inzake de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 13 en 14 oktober 2008

Graag bieden wij u hierbij de Geannoteerde Agenda aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 13 en 14 oktober 2008.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans

Geannoteerde Agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 13 en 14 oktober 2008

Algemene Zaken

Voorbereiding Europese Raad

De Raad zal zich buigen over de voorbereiding van de Europese Raad, die op 15 en 16 oktober a.s. zal plaatsvinden. Voor de inhoud verwijs ik u naar de geannoteerde agenda van de Europese Raad, die u separaat per brief zal toegaan.

Externe betrekkingen

Georgië/relaties met Rusland, inclusief Moldavië

De Raad zal spreken over Georgië en de relaties van de EU met Rusland. Deze besprekingen dienen mede ter voorbereiding van de discussie in de Europese Raad van 15 en 16 oktober a.s. over dit onderwerp.

Naar verwachting zal de Raad spreken over de stand van zaken t.a.v. de ontplooiing van de 200 EU-waarnemers in de bufferzones rond Zuid-Ossetië en Abchazië, vooruitblikken op de internationale besprekingen over stabiliteit en veiligheid in de regio die op 15 oktober a.s. in Genève van start gaan en de door de EU georganiseerde donorconferentie t.b.v. Georgië die op 22 oktober a.s. zal plaatsvinden.

Voor Nederland blijft volledige Russische implementatie van het zes-puntenakkoord, inclusief de nadere precisering hiervan op 8 september jl, bepalend voor de EU-betrekkingen met Rusland. De Europese Raad op 1 september heeft mede in dit kader verzocht om een diepgaande analyse van de verschillende aspecten van de EU-Rusland relaties, mede met het oog op de Top met Rusland op 14 november a.s.

Op verzoek van Roemenië zal ook gesproken worden over de EU-relatie met Moldavië, vooral over de vraag hoe ver het toenaderingsproces tot de EU zou moeten gaan. De Raad heeft februari jl. reeds besloten tot een nieuwe contractuele relatie tussen de EU en Moldavië, die verder zou moeten gaan dan de huidige Partnerschap en Samenwerkingsovereenkomst. Een aantal lidstaten wil het toenaderingsproces tot de EU versnellen n.a.v. de recente crisis in Georgië. Nederland steunt het streven om de EU-relatie met Moldavië te intensiveren, mits dit plaatsvindt in het kader van het Europees Nabuurschapbeleid en niet leidt tot EU-toetredingsperspectief.

Zimbabwe

De Raad zal spreken over de ontwikkelingen in Zimbabwe na de ondertekening van het akkoord door de drie politieke partijen op 15 september jl. Ruim drie weken na de ondertekening van de overeenkomst blijft het wachten op de start van de nieuwe regering. De tekenen zijn vooralsnog niet goed. Zo zijn de onderhandelingen over de verdeling van de ministersposten vastgelopen, vinden mensenrechtenschendingen nog steeds plaats en is de persvrijheid, in tegenstelling tot wat in het akkoord is vastgelegd, niet vergroot.

Zolang in Zimbabwe geen regering is gevormd en er geen uitvoering wordt gegeven aan het akkoord, acht de regering het van belang dat de EU het sanctieregime handhaaft. Daarnaast is de regering van mening dat de EU nogmaals moet benadrukken aan welke voorwaarden de Zimbabwaanse autoriteiten moeten voldoen, wil de EU een dialoog over de hervatting van de hulp en de opheffing van de sancties starten.

Wit Rusland

De Raad zal naar aanleiding van de parlementsverkiezingen van 28 september jl. spreken over de EU-betrekkingen met Wit-Rusland. In de aanloop naar de verkiezingen leek er een zekere dooi te komen in de relatie tussen EU en Wit-Rusland. Belangrijkste oorzaken hiervoor waren de ongehinderde toegang van de ODIHR-missie en de vrijlating van vooraanstaande politieke gevangenen. Ook is de bewegingsvrijheid voor het maatschappelijk middenveld en de oppositie iets verruimd. Dit leidde onder de lidstaten tot de discussie over een mogelijke versoepeling van het EU-beleid richting Wit-Rusland (m.n. opschorten tenuitvoerlegging visumrestricties). Hierbij werd echter wel aangetekend dat het oordeel van OVSE/ODIHR over de parlementsverkiezingen richtinggevend zou moeten zijn. Inmiddels heeft OVSE/ODIHR geconcludeerd dat ondanks enkele marginale verbeteringen zoals licht verbeterde toegang toegang van de oppositie tot kiescommissies en de media, en iets meer vrijheid van vergadering voor oppositiekandidaten, de parlementsverkiezingen niet voldeden aan de OVSE-criteria voor democratische verkiezingen. Ondanks de OVSE/ODIHR-conclusies blijft binnen de EU de druk bestaan om toch een positief gebaar richting Wit-Rusland te maken.

Gezien de eerste analyse van het OVSE-orgaan voor verkiezingswaarneming ziet Nederland vooralsnog geen reden voor een substantiële versoepeling van het huidige EU-beleid inzake Wit-Rusland, waarvoor een goed verloop van de verkiezingen als voorwaarde was gesteld. Wel acht NL een verdere discussie over het EU-beleid richting Wit-Rusland gerechtvaardigd, waarbij de stappen van Wit-Russische zijde door kleine stappen van EU-zijde zouden kunnen worden beantwoord. Ook is Nederland bereid om te kijken naar mogelijkheden die Wit-Rusland stimuleren om aan de twaalf EU-voorwaarden te voldoen. Daarnaast blijft Nederland het Wit-Russische maatschappelijk middenveld consequent steunen. Nederland doet dit als één van de weinige Europese donoren al meer dan tien jaar.

(evt) EU-sanctieregime Oezbekistan

De Raad zal spreken over de mogelijke aanpassing van het huidige EU-sanctieregime tegen Oezbekistan dat is ingesteld nadat de autoriteiten een demonstratie in 2005 in Andizjan hardhandig neersloegen. De Raad dient unaniem te beslissen over verlenging van de sancties. Het is zeer de vraag of alle lidstaten hiertoe bereid zijn. Zonder verlengingsbesluit lopen de sancties op 13 november a.s. automatisch af.

Het sanctieregime bestaat uit een wapenembargo en – sinds november 2007 opgeschorte – visumrestricties voor acht hoogwaardigheidsbekleders.

Nederland is van mening dat, hoewel er zich op mensenrechtengebied positieve ontwikkelingen hebben voorgedaan, zoals de afschaffing van de doodstraf, de doorvoering van justitiële hervormingen en de inwerkingtreding van wetgeving die kinderarbeid tegen moet gaan, er niet voldaan is aan de benchmarks die in april jl. door de Raad zijn vastgesteld. De regering geeft dan ook de voorkeur aan handhaving van het huidige sanctieregime, in ieder geval t.a.v. het wapenembargo.