Beantwoording vragen van het lid Van Velzen over een Nederlander die zeventien maanden zonder aanklacht in Polen gedetineerd zit

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Justitie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Velzen over een Nederlander die zeventien maanden zonder aanklacht in Polen gedetineerd zit. Deze vragen werden ingezonden op 15 september 2008 met kenmerk 2008Z02362 / 2070829720.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Hirsch Ballin, minister van Justitie, op vragen van het lid Van Velzen over een Nederlander die zeventien maanden zonder aanklacht in Polen gedetineerd zit.

Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht over de zaak van de Nederlander S. die al zeventien maanden in een Poolse cel zit?

Antwoord
Dat de heer S. in Polen is aangehouden is mij bekend. De heer S. werd op 26 april 2007 in Polen aangehouden.

Vraag 2
Is het waar dat de heer S. nu al 17 maanden in Polen gedetineerd zit zonder aanklacht of verhoor, en dat hem niet eens te kennen is gegeven waar hij van verdacht wordt? Deelt u de zorgen over deze gang van zaken? Bent u bereid uit te zoeken wat de reden is dat de heer S. in Polen in voorarrest zit?

Antwoord
De heer S werd aangehouden op grond van artikel 258 par. 3 van het Poolse wetboek van strafrecht en op grond van artikel 55 lid 3 van de Poolse narcoticawet. Eerstgenoemde artikel heeft betrekking op deelname aan georganiseerde misdaad, waarbij de hoogte van de straf tussen 3 maanden en 5 jaar gevangenisstraf ligt. Par. 3 van het zelfde artikel heeft betrekking op de organisator danwel hoofd van de misdaadgroep. De hoogte van de straf ligt hier tussen 1 en 10 jaar gevangenisstraf. Artikel 55 van de Poolse narcoticawet heeft betrekking op im- en export, transport van drugs in of via Polen. De hoogte van de straf bedraagt tot 5 jaar gevangenisstraf. Lid 3 heeft betrekking op grote hoeveelheden drugs en op winstoogmerk van dergelijke transporten. De straf is hierbij minimaal 3 jaar gevangenisstraf.

De heer S. en zijn advocaat hebben beiden toegang tot zijn juridisch dossier. De verdenking zou hen bekend moeten zijn.

Normaliter wordt in Polen een aanklacht binnen 12 maanden bekend gemaakt. Op verzoek van de procureur is in deze zaak hiervoor twee maanden extra uitgetrokken. De officiële aanklacht is na 14 maanden verwoord en doorgeleid aan de rechter. De rechter heeft echter aangegeven dat de voorbereiding niet voldoende is en heeft het dossier teruggezonden aan de procureur. Op basis van de Poolse wetgeving kan het voorarrest elke drie maanden worden verlengd.

Vraag 3
Is het waar dat ten aanzien van de heer S. geen verzoek tot overlevering is gedaan aan Nederland, maar dat hij met een smoes door de Poolse justitie naar Polen is gelokt? Zo ja, hoe beoordeelt u deze gang van zaken?

Antwoord
Uit navraag bij de bevoegde rechterlijke autoriteit in Nederland voor het behandelen van inkomende overleveringsverzoeken, te weten de officier van justitie te Amsterdam, is gebleken dat er geen Pools verzoek tot overlevering is ontvangen. De heer S. verklaart dat hij door de Poolse Justitie naar Polen werd gelokt. Dit is mij niet bekend.

Vraag 4
Bent u bekend met de detentieomstandigheden van de heer S., en bent u bekend met zijn verslechterende gezondheidssituatie? Wat heeft de Nederlandse ambassade in Polen tot dusver ondernomen, anders dan de gebruikelijke consulaire bijstand?

Antwoord
De detentieomstandigheden van de heer S. in Polen zijn naar Poolse maatstaven “goed” te noemen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse ambassade in Warschau zijn bekend met de gezondheidssituatie van de heer S. Medewerkers van de Nederlandse ambassade in Warschau hebben de heer S. na zijn aanhouding zes keer bezocht, Reclassering Nederland bezocht betrokkene vier keer. Zijn echtgenote in Polen die als contactpersoon optreedt, wordt bovendien geregeld geïnformeerd.

Diverse artsen in Polen hebben de heer S. medisch onderzocht. De Nederlandse ambassade in Warschau heeft contact gehad met de artsen (waarbij overigens beperkingen optreden vanwege het medische geheim) en de gevangenisdirecteur. Tevens zijn de rechter en de Centrale Autoriteiten van het Gevangeniswezen te Warschau in een brief van de ambassadeur geïnformeerd over de gezondheid van de heer S. De heer S. heeft besloten om van een operatie af te zien omdat hij van mening is dat het risico te groot is.

Vraag 5
Heeft u inmiddels actie ondernomen in de zaak van de heer S., bijvoorbeeld door protest aan te tekenen bij uw Poolse ambtsgenoot en aan te dringen op zeer snelle voortgang in zijn zaak? Bent u bereid de Poolse ambassadeur in Nederland te ontbieden en om opheldering te vragen over de lange duur van het voorarrest? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Voor zover bekend verloopt de Poolse rechtsgang correct, hetgeen dient te worden gerespecteerd. Er is daarom geen aanleiding om in contact te treden met de Poolse ambassadeur.

Vraag 6
Kunt u meedelen hoeveel Nederlanders in het buitenland gedetineerd zitten zonder dat hun strafproces is aangevangen? Kunt u eveneens meedelen hoeveel Nederlanders in het buitenland gedetineerd zitten zonder aanklacht? Zo neen, bent u bereid dit te onderzoeken en de gegevens zo spoedig mogelijk aan de Kamer te zenden?

Antwoord
Uit het registratiesysteem van Nederlandse gedetineerden in het buitenland blijkt dat er op dit moment 499 Nederlanders in voorarrest zitten. In 31 zaken is de status ‘aanklacht onbekend’, dat zijn zaken waarin de aanklacht nog niet geformaliseerd is. In veel landen kan het lang duren voordat een aanklacht geformaliseerd wordt.

Vraag 7
Kunt u deze vragen in verband met de gezondheidssituatie van de heer S. zo spoedig mogelijk, uiterlijk voor het algemeen overleg van 1 oktober 2008 (over de consulaire bijstand aan gedetineerden in het buitenland) beantwoorden?

Antwoord
Ja

1) ‘Vergeten in Poolse bajes’, De Telegraaf, 11 september 2008

.