsontwikkeling in Tsjaad. Recente incidenten met en in nabijheid van EUFOR-troepen hebben deze zorg onderstreept. Wat is het perspectief voor de vluchtelingensituatie en de internationale militaire aanwezigheid op de middellang termijn, na afloop van het mandaat van EUFOR?

De brief van de regering d.d. 4 juli 2008 over de situatie in Tsjaad stelt: ‘Daarnaast beperken de Nederlandse troepen zich tot korteafstandspatrouilles, zolang de medische (lucht)evacuatiecapaciteit nog niet op peil is’. De leden van de fractie van het CDA willen weten wanneer dit geregeld zal zijn en waarvan dit afhankelijk is. Ook vragen ze waar de problemen om in deze capaciteit te voo rzien liggen?

Tevens verzoeken zij u daarnaast in te gaan op de oplopende spanning in het aangrenzende Darfur, de aanslag op een VN-konvooi en de mogelijke gevolgen van de aanklacht tegen de Sudanese president Bashir?

De leden van de fractie van de SP verzoeken de regering aan te geven wie deel uitmaakten van de gezamenlijke evaluatiemissie in Tsjaad, alsmede door en onder leiding van wie c.q. welk EU-orgaan er wordt gewerkt aan het rapport over de “mid-mandate review” van de EUFOR-missie en wanneer dit verwacht wordt?

Zij vragen ook of het waar is dat de komst van EUFOR-soldaten met tonnen materiaal van het latent watertekort een echte watercrisis in Tsjaad hebben gemaakt?

Tevens vragen zij de regering aan te geven wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot de inspanningen van de EU en Nederland om vooruitgang te boeken met het vredesproces in Tsjaad?

De leden van de fractie van de VVD vragen hoe het staat met de VN- opvolging. Ook willen ze weten of er al een exit-strategie is en zo ja, hoe die dan luidt. Zo neen, wanneer verwacht de regering wel informatie over de exit-strategie te kunnen melden aan de Kamer?

De leden van de fractie van de VVD geven aan het besluit van het Strafhof te onderzoeken of de Sudanese president Bashir kan worden vervolgd, van harte te steunen. Tegelijkertijd dreigt nu de Noord-Zuid dialoog te worden opgeblazen door de Sudanese regering en dreigt het Comprehensive Peace Agreement onder druk te komen staan. Hoe denkt de Nederlandse regering met deze dreiging om te gaan, wat gaat de EU doen om de internationale rechtsorde en ook vrede te bevorderen? Tevens vragen de leden van de fractie van de VVD of er een duidelijke verklaring kan komen van de EU, die stelt dat de veto’s van China en Rusland in de VN Veiligheidsraad tegen mogelijke sancties tegen het regime in Khartoem worden betreurd.

Antwoorden

EUFOR Tchad/RCA opereert in een instabiele regio en vormt, naast onder meer de hybride AU/VN missie UNAMID in Darfur, een onderdeel van een regionale aanpak voor de grensoverschrijdende problematiek in Sudan, Tsjaad en de Centraal Afrikaanse Republiek. De operatie draagt bij aan de bescherming van vluchtelingen, ontheemden en burgers, en aan het mogelijk maken van humanitaire hulp, wederopbouw en ontwikkeling. Op deze manier tracht de internationale gemeenschap bij te dragen aan stabiliteit in de regio, ook op de middellange termijn.

De VNVR-resolutie 1778(2007) autoriseert de EU-inzet tot 15 maart 2009 en verzoekt de Secretaris-Generaal van de VN om halverwege de mandaatsperiode te rapporteren over mogelijkheden voor opvolging van EUFOR, waaronder een mogelijke VN-operatie. Ter voorbereiding van deze “mid-mandate review” bracht een gezamenlijke evaluatiemissie van de EU en de VN van 18 tot 24 juni een bezoek aan Tsjaad.

De leden van deze evaluatiemissie waren afkomstig van het VN-hoofdkwartier (DPKO) en van het EU strategische en operationele hoofdkwartier van de operatie. De Hoge Vertegenwoordiger van de EU Solana heeft, op basis van aanbevelingen van de Operationeel Commandant, de speciaal vertegenwoordiger van de EU en de Commissie, zijn rapport over de “mid-mandate review” gepresenteerd. Dit rapport moet nog worden besproken door het EU Militair Comit é, dat advies uitbrengt aan het Politiek en Veiligheidscomité van de EU. Het rapport zal dienen als EU-input voor de “mid-mandate review” van de VN dat in september 2008 zal worden gepresenteerd.

De problemen om in medische evacuatiecapaciteit te voorzien zijn gelegen in de schaarste hiervan bij de EU-lidstaten. Inmiddels zijn op het basiskamp van Ierland en Nederland in Goz Beida twee helikopters met medische middelen gestationeerd. Deze helikopters ontberen echter nog een medisch team, reden waarom de Nederlandse verkenningseenheid zich vooralsnog zal blijven beperken tot korteafstandspatrouilles. Hiervan kan gedurende beperkte perioden worden afgeweken in het geval Nederland en Ierland een volledig uitgeruste helikopter van een verder gelegen basis kunnen gebruiken. Het is bijvoorbeeld mogelijk gebleken voor korte perioden een van de in Abéché gestationeerde helikopters in Goz Beida in te zetten. Omdat hiermee geen structurele oplossing is gevonden voor het medische evacuatieprobleem, heeft de Commandant der Strijdkrachten de Operationeel Commandant van de EU-missie verzocht zo snel mogelijk de nog ontbrekende capaciteit, te weten een medisch team, beschikbaar te stellen.

De veiligheidssituatie in het grensgebied van Sudan en Tsjaad blijft gespannen. De Sudanese regering heeft Tsjaad beschuldigd van steun aan de JEM aanval van 9 mei op Omdurman/Khartoem en heeft daarna de betrekkingen met Tsjaad verbroken. Tsjaad heeft vervolgens de grens met Sudan gesloten. Tijdens de laatste bijeenkomst van de militaire experts van de Dakar Contact Groep eind juni zijn voorstellen gedaan om de Tsjaad-Sudan grenscontroles te versterken. Vanwege de onstabiele veiligheidssituatie in het gebied zijn een aantal NGO’s ten zuiden van El Geneina (West-Darfur) tijdelijk geëvacueerd. Momenteel is sprake van een opbouw van JEM in Darfur.

Op 8 juli jl. heeft een aanval op UNAMID plaatsgevonden, waarbij zeven militairen zijn omgekomen en 22 militairen gewond zijn geraakt. De aanval vond plaats 100 km ten zuidoosten van El-Fasher. Op dit moment is nog niet duidelijk wie er achter de aanval zit. De aanval vond plaats in een door de Sudanese regering gecontroleerd gebied. De EU heeft de aanval scherp veroordeeld. De aanval is de ernstigste sinds de transitie van AMIS naar UNAMID (31 december 2007).

De openbaar aanklager van het ICC, Moreno-Ocampo presenteerde op 14 juli jl. bewijsmateriaal voor een nieuwe Darfur-zaak aan de rechters van het Hof. De Aanklager vraagt om aanhouding en vervolging van de Sudanese president Bashir, wegens oorlogsmisdaden, genocide en misdaden tegen de menselijkheid in Darfur, sinds 2003. Het is nu aan de rechters om een beslissing te nemen op het verzoek van de aanklager. De Sudanese regering heeft te kennen gegeven het Hof niet te erkennen en niet samen te zullen samenwerken met het Hof.

In Khartoem is de situatie kalm en hebben vreedzaam verlopen demonstraties plaatsgevonden, voor de ambassades van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. De VN heeft niet-essentieel personeel teruggetrokken uit Darfur. Tot nog toe blijft ook de situatie in Darfur rustig.

Niet het aantal EUFOR-militairen in het oosten van Tsjaad, maar de aanwezigheid van honderdduizenden ontheemden en vluchtelingen en de lokale bevolking in het gebied bepalen in hoofdzaak de druk op de aanwezige, deels schaarse, watervoorkomens. De relatief beperkte, additionele druk van watergebruik door EUFOR-militairen op de waterbeschikbaarheid moet worden afgezet tegen de toegenomen bescherming en veiligheid van ontheemden, vluchtelingen en van de lokale bevolking en NGOs.

Op 23 april jl. heeft president Déby van Tsjaad de heer Youssouf Saleh Abbas tot nieuwe premier van Tsjaad benoemd. De komst van premier Abbas heeft het Tsjadische binnenlands-politieke proces nieuw leven ingeblazen. Zo heeft premier Abbas in zijn ministersploeg een aantal prominente oppositieleiders opgenomen, o.m. op de posten van minister van Defensie en Justitie. Daarnaast is de dialoog tussen de Tsjadische regering en niet-gewapende oppositie in het kader van het akkoord van 13 augustus 2007 op 4 juni jl. hervat. De EU, waarnemer bij deze dialoog, is een van de hoofdrolspelers bij het bevorderen van voortgang in het politieke proces. Op 21 juli aanstaande staat een nieuwe bijeenkomst van de stuurgroep van de politieke dialoog (het Comité de Suivi) geagendeerd. De Tsjadische regering wordt aangemoedigd tot een vreedzame oplossing met de gewapende rebellen te komen.

Het Nederlandse kabinet steunt het Internationaal Strafhof en wacht de uitspraken van de rechters over de zaak tegen president Bashir af. Nederland en de EU hebben voortgezette steun aan de implementatie van het Comprehensive Peace Agreement (CPA) toegezegd en de partijen opgeroepen zich blijvend aan het CPA te committeren. Nederland en de EU zullen lopende processen, zoals de Assessment and Evaluation Commission en de arbitrage ten aanzien van Abyei blijven steunen.

Binnen de Europese Unie is niet gesproken over het uitgeven van een verklaring over veto’s van China en Rusland in de VN-Veiligheidsraad. Het is ook niet gebruikelijk dat de EU verklaringen uitgeeft over het stemgedrag van leden van de VN-Veiligheidsraad. Uit de handelingen van de Veiligheidsraad blijkt reeds voldoende wat de visie van de daarin vertegenwoordigde landen is.

Somalië/piraterij

Vragen

Enkele leden van de fractie van de VVD brachten een bezoek aan het fregat dat probeert tegenover de piraten een vuist te maken. De 2000 km lange kustlijn maakt dat dit een bijna onbegonnen zaak is en indien men al ter plekke arriveert ontstaan veelal nieuwe problemen omdat reders van koopvaardijschepen veelal liever betalen dan het op effectieve bescherming laten aankomen. De leden van de fractie van de VVD vragen zich af of het niet tijd wordt voor een actief en integraal anti-piraterij beleid dat liefst door de NAVO moet worden vormgegeven. Is Nederland bereid hiertoe initiatieven te ontplooien en hoe verhoudt zich dat tot de rol van de EU hierin?

Antwoord

Uit besprekingen met de VN is duidelijk geworden dat de VN op dit moment haar beperkte (plannings-)capaciteit niet kan en zal inzetten voor een ma ritieme operatie bij Somalië. De VN richt zich allereerst op een mogelijke VN-operatie op het land in Somalië.

Dit hoeft niet te betekenen dat er geen multilaterale invulling kan komen van de inzet tegen piraterij in deze wateren. Door de RAZEB op 16 juni jl. is besloten om het Raadssecretariaat en de Commissie te vragen de opties te onderzoeken hoe de EU eventueel zou kunnen bijdragen aan de implementatie van de VNVR-resolutie 1816(2008). Zoals gemeld in de geannoteerde agenda, die uw Kamer op 11 juli jl. toeging, zal op 22 juli a.s. een overzicht van deze opties aan de RAZEB worden gepresenteerd. Hierna zal in Raadskader nadere bestudering plaatsvinden.

Zimbabwe

Vragen

De leden van de fractie van het CDA willen nogmaals de minister en de ambassadestaf in Harare complimenteren met het opvangen van Tsvangirai.

Welke vervolgstappen kunnen worden genomen ten aanzien van Zimbabwe na het veto van een VN-resolutie door China en Rusland? Welke mogelijkheden bestaan er om met een groep gelijkgestemden (EU en anderen) strengere sancties te treffen?

De leden van de fractie van de SP zouden graag horen wat de laatste stand van zaken is in de mogelijke vorming van een eenheidsregering in Zimbabwe.

Antwoorden

Binnen de EU, maar ook in gelijkgezinde landen als de VS, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland zijn gerichte sancties tegen het regime al in werking. Deze bestaan uit reisbeperkingen, bevriezing van tegoeden en een wapenembargo. In de VN-veiligheidsraad lag een voorstel voor om dergelijke sancties een wereldwijde werking te geven, maar helaas is dat op een Russisch en Chinees veto gestuit. De EU dient derhalve haar eigen verantwoordelijkheid te nemen en tijdens de RAZEB het EU-sanctieregime tegen Zimbabwe aan te scherpen. Nederland is bovendien van mening dat in de komende weken aanvullende sanctiemaatregelen zullen moeten worden voorbereid, zodat de EU het sanctieregime verder kan uitbreiden indien het onderhandelingsproces in Zimbabwe niet tot resultaat leidt.

Het bemiddelingsteam van president Mbeki van Zuid-Afrika heeft verkennende gesprekken gevoerd met de partijen in Zimbabwe. Deze gesprekken gingen over de randvoorwaarden voor de werkelijke onderhandelingen over een overgangsmechanisme. Een belangrijk punt van discussie is de samenstelling van het bemiddelingsteam. De MDC van Morgan Tsvangirai is voorstander van het uitbreiden van het bemiddelingsteam met gezanten van de Afrikaanse Unie en de VN. Dit standpunt wordt ook door de Afrikaanse Unie onderschreven. Hoewel Nederland en de EU geen formele rol hebben in dit proces, wordt dit proces nauwlettend gevolgd.

Iran

Vragen

De leden van de fractie van het CDA zijn bezorgd over de opbouwende spanning op het nucleaire dossier van Iran. Zij steunen het tweesporenbeleid van de regering. Wat wil deze regering als de Veiligheidsraad niet tot overeenstemming kan komen ten aanzien van eventueel noodzakelijke nieuwe sancties tegen Iran? Zal de EU, los van de Veiligheidsraad, sancties gaan treffen?

De leden van de fractie van de SP geven aan dat diverse media naar aanleiding van de recente raketproeven door Iran een link leggen met een mogelijke nucleaire dreiging.

Zij willen weten of het Kabinet kan bevestigen dat de IAEA aangeeft dat het over geen informatie beschikt als zou Iran daadwerkelijk kernwapen-componenten bouwen of studies daarnaar ondernemen? Is het Kabinet zich bereid te verzetten tegen de oorlogstaal vanuit met name Israel richting Iran?

Tevens willen de leden van de fractie van de SP weten wat het Kabinet bedoelt met een robuuste implementatie van VN-resolutie 1803? Valt daar in uw ogen ook de uitsluiting van Iraniërs van bepaalde studierichtingen onder, zoals in Nederland? Vind deze praktijk ook in andere EU-lidstaten plaats? Indien neen, is het Kabinet van plan daar bij andere lidstaten op aan te dringen?

De leden van de fractie van de VVD verzoeken de Nederlandse regering binnen de EU het initiatief nemen om de sancties t.a.v. Iran te verscherpen om op die manier enerzijds initiatief aan kant van de EU te behouden en, anderzijds, om unilaterale acties van andere landen die mogelijk ophanden zijn te voorkomen?

Antwoorden

Uit het IAEA-rapport van 26 mei jl. blijkt dat Iran nog immer niet voldoet aan de vereisten van de relevante Veiligheidsraadresoluties. In dit rapport wordt herhaald dat er geen omleiding naar militaire doeleinden van gedeclareerd materiaal in Iran heeft plaatsgevonden. Het IAEA heeft aangegeven nog steeds niet in staat te zijn met zekerheid vast te stellen dat zich in Iran geen ‘undeclared’ materiaal bevindt.

Het IAEA is derhalve nog niet in de positie om te kunnen vaststellen dat het nucleaire programma van Iran uitsluitend vreedzame doeleinden kent en niet gericht is op verwervind of productie van kernwapens. Het Agentschap stelt dat het, om daarin vooruitgang te kunnen boeken, antwoorden van Iran nodig heeft op een aantal nog uitstaande vragen die mogelijke militaire aspecten van Iraans nucleaire programma betreffen.

Zolang daar geen helderheid over wordt verschaft is het kabinet van mening dat de druk op Iran dient te worden gehandhaafd. Dit kan onder meer bewerkstelligd worden door middel van een robuuste implementatie van Veiligheidsraadresolutie 1803. Hiermee wordt bedoeld dat de EU verder zou gaan dan hetgeen in deze Veiligheidsraadresolutie minimaal aan de VN-lidstaten wordt opgelegd.

De verplichting te voorkomen dat Iraniërs buiten Iran proliferatie gevoelige studies volgen is overigens niet in Veiligheidsraadresolutie 1803, maar in Veiligheidsraadresolutie 1737 en het Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad van de Europese Unie (2007/140/GBVB) vastgelegd. Nederland is, net als de overige lidstaten van de VN, verplicht uitvoering te geven aan deze sanctiemaatregel.

Indien Iran het samenwerkingsvoorstel van de E3+3+EU naast zich neerlegt en daarmee andermaal duidelijk maakt obstructie boven een diplomatieke oplossing te verkiezen, dienen - bij voorkeur door de VN-Veiligheidsraad - aanvullende sancties tegen Iran te worden ingesteld.

Indien evenwel zou blijken dat de Veiligheidsraad niet in staat is een krachtig signaal aan Iran af te geven dan dient de EU haar eigen verantwoordelijkheid te nemen en te bezien op welke wijze de EU het sanctieregime verder kan aanscherpen, zo mogelijk met andere gelijkgezinde landen.

Het Nederlandse kabinet deelt de zorgen van Israël over de anti-Israël uitspraken door Iraanse hoogwaardigheidsbekleders, waaronder president Ahmadinejad. De geuite dreigementen zijn onaanvaardbaar, dragen niet bij aan de stabiliteit en veiligheid in de regio en zijn diverse malen door Nederland en de EU veroordeeld.

Voorts is Nederland van mening dat ieder land recht heeft op zelfverdediging. Gezien de huidige situatie in het Midden-Oosten acht Nederland krachtige retoriek terzake niet behulpzaam.

India

Vragen

De leden van de fractie van de SP merken op dat de behandeling van India betreffende nucleaire technologie in schril contrast staat tot de behandeling van Iran. De leden van de fractie van de SP hebben kennis genomen van het feit dat de IAEA-bestuursraad op 1 augustus bijeenkomt om een veiligheidsovereenkomst met India te bespreken, terwijl dit land wel bewezen kernwapens heeft en in tegenstelling tot Iran geen lid is van het NPV.

Heeft het Kabinet inmiddels kennis genomen van de conceptovereenkomst? Indien ja, wat vindt u ervan?

Deze overeenkomst maakt vervolgens de weg vrij voor de Nucleair Suppliers Groep (NSG), waar Nederland deel van uitmaakt, om te besluiten nucleair materiaal en technologie aan India te leveren. Wordt erkent dat deze laatste stap een ondermijning van het NPV-verdrag betekent?

Wordt in de EU ook over dit onderwerp gesproken?

Kan worden bevestigd dat de NSG pas in september bij elkaar komt?

Krijgt de Kamer nog de gelegenheid om over dit onderwerp met het Kabinet te spreken? Indien neen, bent u bereid tegen het voorstel te stemmen?

Antwoorden

Het kabinet heeft kennis genomen van de concept-waarborgenovereenkomst tussen India en het IAEA, die overigens nog in de IAEA-bestuursraad moet worden beoordeeld. Dit concept wordt thans interdepartementaal bestudeerd. Op het moment dat het kabinet de analyse van deze concept-waarborgenovereenkomst heeft afgerond, kunnen mogelijke effecten van eventuele civiele nucleaire samenwerking met India nader worden beoordeeld.

In EU-kader wordt over dit onderwerp gesproken. Er is nog geen vergaderdatum voor de Nuclear Suppliers Group (NSG) door het Duitse voorzitterschap van die groep vastgesteld.

Zoals al gesteld in de antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken op eerdere vragen van het lid Van Velzen en het Algemeen Overleg inzake nucleaire brandstof van 12 februari j.l., heeft de minister toegezegd de Kamer te informeren over de inhoud van de waarborgenovereenkomst nadat deze is goedgekeurd door de IAEA Bestuursraad.

Diversen - EU/VS

Vragen

De leden van de fractie van de SP verzoeken de regering aan te geven wat de achtergrond is van het Portugese verzoek?

De leden van de fractie van de VVD verwelkomen de bespreking van EU-VS relaties. Long overdue wat hen betreft!

Kan hier WTO aan worden toegevoegd, of in elk geval de toenemende protectionistische tendensen? Wordt hier over raketschild gesproken? Wordt de internationale financiële crisis besproken? Kan de EU aandringen op offshore-drilling zodat er meer olie beschikbaar komt?

Antwoorden

Portugal stelt voor om bij een volgende RAZEB een discussie te voeren over de transatlantische relaties, ook met het oog op de Amerikaanse verkiezingen in november van dit jaar. Bedoeling zou zijn om de relaties met de VS in brede zin te bespreken, waarbij Portugal onder meer denkt aan bespreking van de veiligheids- en defensierelaties en de strategische dialoog.

Opgemerkt zij dat dit punt onder ‘Diversen’ is geagendeerd en dient om de Portugese minister de ruimte te bieden zijn verzoek kort toe te lichten. In deze RAZEB is dan ook geen discussie over de relaties voorzien. Wanneer de EU-VS relaties staan geagendeerd voor bespreking in de Raad zal de Nederlandse inzet worden bepaald en uiteraard met de Kamer worden besproken.

Algemeen - meevallers op de EU-begroting

Vragen

De leden van de fractie van het CDA willen dat meevallers op de EU-begroting terugvloeien naar de lidstaten. De leden van deze fractie hebben dit al vele malen aangeven. De leden van de fractie van het CDA roepen de minister dan ook op niet akkoord te gaan met de voorstellen van Commissievoorzitter Barroso gedaan tijdens de recente G8-top om € 1 miljard aan niet bestede landbouwgelden uit te geven aan het ondersteunen van boeren in Afrika. De leden van de fractie van het CDA willen graag blijvende steun van de regering voor de afspraak dat deze gelden terug moeten vloeien naar de lidstaten.

Antwoorden

Het kabinet vindt het van belang dat de negatieve gevolgen van de huidige hoge voedselprijzen besproken worden in Europees kader en onderschrijft de conclusies van de laatste Europese Raad over dit onderwerp. Ook bilateraal heeft Nederland aangegeven actief in te willen spelen op de noodzaak van grotere aandacht voor de rurale armoede en de problematiek van voedselzekerheid en handel. Zie ook de notitie van de ministers Koenders en Verburg over dit onderwerp. Nederland spoort overigens ook andere EU-lidstaten aan om een extra investering te plegen in landbouw in ontwikkelingslanden, waarbij deze lidstaten desgewenst gebruik zouden kunnen maken van de teruggevloeide middelen.

Waarschijnlijk zal de Commissie heden haar voorstel voor een plan presenteren waarbij ongebruikte landbouwgelden bestemd worden voor steun aan boeren in ontwikkelingslanden. Het kabinet is van mening dat de onderbesteding binnen categorie 2 van de EU-begroting (landbouw) dient terug te vloeien naar de lidstaten en derhalve niet aangewend mag worden om een EU-voedselhulpfonds te financieren.